Vredige volgelingen van Christus zijn
Ik getuig dat ‘vredige volgelingen van Christus’ innerlijke vrede in dit leven vinden en dat hun een glorieus weerzien in de hemel te wachten staat.
We leven in een tijd waarin ‘vredige volgelingen van Christus’1 met unieke moeilijkheden te maken krijgen. Zij die in Jezus Christus geloven, Hem nederig aanbidden en van Hem getuigen, hebben altijd met beproeving, rampspoed en tegenslag te maken gekregen.2 Mijn vrouw, Mary, en ik zijn daar geen uitzondering op. De afgelopen jaren zijn veel van onze goede schoolvrienden, zendingscollega’s en hun lieve vrouwen, en voormalige werkcollega’s overleden, of zoals president Russell M. Nelson heeft gezegd, naar de andere kant van de sluier weggepromoveerd. We hebben gezien hoe sommige mensen die met geloof zijn opgevoed van het verbondspad zijn gestapt.
We hebben helaas door een tragisch eenzijdig auto-ongeval onze 23-jarige kleinzoon verloren. Sommige dierbare vrienden, familieleden en collega’s hebben ook met aanzienlijke gezondheidsproblemen te maken gekregen.
Wanneer beproevingen voorvallen, treuren we en proberen we elkaars lasten te dragen.3 We betreuren zaken die niet meer worden verwezenlijkt en gezangen die niet meer worden gezongen.4 Goede mensen maken slechte dingen mee op deze levensreis. De verwoestende branden op Maui in Hawaï, in het zuiden van Chili en in Canada zijn voorbeelden van de verschrikkelijke gebeurtenissen waar goede mensen soms mee te maken krijgen.
We lezen in de Parel van grote waarde dat de Heer aan Abraham de eeuwige aard van geesten openbaarde. Abraham leerde over ons vooraardse leven, voorordening, de schepping, de verkiezing van een Verlosser en dit sterfelijk leven, de tweede staat van de mens.5 De Heiland verklaarde:
‘Wij zullen een aarde maken waarop dezen kunnen wonen;
‘en wij zullen hen hiermee beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer, hun God, hun ook zal gebieden.’6
Nu zijn wij allemaal hier in de tweede staat van onze reis van vooruitgang op weg naar een koninkrijk van heerlijkheid als onderdeel van Gods grote heils- en verhogingsplan. We zijn gezegend met keuzevrijheid en zijn onderhevig aan de beproevingen van het sterfelijk leven. Dit is onze toegewezen tijd om ons voor te bereiden God te ontmoeten.7 Wij zijn gezegend met kennis van Jezus Christus en zijn rol in het plan. We hebben het voorrecht om leden van zijn herstelde kerk te worden – De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Als vredige volgelingen van Christus streven we ernaar zijn geboden te onderhouden. Zijn volgelingen hebben het nooit makkelijk gehad. Het was ook niet makkelijk voor de Heiland om getrouw zijn aardse zending te volbrengen.
De Schriften zijn er duidelijk over: velen zullen toegeven aan de benadering ‘eet, drink en wees vrolijk, want morgen sterven wij’.8 Andere ongelovigen trekken zich terug in sombere enclaves met gelijkgestemden die steeds weer ‘wat nieuws’9 en filosofieën van mensen aanhangen.10 Zij weten niet waar de waarheid te vinden is.11
Vredige volgelingen van Christus nemen die beide paden niet. Wij zijn hartelijke, betrokken leden van de gemeenschap waarin we wonen. We hebben lief, we delen en we nodigen al Gods kinderen uit om de leringen van Christus te volgen.12 We volgen de raad van onze geliefde profeet, president Nelson, op: we kiezen ervoor ‘om vanaf nu altijd een vredestichter te zijn’.13 Deze geïnspireerde aanpak komt overeen met de Schriften en profetische leiding.
In 1829 was de herstelde kerk nog niet georganiseerd en het Boek van Mormon nog niet gepubliceerd. Een kleine groep mensen, bewogen door de geest van God, volgde de profeet Joseph Smith en had het moeilijk. De Heer openbaarde aan Joseph raad voor moeilijke tijden: ‘Vrees dus niet, kleine kudde; doe het goede; laten aarde en hel tegen u samenspannen, want indien u bent gebouwd op mijn rots, vermogen zij niets.’14 Hij heeft ook deze raad gegeven:
‘Vertrouw op Mij bij iedere gedachte; twijfel niet, vrees niet. […]
‘Wees getrouw, onderhoud mijn geboden en u zult het koninkrijk van de hemel beërven.’15
Onze hemelse bestemming wijzigt duidelijk niet wanneer we met tegenspoed kampen. In Hebreeën wordt ons aangeraden om ‘met vrijmoedigheid [te] naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip’.16 Jezus Christus is de ‘oorzaak van eeuwige zaligheid’.17
Ik vind de woorden van Mormon mooi, geciteerd door zijn zoon Moroni, waarin hij ‘de vredige volgelingen van Christus’ prijst ‘wegens uw vredige wandel onder de mensenkinderen’.18
Ons staan als kerkleden die ernaar streven vredige volgelingen van Christus te zijn betere tijden te wachten als we ons richten op onze Heer en Heiland, Jezus Christus. Beproevingen maken deel uit van het sterfelijk leven en overkomen iedereen over de hele wereld. Dit kunnen ook grote conflicten tussen landen en personen zijn.
Aan kerkleiders wordt vaak gevraagd: ‘Waarom staat een rechtvaardige God toe dat er slechte dingen gebeuren, in het bijzonder met goede mensen?’ en ‘Waarom zijn de rechtschapenen in dienst van de Heer niet immuun voor zulke tragedies?’
We hebben niet alle antwoorden. We kennen echter wel belangrijke beginselen waardoor we beproeving, rampspoed en tegenslag het hoofd kunnen bieden met het geloof en vertrouwen dat ons allemaal een stralende toekomst wacht. Er staat geen beter voorbeeld in de Schriften met betrekking tot beproeving doormaken dan de woorden van de Heer aan de profeet Joseph Smith toen hij in de gevangenis in Liberty zat.
De Heer verklaarde onder andere:
‘Indien zelfs de kaken van de hel wijd tegen u worden opengesperd, weet dan, mijn zoon, dat al deze dingen u ondervinding zullen geven en voor uw bestwil zullen zijn.
‘De Zoon des Mensen is onder dat alles neergedaald. Bent u groter dan Hij? […]
‘Vrees niet wat de mens kan doen, want God zal met u zijn tot in alle eeuwigheid.’19
Het is duidelijk dat we een hemelse Vader hebben die ons persoonlijk kent en liefheeft, en ons lijden volkomen begrijpt. Zijn Zoon, Jezus Christus, is onze Heiland en Verlosser.
President Russell M. Nelson en president M. Russell Ballard hebben allebei sterk het belang van de nieuwe tweede editie van Predik mijn evangelie beklemtoond.20 Ik ben net zo enthousiast. In deze nieuwe editie, die heilige Schriftuur versterkt, wordt krachtig verklaard:
‘Door zijn zoenoffer heeft Jezus Christus onze pijnen, smarten en zwakheden op Zich genomen. Daardoor weet Hij “naar het vlees […] hoe zijn volk te hulp te komen naargelang hun zwakheden” (Alma 7:12; zie ook vers 11). Hij wenkt ons: “Kom naar Mij toe.” Doen wij dat, dan geeft Hij ons rust, hoop, kracht, perspectief en genezing (Mattheüs 11:28; zie ook vers 29–30).
‘Als we ons op Jezus Christus en zijn verzoening verlaten, kan Hij ons onze beproevingen, ziekten en pijnen helpen doorstaan. Dan kunnen we met vreugde, vrede en troost vervuld worden. Alles wat oneerlijk is, kan worden rechtgezet door de verzoening van Jezus Christus.’21
Wij kunnen vreugdevol vredige volgelingen van Christus zijn.
Het plan van geluk van onze Vader voor zijn kinderen omvat niet alleen een voorsterfelijk en sterfelijk leven, maar ook een potentieel eeuwig leven, met inbegrip van een groots en glorieus weerzien met wie ons ontvallen zijn. Al het onrecht zal worden rechtgetrokken, en we zullen met volmaakte helderheid en feilloos perspectief en begrip zien.
Kerkleiders hebben dit perspectief vergeleken met iemand die halverwege een toneelstuk in drie bedrijven het theater binnenkomt.22 Wie geen kennis hebben van het plan van de Vader begrijpen niet wat er in het eerste bedrijf, dat wil zeggen het voorsterfelijk bestaan, is gebeurd, en de doelen die daar zijn gesteld; noch begrijpen zij de opheldering en ontknoping die in het derde bedrijf plaatsvinden, dat wil zeggen de glorieuze vervulling van het plan van de Vader.
Velen zijn zich er niet van bewust dat zijn liefdevolle en allesomvattende plan waarborgt dat wie in dit leven zonder eigen toedoen benadeeld lijken te zijn dat niet altijd en immer zijn.23
De Schriften zijn duidelijk: vredige volgelingen van Christus die rechtschapen zijn, de Heiland volgen en zijn geboden onderhouden, zullen worden gezegend. Een van de belangrijkste Schriftteksten voor hen die rechtschapen zijn, ongeacht hun omstandigheden, is onderdeel van de toespraak van koning Benjamin aan zijn volk. Hij belooft dat zij die de geboden getrouw onderhouden, worden gezegend in alle dingen in dit leven en ‘in de hemel [worden] ontvangen [en] bij God kunnen wonen in een staat van nimmer eindigend geluk’.24
We erkennen dat ieder van ons lichamelijke en geestelijke stormen meemaakt, waarvan sommige verschrikkelijk zijn. Onze liefhebbende Vader in de hemel en zijn Zoon, Jezus Christus, die het Hoofd van zijn herstelde kerk is, hebben ons Schriftuur en profeten gegeven om ons voor te bereiden, ons voor gevaar te waarschuwen, en ons raad te geven om ons voor te bereiden en te beschermen. Sommige instructies vergen onmiddellijke actie en andere bieden jarenlang bescherming. In het voorwoord van de Heer op de Leer en Verbonden, afdeling 1, worden we aangespoord om ‘acht [te] slaan op de woorden van de profeten’.25
In afdeling 1 worden we ook gewaarschuwd: ‘Bereid u voor, bereid u voor op hetgeen zal komen.’26 De Heer geeft zijn volk de kans zich voor te bereiden op de moeilijkheden waar ze mee te maken zullen krijgen.
De Heer gaf president Brigham Young op 14 januari 1847 in Winter Quarters een krachtige openbaring.27 Deze openbaring is een klassiek voorbeeld van hoe de Heer zijn volk voorbereidt op hetgeen zal komen. De getrouwe heiligen waren begonnen aan hun uittocht om toevlucht te zoeken tussen de bergen in de Salt Lake Valley. Ze hadden de Nauvootempel gebouwd en heilige heilsverordeningen ontvangen. Ze waren uit Missouri verdreven, en hun vervolgers hadden ze in een vreselijke strenge winter uit Nauvoo gedreven. De openbaring aan Brigham bevatte praktische raad aangaande de voorbereiding op de uittocht. De Heer benadrukte in het bijzonder de zorg voor de armen, de weduwen, de vaderlozen en de gezinnen van hen die in het Mormoons Bataljon in dienst waren terwijl de hoofdgroep heiligen deze gevaarlijke reis aflegde.
Naast ander advies om rechtschapen te leven, benadrukte de Heer twee beginselen die vandaag de dag nog steeds van toepassing zijn.
Ten eerste moedigde Hij hen aan om ‘de Heer met gezang, met muziek, met dans en met een gebed van lofprijzing en dankzegging’ te loven.28
Ten tweede gaf de Heer de raad: ‘Indien u bedroefd bent, roep de Heer, uw God, met een smeekgebed aan, opdat uw ziel vreugdevol zal zijn.’29
Deze twee aansporingen zijn goede raad voor onze tijd. Mensen die een leven vol lofprijzing, muziek en dankzegging leiden, worden bijzonder gezegend. Vreugdevol zijn en door gebed op hemelse hulp vertrouwen is een krachtige manier om vredige volgelingen van Christus te zijn. Als we ernaar streven goede moed te hebben, raakt onze geest minder snel ontmoedigd.
Een regel uit een doordringende lofzang brengt het ultieme antwoord prachtig over: ‘Voor d’aardse smarten biedt troost onze Heer.’30
Als apostel van de Heer Jezus Christus getuig ik dat ‘vredige volgelingen van Christus’ innerlijke vrede in dit leven vinden en dat hun een glorieus weerzien in de hemel te wachten staat. Ik getuig met zekerheid van de goddelijkheid van de Heiland en de werkelijkheid van zijn verzoening. Hij is onze Heiland en Verlosser. In de naam van Jezus Christus. Amen.