2013
Zijn genade is genoeg
September 2013


Zijn genade is genoeg

Naar een toespraak gehouden tijdens een haardvuuravond aan de Brigham Young University op dinsdag 12 juli 2011. Zie voor de volledige Engelse tekst speeches.byu.edu.

Hoe werkt Gods genade nu eigenlijk?

Een jongevrouw kwam een keer bij me en vroeg of we konden praten. Ik zei: ‘Natuurlijk. Wat kan ik voor je doen?’

Ze zei: ‘Ik begrijp genade niet.’

Ik vroeg: ‘Wat begrijp je er niet aan?’

Ze antwoordde: ‘Ik weet wel dat ik mijn best moet doen en dat Jezus dan de rest doet, maar ik kan niet eens mijn best doen.’

Ik zei: ‘De waarheid is dat Jezus onze hele schuld heeft afgelost. Hij heeft niet een gering bedrag open laten staan. Hij heeft alles afgelost. Het is klaar.’

‘Goed,’ zei ze, ‘hoeven we dan zelf niets te doen?’

‘Nee, zo werkt het niet’, zei ik, ‘je moet genoeg doen, maar niet om die schuld af te lossen. Iedereen zal opstaan. Iedereen keert terug tot God om geoordeeld te worden. Aan de hand van onze gehoorzaamheid wordt alleen maar bepaald of we ons in Gods tegenwoordigheid op ons gemak zullen voelen en voor welke graad van heerlijkheid we ons hebben ingezet.’

Christus vraagt ons om in Hem te geloven, ons te bekeren, verbonden te sluiten en na te komen, de Heilige Geest te ontvangen en tot het einde te volharden. Maar dat doen we niet om aan de eisen van de gerechtigheid te voldoen — nog niet in de minste mate. Met onze gehoorzaamheid uiten we wel onze waardering voor hetgeen Jezus Christus heeft gedaan door net zo’n leven als Hij te leiden. Gerechtigheid eist onmiddellijke volmaaktheid of straf als we tekortschieten. Omdat Jezus die straf op Zich heeft genomen, kan Hij ons de kans geven om uiteindelijk volmaakt te worden (zie Matteüs 5:48; 3 Nephi 12:48) en ons daarbij helpen. Hij kan ons vergeven wat de gerechtigheid nooit zou kunnen, en vervolgens zijn eigen voorwaarden stellen (zie 3 Nephi 28:35).

Genade verandert ons

Christus’ afspraak met ons lijkt op die van een moeder die haar kind op muziekles laat gaan. De moeder betaalt de pianoleraar. Omdat de moeder de hele rekening betaalt, mag ze iets van haar kind vragen. Wat dan? Dat hij of zij oefent! Als het kind oefent, wordt de pianoleraar dan betaald? Nee. Als het kind oefent, krijgt de moeder dan haar geld terug? Nee. Door te oefenen laat het kind zien dat hij of zij het liefdevolle geschenk van de moeder waardeert. Zo doet het kind zijn voordeel met de geweldige mogelijkheid die de moeder het kind geeft een hogere levenskwaliteit te bereiken. Terugbetaling zal de vreugde van de moeder niet verhogen, maar wel als ze ziet dat het kind haar geschenk gebruikt en zich ontwikkelt. En dus spoort ze het kind voortdurend aan om te blijven oefenen.

Het kan zijn dat het kind vindt dat de moeder tijdens het oefenen te hoge eisen stelt (‘Komop, mam, waarom moet ik oefenen? Andere kinderen hoeven niet te oefenen! Ik word toch profvoetballer!’) Misschien komt dat doordat hij of zij niet ziet wat de moeder ziet. Het kind ziet niet in hoeveel beter zijn leven zou kunnen zijn als het ervoor kiest op een hoger niveau te leven.

Op diezelfde wijze kan Jezus Zich, omdat Hij de gerechtigheid heeft afgekocht, tot ons wenden en zeggen: ‘Komt achter Mij’ (Matteüs 4:19) en ‘[bewaart] mijn geboden’ (Johannes 14:15). Als wij vinden dat Hij te hoge eisen stelt, komt dat misschien doordat we nog niet zien wat Christus ziet. We begrijpen nog niet wat Hij van ons probeert te maken.

Ouderling Dallin H. Oaks, van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft gezegd: ‘Een zondaar die zich bekeert, moet voor zijn zonden lijden, maar dat lijden heeft een ander doel dan straf of inlossing. Het doel ervan is verandering’ (The Lord’s Way [1991], p. 223; cursivering toegevoegd). Laten we dat eens vergelijken met het kind dat pianoles krijgt: het kind moet oefenen, maar dat oefenen heeft een ander doel dan straf of inlossing. Het doel ervan is verandering.

Het wonder van de verzoening is niet alleen dat we na de dood verder leven, maar dat we dan in overvloed kunnen leven (zie Johannes 10:10). Het wonder van de verzoening is niet alleen dat we gereinigd en getroost worden, maar dat we veranderen (zie Romeinen 8). In de Schriften staat duidelijk dat niets onreins bij God kan wonen (zie Alma 40:26), maar iemand die niet verandert, wil dat niet eens.

Het wonder van de verzoening is niet alleen dat we huiswaarts kunnen keren maar dat we ons er, wonder boven wonder, thuis voelen. Als onze hemelse Vader en zijn Zoon niet zouden eisen dat we ons bekeren, zou niemand willen veranderen. Denk eens aan je vrienden en familieleden die ervoor hebben gekozen om niet te geloven en zich niet te bekeren. Ze willen niet veranderen. Ze willen hun zonden niet te verzaken en zich met God bezighouden. Ze willen liever God verzaken en zich met zonde bezighouden. Als de Vader en de Zoon niet zouden eisen dat we verbonden sluiten en als ze ons de gave van de Heilige Geest niet zouden verlenen, zouden we niet eens kunnen veranderen. Dan zouden we voor eeuwig zijn overgeleverd aan onze eigen wilskracht, zonder toegang tot zijn kracht. Als onze hemelse Vader en zijn Zoon niet zouden eisen dat we tot het einde volharden, zouden we niet in de loop van de tijd een innerlijke verandering doormaken. Dan zouden we Ze voor eeuwig oppervlakkig kennen, voor de schone schijn. Ze zouden geen grote invloed op ons hebben of deel van ons worden — deel van wie we zijn. Eenvoudig gesteld: als Jezus niet eiste dat we oefenen, zouden we nooit heilig worden.

Afbeelding
Portret van Jezus Christus

Christus en de rijke jongeling (detail), Heinrich Hofmann, met dank aan C. Harrison Conroy Co.

Genade helpt ons

‘Maar besef je niet hoe moeilijk oefenen is? Ik ben gewoon niet zo goed in pianospelen. Ik sla telkens de verkeerde noten aan. Het duurt vreselijk lang om het goed te doen.’ Wacht eens even. Hoort dat niet allemaal bij het leerproces? Als een jonge pianist de verkeerde noot aanslaat, zeggen we niet dat hij met oefenen moet stoppen. We verwachten niet van hem dat hij foutloos speelt. We verwachten enkel dat hij blijft oefenen. Volmaking is wellicht zijn einddoel, maar momenteel kunnen we tevreden zijn met de gemaakte vooruitgang. Waarom begrijpen we dit wel als het om piano leren spelen gaat, maar wijzen we het af als we het over hemelse zaken hebben?

Te veel mensen verlaten de kerk omdat ze het beu zijn om voortdurend het gevoel te krijgen dat ze tekortschieten. Ze hebben in het verleden hun best gedaan, maar hebben daar het gevoel aan overgehouden dat ze gewoon niet goed genoeg zijn. Ze begrijpen niet wat genade is.

Er zijn veel meer opties dan de twee die we denken te hebben: volmaakt zijn of het opgeven. Als we leren pianospelen, zijn de enige mogelijkheden dan in het Concertgebouw optreden of stoppen met spelen? Nee. Groei en ontwikkeling kosten tijd. Leren kost tijd. Als we begrijpen wat genade is, snappen we dat God lankmoedig is, dat verandering een proces is en dat bekering een levenspatroon is. Als we begrijpen wat genade is, hebben we door dat de zegeningen van Christus’ verzoening een blijvende uitwerking hebben en dat zijn kracht zich ten volle in onze zwakheid openbaart (zie 2 Korintiërs 12:9). Als we begrijpen wat genade is, kunnen we, zoals er in de Leer en Verbonden staat, ‘voort […] gaan in geduld tot wij vervolmaakt zijn’ (LV 67:13).

Genade is geen hulpmotor die het overneemt als onze benzine op is. Het is eerder onze constante bron van energie. Het is niet het licht aan het einde van de tunnel maar het licht dat ons door de tunnel heen leidt. Genade wordt niet ooit in de toekomst verkregen. Het wordt hier op dit moment verkregen.

Genade is genoeg

De genade van Christus is genoeg (zie Ether 12:27; LV 17:8) genoeg om onze schuld af te lossen, genoeg om ons te veranderen en genoeg om ons in dat veranderingsproces te helpen, hoe lang het ook duurt. In het Boek van Mormon staat dat we ons uitsluitend moeten verlaten op ‘de verdiensten, de barmhartigheid en de genade van de Heilige Messias’ (2 Nephi 2:8). Door dat te doen, komen we er niet achter dat Christus geen eisen aan ons stelt, zoals sommige christenen geloven. Maar dan komen we erachter waarom Hij zoveel eisen stelt en hoe we kracht krijgen om alles te kunnen doen wat Hij vraagt (zie Filippenzen 4:13). Genade betekent niet dat God weinig van ons verwacht. Genade betekent dat Gods kracht zich in ons leven openbaart (zie Lucas 1:37).

Gods genade is genoeg. Jezus’ genade is genoeg. Zij is toereikend. Meer hebben we niet nodig. Geef het niet op. Blijf het proberen. Zoek niet naar een uitweg en verzin geen smoesjes. Zoek de Heer en zijn volmaakte kracht. Probeer niet een ander de schuld te geven. Ga op zoek naar iemand die je kan helpen. Zoek Christus. Als je dat doet, zul je de vermogende kracht en goddelijke hulp vinden die we zijn geweldige genade noemen.

Christus in Getsemane (detail), Heinrich Hofmann, met dank aan C. Harrison Conroy Co.; achtergrond © Thinkstock/iStockphoto