2007
Oom Gilberto’s geheugen
Oktober 2007


Oom Gilberto’s geheugen

Toen ik voor het eerst leerde wat verordeningen voor de doden inhielden, werd ik geïnspireerd door de grote liefde die mijn man zijn grootmoeder betoonde door ervoor te zorgen dat haar tempelverordeningen werden verricht. Daardoor werd ik gemotiveerd om meer over mijn eigen voorouders te weten te komen. In de jaren die sindsdien zijn verstreken, hebben veel broeders en zusters, inclusief de medewerkers van het centrum voor familiegeschiedenis in mijn woonplaats, Guadalajara (Mexico), mij geholpen met het werk voor mijn voorouders.

In 1991 kreeg ik mijn patriarchale zegen en kreeg ik de opdracht om mij bezig te houden met mijn overleden familieleden en mij aan hen toe te wijden. Ik stelde mijzelf tot doel om dat inderdaad te doen, wat tot dagelijkse discussies leidde met mijn ouders, die geen lid van de kerk waren. Ik stelde mijn familie veel vragen, maar mijn moeder kon me alleen maar over mijn grootouders vertellen.

Op een dag vertelde mijn moeder me dat oom Gilberto, de broer van mijn vader, een hartaanval had gehad. ‘Ik weet zeker dat hij met je zou willen praten’, zei mijn moeder. ‘Hij heeft een erg goed geheugen en zou je veel over de familie kunnen vertellen.’

Toen ik hem belde in het verpleeghuis, nam zijn vrouw de telefoon aan en zei dat het slecht ging met mijn oom en dat hij niet met me kon praten. Ik wenste hem beterschap en zei haar dat ik voor hem en hun gezin zou bidden.

De volgende dag belde ik weer. Tot mijn verbazing nam mijn oom zelf de telefoon aan.

‘Oom Gilberto!’ zei ik. ‘Ik bel om u te zeggen dat ik hard voor uw genezing heb gebeden, en dat ik van u houd.’

‘Dankjewel, Bibi’, antwoordde hij. ‘Toen ik vanmorgen wakker werd, voelde ik me veel beter. Vertel eens hoe het met je gaat.’

Ik vertelde hem dat ik graag de namen wilde weten van familieleden uit Arabië en Libanon. Mijn moeder had gelijk wat mijn ooms geheugen betreft. Hij wist de gegevens van namen, datums en plaatsen voor vier generaties aan mijn vaders kant van de familie.

Toen ik ophing, had ik het gevoel dat ons gesprek het laatste zou zijn dat we in dit leven zouden hebben. Ik had gelijk. Maar de Heer zegende ons allebei zodat ik gegevens kon krijgen waarmee ik onze familieleden kon verenigen — zowel in dit leven als in de eeuwigheid.