2007
De lege kar
Oktober 2007


Luister naar de stem van een profeet

De lege kar

Afbeelding

Jaren geleden besloot een priestersquorum als hulpproject voedsel in te zamelen voor de behoeftigen. Jim, een van de priesters, wilde graag meedoen en was vastbesloten om meer voedsel in te zamelen dan de anderen. De priesters verzamelden zich bij de kerk. Ze gingen allemaal op dezelfde tijd op pad en kwamen later die avond op een afgesproken tijd weer terug. Tot ieders verbazing was Jims karretje leeg. Hij leek nogal stil te zijn en enkele jongens lachten hem uit. De adviseur zag dat. Wetend dat Jim zich interesseerde voor auto’s, zei hij: ‘Kom eens mee naar buiten, Jim. Ik wil graag dat je even naar mijn auto kijkt. Ik heb er een probleem mee.’

Eenmaal buiten, vroeg de adviseur aan Jim of hij van streek was. Jim zei: ‘Nou, nee. Maar toen ik voedsel ging ophalen, kreeg ik erg veel. Mijn kar was vol. Op weg naar de kerk ging ik naar het huis van een vrouw in onze woonwijk die geen lid is en die gescheiden is. Ik klopte aan en legde uit wat we deden, waarna ze me vroeg om binnen te komen. Ze begon rond te kijken of ze iets zag wat ze me kon geven. Ze deed de koelkast open en ik kon zien dat er bijna niets in zat. De kasten waren bijna leeg. Eindelijk vond ze een blikje perziken.

‘Ik kon het bijna niet geloven. Ze had allemaal kleine kinderen die te eten moesten hebben, maar ze gaf me dat blikje perziken. Ik nam het aan, deed het in mijn karretje en liep door. Ik was halverwege de straat toen ik me helemaal warm voelde en wist dat ik terug moest gaan naar dat huis. Ik gaf haar al het voedsel.’

De adviseur zei: ‘Jim, vergeet nooit hoe je je vanavond voelt, want dat is waar het echt om draait.’ Jim had geproefd hoe onzelfzuchtige hulp smaakt.

Uit een toespraak, gehouden tijdens de algemene oktoberconferentie in 2006.

Om over na te denken

  1. Toen Jim zich ‘helemaal warm voelde’ en wist dat hij terug moest gaan, wat zou er toen met hem gebeurd zijn?

  2. Volgens de adviseur was hoe Jim zich toen voelde ‘waar het echt om draait’. Wat zou hij daarmee bedoeld hebben?

  3. Wat was Jims doel toen hij voedsel ging inzamelen? Wat was zijn doel aan het eind van de avond? Hoe kun je dat zelf toepassen?

  4. Wat vind je nog meer van wat Jim meemaakte?