Algemene conferentie
In een verbondsrelatie met Christus wandelen
Algemene oktoberconferentie 2023


In een verbondsrelatie met Christus wandelen

Hij, voor ons gewond en doorboord, laat toe dat wij het sterfelijk leven ervaren, maar Hij vraagt ons niet om die moeilijkheden alleen het hoofd te bieden.

Mijn goede vriend Ilan vertelde mij een keer over een pad in Israël. ‘Het wordt het Jezuspad genoemd,’ zei hij, ‘omdat Jezus vermoedelijk dit pad van Nazareth naar Kapernaüm heeft bewandeld.’ Ik besloot ter plekke dat ik dat pad ook wilde bewandelen, dus ik begon een reis naar Israël te plannen.

Zes weken voor de reis brak ik mijn enkel. Mijn man maakte zich zorgen over de blessure; ik vroeg me vooral af hoe ik een maand later het Jezuspad zou kunnen bewandelen. Ik ben nogal koppig, dus ik annuleerde de vliegtickets niet.

Ik weet nog dat we op die prachtige morgen in juni onze Israëlische gids ontmoetten. Ik kwam uit het busje met twee krukken en een kniestep. Mya, onze gids, wierp een blik op mijn gips en zei: ‘Eh, ik denk niet dat u in die toestand het pad kunt bewandelen.’

‘Misschien niet,’ antwoordde ik, ‘maar niets houdt me tegen om het te proberen.’ Ze knikte even en we gingen van start. Ik vond dat geweldig van haar, dat ze geloofde dat ik gebroken het pad kon bewandelen.

Ik baande me een tijdje zelf een weg over het steile pad en de keien. Toen haalde Mya, geraakt door mijn oprechte toewijding, een dun touw tevoorschijn, maakte dat vast aan het stuur van mijn step en begon te trekken. Ze trok me de heuvels op, door citroenboomgaarden en langs de oevers van het Meer van Galilea. Aan het einde van de tocht uitte ik mijn dankbaarheid voor mijn lieve gids die mij had geholpen iets te bereiken wat ik nooit zelf had kunnen doen.

Toen de Heer Henoch riep om door het land te trekken en van Hem te getuigen, aarzelde Henoch.1 Hij was nog maar een jongen, en spreken viel hem zwaar. Hoe kon hij in die toestand dat pad bewandelen? Hij werd verblind door wat in hem gebroken was. Het antwoord van de Heer op wat hem belemmerde, was eenvoudig en direct: ‘Wandel met Mij.’2 Net zoals Henoch moeten wij bedenken dat Hij, voor ons gewond en doorboord,3 toelaat dat wij het sterfelijk leven ervaren, maar dat Hij ons niet vraagt om die moeilijkheden alleen het hoofd te bieden.4 Hoe heftig ons verhaal ook is, hoe ons pad momenteel ook loopt, Hij vraagt ons met Hem te wandelen.5

Denk eens aan de jonge man die in de problemen zat en de Heer in de wildernis ontmoette. Jakob was ver van huis gereisd. In de donkere nacht had hij een droom waar niet alleen een ladder in voorkwam, maar die ook belangrijke verbondsbeloftes bevatte, waaronder een die ik graag de vijfvingerige belofte noem.6 De Heer stond die nacht naast Jakob, stelde Zich voor als de God van Jakobs vader en beloofde:

  • Ik ben met je.

  • Ik zal je beschermen.

  • Ik zal je terug naar huis brengen.

  • Ik zal je niet verlaten.

  • Ik zal me aan mijn belofte aan jou houden.7

Jakob moest een keuze maken. Hij kon ervoor kiezen om gewoon te weten welke God zijn vader aanbad, of hij kon kiezen voor een toegewijde verbondsrelatie met Hem. Jaren later getuigde Jakob van een leven met de verbondsbeloftes van de Heer: ‘God […] antwoordde [mij] op de dag toen ik in nood was, en [is] met mij geweest op de weg die ik gegaan ben.’8 Net zoals bij Jakob, zal de Heer ons allemaal antwoorden op de dag dat wij in nood zijn als we ervoor kiezen om ons leven met dat van Hem te verbinden. Hij heeft beloofd om met ons het pad te bewandelen.

We noemen dit het verbondspad bewandelen – een pad dat begint bij het doopverbond en dat naar de diepgaandere verbonden leidt die we in de tempel sluiten. Misschien denkt u bij het horen van die woorden aan vinkjes. Misschien ziet u alleen een pad van vereisten. Maar als we beter kijken, zien we iets fascinerends. Een verbond draait niet alleen om een contract, hoewel dat ook belangrijk is. Het draait om een relatie. President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Het verbondspad draait allemaal om onze relatie met God.’9

Denk eens aan een huwelijksverbond. De trouwdag is belangrijk, maar de relatie die wordt ontwikkeld door daarna samen door het leven te gaan, is net zo belangrijk. Dat geldt ook voor een verbondsrelatie met God. Er zijn voorwaarden gesteld en er zullen onderweg verwachtingen zijn. En toch nodigt Hij ons allemaal uit om te komen zoals we kunnen, met een volmaakt voornemen van hart, en ‘voorwaarts [te] streven’10 met Hem aan onze zijde en met het vertrouwen dat we zijn beloofde zegeningen zullen ontvangen. In de Schriften worden we er vaak aan herinnerd dat die zegeningen op zijn tijd en op zijn manier komen: na 38 jaar,11 na 12 jaar,12 of meteen.13 Naar onze behoefte op het pad, zo geeft ons de Heer.14

Zijn zending is een zending van neerdalen. Jezus Christus ontmoet ons waar we zijn, zoals we zijn. Daarom waren de hof, het kruis en het graf nodig. De Heiland is gezonden om ons te helpen overwinnen.15 Maar de verlossing waar wij naar streven, komt niet als we blijven waar we zijn. De Heer liet Jakob niet achter in de modder, en Hij is ook niet van plan om iemand van ons te laten waar we zijn.

Zijn zending is ook een zending van opstijgen. Hij zal in ons werken16 om ons op te heffen naar waar Hij is, en door dat proces stelt Hij ons in staat om zoals Hij te worden. Jezus Christus is gekomen om ons te verheffen.17 Hij wil ons helpen meer te worden. Daarom hebben we de tempel nodig.

We moeten onthouden dat we niet alleen door de route worden verhoogd, maar door onze metgezel – onze Heiland. En daarom hebben we deze verbondsrelatie nodig.

Ik heb in Israël de Klaagmuur bezocht. Voor Joden is dit de heiligste plek in Israël. Die muur is het enige overblijfsel van hun tempel. De meesten dragen hun mooiste kleding wanneer ze deze heilige plek bezoeken; hun kledingkeuze is een symbool van hun toewijding aan hun relatie met God. Ze bezoeken de muur om in de Schriften te lezen, te aanbidden en hun gebeden uit te storten. De smeekbede om een tempel in hun midden neemt hun gedachten en gebeden elke dag in beslag, dit verlangen naar een huis van verbonden. Ik heb bewondering voor hun toewijding.

Toen ik uit Israël thuiskwam, ging ik aandachtiger luisteren naar de gesprekken over verbonden die ik om me heen hoorde. Ik merkte op dat mensen vroegen: Waarom zou ik een verbondspad bewandelen? Moet ik een huis binnengaan om verbonden te sluiten? Waarom zou ik het heilige garment dragen? Moet ik tijd investeren in een verbondsrelatie met de Heer? Het antwoord op deze goede en belangrijke vragen is eenvoudig: dat hangt af van de mate waarin we een relatie met Jezus Christus willen hebben.18 Wij zullen allemaal ons eigen antwoord op deze zeer persoonlijke vragen moeten ontdekken.

Dit is mijn antwoord: ik bewandel dit pad als ‘geliefde dochter van hemelse Ouders’,19 die door God wordt gekend20 en die diep wordt vertrouwd.21 Als kind van het verbond kom ik in aanmerking om beloofde22 zegeningen te ontvangen. Ik heb ervoor gekozen23 om met de Heer te wandelen. Ik ben geroepen24 om als getuige van God op te treden. Wanneer ik op het pad word overmand, word ik gesterkt25 met instaatstellende genade. Elke keer dat ik zijn huis binnenstap, ervaar ik een diepgaandere verbondsrelatie met Hem. Ik ben geheiligd26 door zijn Geest, begiftigd27 met zijn macht, en aangesteld28 om zijn koninkrijk op te bouwen. Door een proces van dagelijkse bekering en wekelijkse deelname aan het avondmaal leer ik om standvastig29 te zijn en om goed te doen.30 Ik bewandel dit pad met Jezus Christus en kijk uit naar de beloofde dag van zijn wederkomst. Dan zal ik als de zijne verzegeld31 worden en als heilige32 dochter van God worden verheven.

Daarom bewandel ik het verbondspad.

Daarom houd ik vast aan verbondsbeloftes.

Daarom ga ik zijn verbondshuis binnen.

Daarom draag ik het heilige garment als voortdurende herinnering.

Omdat ik een toegewijde verbondsrelatie met Hem wil hebben.

Misschien wilt u dat ook. Begin waar u bent.33 Laat u niet door uw omstandigheden belemmeren. Bedenk dat uw tempo of plaats op het verbondspad niet zo belangrijk is als uw vooruitgang.34 Vraag iemand die u vertrouwt, iemand die op het verbondspad is, om u voor te stellen aan de Heiland die hij of zij heeft leren kennen. Kom meer over Hem te weten. Investeer in de relatie door verbonden met Hem te sluiten. Uw leeftijd en toestand doen er niet toe. U kunt met Hem wandelen.

Nadat we het Jezuspad hadden uitgewandeld, nam Mya haar touw niet terug. Ze liet het aan mijn step hangen. De daaropvolgende dagen hebben mijn tienerneefjes en hun vriend me om de beurt door de straten van Jeruzalem getrokken.35 Ze zorgden ervoor dat ik de verhalen over Jezus niet misliep. Ze herinnerden mij aan de kracht van de opkomende generatie. We kunnen wat van jullie leren. Jullie hebben een oprecht verlangen om de gids, Jezus Christus, te leren kennen. Jullie vertrouwen erop dat het touw dat ons met Hem verbindt sterk is. Jullie hebben een bijzondere gave om anderen tot Hem te vergaderen.36

Gelukkig bewandelen we dit pad samen en kunnen we elkaar onderweg aanmoedigen.37 Als we onze persoonlijke ervaring met Christus delen, versterken we onze persoonlijke toewijding. Daarvan getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Het volk van Henoch was afgedwaald, ze hadden Christus verloochend en ze waren bij zichzelf in het duister te rade gegaan (zie Mozes 6:27–28). In een tijd waarin hij zijn vertrouwen in de mensheid had verloren, wendde Henoch zich tot de Heer om leiding. Deze oproep aan Henoch doet de Heer aan ons allemaal: ‘Wandel met Mij’ (Mozes 6:34; zie ook Mattheüs 11:28). Maar misschien weet u net als Henoch niet zeker of u dit pad in uw toestand wel kunt bewandelen. Misschien voelt u zich op de een of andere manier belemmerd. Misschien is onze toestand juist de reden dat we het verbondspad moeten bewandelen, omdat we ergens door belemmerd worden en zijn hulp nodig hebben.

  2. Zie Mozes 6:23–34.

  3. Zie ‘Jezus van Nazaret, Heiland en Heer’, Lofzangen, nr. 121.

  4. Zie Ether 12:27.

  5. Zie Mattheüs 11:28–30.

  6. Mijn dochters willen elke ochtend hun kinderen (mijn kleinkinderen) deze vijfvingerige belofte influisteren – een herinnering aan een Vader in de hemel die ons op goddelijke wijze kent.

  7. Zie Genesis 28:10–22. Het verbond van Abraham was die nacht ook een belangrijk aandachtspunt. Deze elementen van het verbond van Abraham spelen een belangrijke rol in ons leven en in het evangelie van Jezus Christus: (1) de belofte van een eeuwig erfgoed (vers 13); (2) eeuwig nageslacht (vers 14); en (3) de zegening en verantwoordelijkheid om alle volken van de aarde tot zegen te zijn (vers 14).

  8. Genesis 35:3; cursivering toegevoegd. Jakobs ouders stuurden hem weg van huis om afstand te nemen van Ezau, die had gedreigd hem te doden, en zodat hij iemand kon ontmoeten met wie hij binnen het verbond kon trouwen (zie Genesis 27:41–45; 28:1–2, 5).

  9. Russell M. Nelson, ‘Het eeuwigdurend verbond’, Liahona, oktober 2022, 11.

  10. 2 Nephi 31:20.

  11. Zie Johannes 5:5, het verhaal van het bad van Bethesda.

  12. Zie Markus 5:25, het verhaal van de vrouw die het bovenkleed van Christus aanraakte.

  13. Zie Mattheüs 14:31, het verhaal van Petrus die op het water loopt.

  14. Zie ‘O, vast als een rotssteen’, Lofzangen, nr. 53.

  15. Zie 1 Nephi 11:16–33.

  16. Zie Filippenzen 1:6; 2:13; Woorden van Mormon 1:7.

  17. Zie Johannes 12:32.

  18. Een pad wordt vaak afgebakend met belangrijke kenmerken, zoals wegwijzers of kilometerpaaltjes. Daardoor kunnen we zien of we op het juiste pad zijn en of we de goede richting op gaan. Een relatie kan ook met belangrijke kenmerken worden vormgegeven. Enkele van deze kenmerken zijn verwachting (zie Jeremia 29:11; Leer en Verbonden 132:7); onderworpenheid (zie Mosiah 3:19; Alma 7:23; 13:28); nederigheid; gehoorzaamheid; geduld; toegeeflijkheid; vertrouwen (zie Spreuken 3:5); en liefde (zie Romeinen 8:31–39).

  19. Jongevrouwenthema’, Evangeliebibliotheek, cursivering toegevoegd; zie ook Bonnie H. Cordon, ‘Geliefde dochters’, Liahona, november 2019, 67.

  20. Zie Johannes 4:1–29, het verhaal van de vrouw bij de bron.

  21. Zie Alma 38:1–3.

  22. Zie Numeri 6:23–27.

  23. Zie Jozua 24:22.

  24. Zie Leer en Verbonden 25:3, het verhaal van Emma Smith.

  25. Zie 1 Korinthe 15:9–10.

  26. Zie 2 Kronieken 20:1–17, in het bijzonder vers 14.

  27. Zie Leer en Verbonden 109:1–46.

  28. Zie 1 Samuel 16:11–13.

  29. Zie Esther 4:16, het verhaal van Esther.

  30. Zie Handelingen 10:38.

  31. Zie Jesaja 43:1–5.

  32. Zie Deuteronomium 28:1–9.

  33. Een goede vriendin wees me erop dat een oproep om te handelen in elke relatie belangrijk is.

  34. Gesprek met Kristen Olsen, september 2023.

  35. Bedankt Mack Oswald, Camden Oswald, Ashton Matheny en Jack Butler dat jullie mij hebben getrokken.

  36. ‘U herinnert zich dat ik de jeugd van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen heb uitgenodigd om zich aan te melden bij het jeugdbataljon van de Heer om zich in te zetten voor het grootste werk op aarde in deze tijd: de vergadering van Israël. Ik heb onze jeugd deze uitnodiging gegeven omdat ze een bijzonder talent hebben om contact met anderen te maken en overtuigend te vertellen wat ze geloven.’ (Russell M. Nelson, ‘Getuigen, Aäronische-priesterschapsquorums en jongevrouwenklassen’, Liahona, november 2019, 39.)

  37. ‘Het koninkrijk van God […] is als een belegerde stad die aan alle kanten wordt omringd door de dood. Iedereen moet zijn eigen plek op de muur verdedigen en niemand kan de plek van een ander innemen, maar “niets houdt ons tegen om elkaar aan te moedigen”.’ (Martin Luther, in Lewis William Spitz, The Renaissance and Reformation Movements [1987], 335.)