2007
Ga naar de tempel
Oktober 2007


Ga naar de tempel

Afbeelding

Eind negentiende, begin twintigste eeuw waren in het zuiden van de Verenigde Staten twee zendelingen werkzaam in de bergen. Op een dag liepen ze over een heuvelkam en zagen in de verte mensen bijeenkomen op een kleine open vlakte bij een berghut.

Ze ontdekten dat het om een begrafenis ging. Er was een jongetje verdronken. Zijn ouders hadden de predikant laten komen om ‘iets te zeggen’ bij de begrafenis van het ventje. De ouderlingen hielden zich op de achtergrond en keken toe. Het jongetje zou begraven worden in het graf dat al naast de hut was gedolven. De predikant stond daar bij de rouwende vader en moeder. De anderen kwamen erbij staan en hij begon aan zijn grafrede. Als de ouders verwachtten troost te krijgen van deze geestelijke, zouden ze teleurgesteld worden.

Hij vermaande hen ernstig omdat ze het jongetje niet hadden laten dopen. Ze hadden dat door allerlei omstandigheden telkens uitgesteld, en nu was het te laat. Hij zei hen botweg dat hun zoontje naar de hel was gegaan. Hij zei ook dat het hun schuld was, dat ze eindeloze kwelling voor hun zoon hadden veroorzaakt.

Toen de preek voorbij was en het graf dichtgegooid, gingen de vrienden, buren en familieleden naar huis. De zendelingen benaderden de rouwende ouders. ‘Wij zijn dienstknechten van de Heer,’ zeiden ze tegen de snikkende moeder, ‘en we hebben een boodschap voor u.’

Terwijl de verdrietige ouders luisterden, ontvouwden de twee jonge zendelingen voor hun geestesoog een visioen van de eeuwigheid. Ze lazen hen voor uit openbaringen en gaven deze nederige, bedroefde ouders hun getuigenis van de herstelde sleutels voor de verlossing van zowel levenden als doden.

Ik wil de rondtrekkende predikant niet hekelen. In feite heb ik ergens medelijden met hem, want hij deed zijn best volgens het licht en de kennis die hij had ontvangen. Maar er is veel meer te geven. Er is de volheid van het evangelie.

Het pad dat de zendelingen die nederige mensen wezen, was meer dan dat van bekering en doop. Voor hen die het willen volgen, leidt dat pad uiteindelijk naar de gewijde kamers van de heilige tempel. Daar kunnen leden van de kerk die zich aan de kerkelijke normen houden, deelnemen aan de hoogste verlossende verordeningen die aan de mens zijn geopenbaard. Daar kunnen we in een heilige ceremonie gewassen en gezalfd worden, geïnstrueerd, begiftigd en verzegeld. En als we die zegeningen voor onszelf hebben ontvangen, kunnen we optreden voor anderen die zijn overleden zonder zelf de kans te hebben gehad.

Ik hoop u duidelijk te maken waarom wij tempels bouwen en waarom daar verordeningen en ceremonies worden verricht.

Tempelbezoek is een voorrecht

Het is een voorrecht om naar de heilige tempel te kunnen gaan. Als u volgens de normen in aanmerking komt om naar de tempel te gaan, doe dat dan en neem uw zegeningen in ontvangst. En kom dan telkens terug om diezelfde zegeningen ter beschikking te stellen aan mensen die zijn overleden zonder de kans om ze in het sterfelijk leven te ontvangen.

Ga pas naar de tempel als u ervoor in aanmerking komt, als u aan de eisen voldoet die de Heer heeft gesteld. Maar ga erheen zodra u aan die eisen voldoet.

De leer die ten grondslag ligt aan het werk in de heilige tempel, onderscheidt De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen bovenal van, en stelt haar boven, elke andere godsdienstige organisatie op de aardbodem. Wij hebben iets dat geen enkel ander kerkgenootschap heeft. Wij kunnen iets geven dat zij niet kunnen bieden.

De kwelling in het hart van die verdrietige ouders is alleen maar weg te nemen met de leringen van deze kerk. Deze leerstellingen draaien om de verordeningen van de heilige tempel.

Alles geschiedt in orde

Om het belang van die verordeningen enigszins uit te leggen, begin ik bij het derde geloofsartikel: ‘Wij geloven dat door de verzoening van Christus de gehele mensheid kan worden gered door gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van het evangelie.’

Het woord verordening betekent in dit geval ‘een godsdienstige of ceremoniële plechtigheid’ of ‘een vaste rite’.1 Hoe belangrijk zijn de verordeningen voor ons als leden van de kerk? Kunt u gelukkig zijn, verlost en verhoogd worden zonder die verordeningen? Antwoord: ze zijn meer dan aanbevelenswaard of begeerlijk, zelfs meer dan nodig. Ze zijn van cruciaal belang voor ieder van ons.

Elke heilige der laatste dagen dient zichzelf deze vragen te stellen: Heb ik mijn leven op orde? Heb ik alle evangelieverordeningen ontvangen die ik in dit stadium van mijn leven zou moeten hebben? Zijn ze geldig?

Als u al die vragen bevestigend kunt beantwoorden, en als de verordeningen onder de invloed vallen van de verzegelmacht en -bevoegdheid, zullen ze voor eeuwig intact blijven. In dat geval is uw leven tot zover op orde. Dan zou u er goed aan doen om aan uw familieleden te denken, zowel levende als dode, en in gedachten voor hen dezelfde vragenlijst af te werken.

De tempelverordeningen

De verordeningen die we in de tempels verrichten, omvatten wassingen, zalvingen, de begiftiging en de verordening ter verzegeling — zowel de verzegeling van kinderen aan hun ouders als de verzegeling van huwelijkspartners aan elkaar, wat we over het algemeen het tempelhuwelijk noemen.

Hier volgt een korte samenvatting van de informatie met betrekking tot tempelverordeningen die als afzonderlijke publicatie verkrijgbaar is.

De verordeningen van de wassing en de zalving worden in de tempel vaak de voorverordeningen genoemd. Het volstaat nu om daar uitsluitend het volgende over te zeggen: met de begiftiging gaan wassingen en zalvingen samen, die voornamelijk symbolisch van aard zijn, maar die zowel concrete, onmiddellijke zegeningen als toekomstige zegeningen bieden. Aangaande die verordeningen heeft de Heer gezegd: ‘Ik zeg u: Hoe zullen uw wassingen aannemelijk voor Mij zijn, tenzij gij ze verricht in een huis dat u voor mijn naam hebt gebouwd?’ (LV 124:37.)

In het kader van die verordeningen wordt u in de tempel officieel gekleed in de tempelonderkleding en worden u geweldige zegeningen beloofd. Het is belangrijk dat u goed luistert bij het ondergaan van die verordeningen, en dat u probeert de beloofde zegeningen te onthouden, alsmede de voorwaarden waarop ze verleend worden.

Begiftigen houdt verrijken in, het betekent iets van blijvende en grote waarde te geven. Bij de verordening van de tempelbegiftiging ‘wordt de ontvanger met macht van omhoog begiftigd’ en ‘ontvangt hij onderricht in de bedoelingen en plannen van de Heer’.2

President Brigham Young (1801–1877) heeft over de begiftiging gezegd: ‘Laat ik u een korte omschrijving geven. Uw begiftiging betekent dat u alle verordeningen in het huis van de Heer ontvangt die u na dit leven nodig hebt om in de tegenwoordigheid van de Vader terug te kunnen keren, waarbij u de engelen passeert die als wachter staan, en in staat bent hun de wachtwoorden, tekens en symbolen te geven die tot het heilig priesterschap behoren, en om uw eeuwige verhoging te verkrijgen, in weerwil van aarde en hel.’3

De zegening van de begiftiging is vereist voor de volledige verhoging. Elke heilige der laatste dagen zou ernaar moeten streven om die zegening waardig te zijn en te verkrijgen.

De verordening ter verzegeling is de manier waarop familieleden voor eeuwig aan elkaar verzegeld worden. Het tempelhuwelijk is een verordening ter verzegeling. Kinderen geboren uit ouders die in de tempel aan elkaar zijn verzegeld, worden in het verbond geboren. Als een echtpaar een burgerlijk huwelijk heeft gesloten en de echtelieden zich vervolgens een jaar (of langer) later aan elkaar laten verzegelen, worden kinderen die niet in het verbond zijn geboren aan hen verzegeld in een korte, heilige ceremonie.

Ik ben er altijd al van onder de indruk geweest hoe eerbiedig en zorgvuldig tempelverordeningen worden verricht. Ze zijn niet gecompliceerd of buitensporig, maar zijn kenmerkend voor de eenvoud van de evangeliebeginselen.

In de kerk bezitten we voldoende bevoegdheid om alle verordeningen te verrichten die nodig zijn om de hele mensheid te verlossen en tot verhoging te brengen. En omdat we de sleutels hebben van de verzegelbevoegdheid, zal wat wij hier op de juiste wijze verbinden, ook in de hemel verbonden worden. Die sleutels — de sleutels om op aarde te verzegelen en te verbinden en het ook in de hemel te laten verbinden — zijn de volmaakte gave van onze God. Met die bevoegdheid kunnen we dopen en zegenen, begiftigen en verzegelen, en de Heer zal onze verbonden respecteren.

Er moeten ook verordeningen aan de doden aangeboden worden

De rondreizende predikant die ik eerder noemde, had geen antwoord op de vraag wat er gebeurt met mensen die overlijden zonder ooit gedoopt te zijn. Hoe zit het met hen? Als er geen andere naam gegeven is onder de hemel waardoor de mens verlost moet worden (en dat is waar), en ze hebben geleefd en zijn gestorven zonder die naam zelfs maar te horen, en als de doop essentieel is (en dat is zo), en ze zijn gestorven zonder de uitnodiging om die te aanvaarden, waar zijn ze dan nu?

Die vraag is erg lastig, want dit geldt voor het merendeel van de mensheid. Met andere woorden, vraagt u zich eens af welke macht één Heer en één doop zou instellen, en vervolgens zou toestaan dat de meeste mensen nooit door die leringen beïnvloed zouden worden? Met het antwoord op die vraag zouden we moeten concluderen dat de overgrote meerderheid van de mensheid als verloren beschouwd moet worden, inclusief dat verdronken jongetje — en tegen elke redelijke toepassing van de wet van gerechtigheid of barmhartigheid — of beide — in.

Als een kerk geen antwoord kan geven op dit dilemma, hoe kan zij dan beweren de kerk van de Heer te zijn? Hij is toch zeker niet bereid om de meerderheid van de mensheid af te schrijven, alleen maar omdat ze in hun leven op aarde nooit gedoopt zijn.

Zij die verbluft en gefrustreerd toegeven dat ze geen antwoord hebben op deze vraag, kunnen toch zeker in alle redelijkheid niet beweren het gezag te hebben om op aarde te bedienen in de aangelegenheden van de Heer, noch om het werk te overzien waardoor alle mensen gered moeten worden.

Een van de kenmerken die ons onderscheiden van de rest van de wereld en ons identificeren als de kerk van de Heer is dat wij onze overleden voorouders de doop en andere verordeningen aanbieden.

Als ik mij buig over de vraag wat er gebeurt met hen die zonder doop zijn overleden, doe ik dat met de grootste eerbied, want het betreft een heilig werk. Het is niet erg bekend in de wereld, maar het is een wonderbaarlijk werk, zeker wat zijn vooruitzichten betreft en stijgt uit boven al wat de mens ooit kan hebben gedroomd, want het is allesovertreffend, geïnspireerd en waar. En het is dé oplossing.

Een sterveling kan zich met het juiste gezag laten dopen voor en namens iemand die deze gelegenheid niet vóór zijn dood heeft gekregen. Die persoon kan in de geestenwereld vervolgens besluiten of hij die doop accepteert of verwerpt, al naar gelang zijn eigen verlangens.

Dit werk is de grote bevestiging van iets heel fundamenteels: dat er leven is na de dood. De sterfelijke dood is net zomin een einde als de geboorte een begin was. Het grote werk van de verlossing gaat aan de andere kant van de sluier door, en hier in het sterfelijk leven ook.

Wij hebben het gezag ontvangen om plaatsvervangende dopen en andere tempelverordeningen te verrichten voor de doden, zodat, als zij het evangelie gepredikt horen en het willen accepteren, die essentiële verordeningen al voor ze zijn verricht.

Ga naar de tempel

Iedere heilige der laatste dagen is verantwoordelijk voor dit werk. Er is waarschijnlijk geen enkel ander leerstellig punt dat deze kerk zo duidelijk van de andere pretendenten onderscheidt als dit. Wij hebben de openbaringen. Wij hebben die heilige verordeningen.

Ik nodig u allen uit: ‘Ga naar de tempel.’ Misschien ziet u uit naar het zeldzame voorrecht om erheen te gaan zodat u uw eigen begiftiging kunt ontvangen, uw eigen zegeningen kunt ontvangen, en uw eigen verbonden te sluiten met de Heer. Misschien bent u er al een of twee keer geweest. En misschien gaat u er al vaak heen. U bent misschien zelfs wel officiant. Maar wat de omstandigheden ook zijn, ga naar de tempel.

Breng zo nodig uw leven op orde; bid vurig. Begin nu aan die uiterst moeilijke en soms uiterst ontmoedigende reis die bekering inhoudt. Neem u vast voor alles te doen wat in uw vermogen ligt om bij te dragen aan familiegeschiedenis en tempelwerk, en hoe u maar kunt elke levende ziel en elke ziel aan de andere kant van de sluier te helpen.

Ga naar de tempel!

Aangepast overgenomen uit De heilige tempel (1980).

Noten

  1. Naar de definitie van ‘ordinance’ in Oxford English Dictionary (1971), p. 2006. [Noot: In het hedendaags Nederlands heeft het woord ‘verordening’ deze betekenis alleen in de Kerk van Jezus Christus, hoewel het woord vroeger ook een andere passende betekenis had, namelijk ‘handeling, verrichting waarmee iets naar behoren wordt geregeld.’ (Woordenboek der Nederlandsche Taal, XX[1], p. 1770.)]

  2. Bruce R. McConkie, Mormon Doctrine, 2e editie [1966], p. 227.

  3. Discourses of Brigham Young, verz. John A. Widtsoe (1941), p. 416.