Algemene conferentie
Ere de man
Algemene oktoberconferentie 2023


Ere de man

Dankzij Joseph Smith, de profeet van deze laatste bedeling, zijn we overvloedig gezegend met alles wat we weten.

Geliefde broeders en zusters, het is mij een eer om vanochtend bij u te zijn. Ik bid dat de Heer me zal zegenen.

Mijn ogen zijn niet zo best meer. Toen ik naar de oogarts ging, zei ik: ‘Ik kan de teleprompter niet zien.’

Zij zei: ‘Uw ogen zijn nu eenmaal oud. Dat verandert niet meer.’

Dus ga ik mijn best doen.

Ik wil graag enkele punten bespreken die me bezighouden. De afgelopen maanden heb ik veel aan de profeet Joseph gedacht. Ik heb nagedacht over zijn heerlijke taak om de profeet van deze bedeling van de volheid der tijden te worden.

Ik denk dat wij als leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen heel dankbaar mogen zijn dat Joseph Smith, een jongen die wilde weten wat hij moest doen om vergeving van zijn zonden te krijgen, de moed vond om in een bos bij zijn huis in Palmyra (New York, VS) in gebed neer te knielen en – naar eigen zeggen – voor het eerst hardop te bidden (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:14).

Bij die gelegenheid, toen Joseph neerknielde in wat wij het heilige bos noemen, gingen de hemelen open. Twee Personen, helderder dan de middagzon, verschenen aan hem. Een van Hen sprak tot hem, en zei: ‘[Joseph,] dit is mijn geliefde Zoon. Hoor Hem!’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:17.) Zo begon de herstelling van de volheid van het eeuwige evangelie van Jezus Christus.

Omdat Jezus, onze Heiland en Verlosser, tot de jonge Joseph sprak en deze huidige bedeling inluidde, zingen wij: ‘Ere de man tot wie sprak weer Jehova’ (‘Ere de man’, Lofzangen, nr. 24). We danken de Heer voor Joseph Smith en voor zijn moed om in 1820 naar dat bos bij zijn huis in Palmyra te gaan.

Ik heb nagedacht over alle geweldige dingen die wij nu weten en hebben. Geliefde broeders en zusters, ik getuig tot u dat wij dankzij Joseph Smith, de profeet van deze laatste bedeling, overvloedig zijn gezegend met alles wat we weten.

Wij weten wat het doel van ons leven is en wie wij zijn.

Dankzij Joseph, die naar het bos ging om vergeving van zijn zonden te krijgen, weten we wie God is, en weten we wie de Heiland is.

Een van de prachtigste en wonderbaarlijkste dingen die iemand in deze wereld kan weten, is dat onze hemelse Vader en de Heer Jezus Christus Zich in deze laatste dagen hebben geopenbaard en dat Joseph is geroepen en gemachtigd om de volheid van het eeuwige evangelie van Jezus Christus te herstellen.

We hebben het Boek van Mormon. Het Boek van Mormon is een prachtig geschenk voor de leden van de kerk. Het is een nadere getuige, eveneens een testament dat Jezus de Christus is. We hebben het omdat Joseph waardig was om de platen te ontvangen, vanuit de hemel werd geïnspireerd om ze door de gave en macht van God te vertalen en het boek aan de wereld te geven.

Hoewel mijn boodschap eenvoudig is, is die tegelijkertijd diepzinnig en vol liefde voor de profeet Joseph Smith en voor allen, mijn broeders en zusters, die hem hebben geholpen en bereid waren om hem in zijn jeugd te steunen.

Ik wil graag hulde brengen aan zijn moeder. Ik heb het altijd geweldig gevonden dat Josephs moeder, Lucy Mack Smith, hem geloofde toen hij uit het heilige bos thuiskwam en haar vertelde wat er was gebeurd.

Ik ben ook dankbaar voor zijn vader, zijn broers en zussen en andere familieleden die hem hebben geholpen bij deze enorme taak die de Heer op zijn schouders had gelegd: om de profeet te worden die de volheid van het eeuwige evangelie van Jezus Christus op aarde zou herstellen.

Ik geef u mijn getuigenis dat Jezus Christus de Heiland en Verlosser van de wereld is. Ik weet ook dat onze hemelse Vader en de Heer Jezus Christus aan Joseph zijn verschenen, met hem hebben gesproken, en hem hebben voorbereid op het profeetschap.

Ik ben verwonderd, en ik weet zeker dat velen van u dat ook zijn, dat we gezegend zijn met zoveel kennis over ons doel in het leven, waarom we hier zijn, en wat we in ons dagelijks leven moeten doen en bereiken. We proberen elke dag een beetje beter te worden, een beetje vriendelijker te zijn, een beetje beter voorbereid te zijn op die dag, die zeker zal komen, waarop we bij onze hemelse Vader en de Heer Jezus Christus zullen terugkeren.

Dat komt voor mij steeds dichterbij. Ik word binnenkort 95 jaar. Mijn kinderen vinden me soms veel ouder, maar dat geeft niet. Ik doe mijn best.

Broeders en zusters, ik heb bijna 50 jaar lang het voorrecht gehad om als algemeen autoriteit van de kerk over de hele wereld te reizen. Dat is een enorme zegen geweest. Ik denk dat ik in bijna alle delen van de wereld ben geweest. Ik heb over de hele wereld leden van de kerk ontmoet.

O, ik heb u zo lief. Het was zo fijn om uw gezichten te zien, bij u te zijn, en de liefde te voelen die u voor de Heer en voor de herstelling van het evangelie van Jezus Christus hebt.

Moge onze hemelse Vader over ons waken en het verloop van deze conferentie zegenen. Mogen wij de Geest van de Heer in ons hart hebben, en moge onze liefde voor het evangelie van Jezus Christus – onze dierbare Heiland, de Heer Jezus Christus – toenemen terwijl we ernaar streven Hem te dienen en zijn geboden te onderhouden en meer op Hem te lijken, als gevolg van het bijwonen van de algemene conferentie. Moge God u zegenen, waar u zich ook bevindt. Moge de Geest van de Heer bij ons zijn. Mogen wij de macht van de hemel voelen nu we samen deze conferentiebijeenkomst bijwonen.

Ik geef u mijn getuigenis dat Jezus de Christus is. Hij is onze Heiland en Verlosser. Hij is onze beste vriend. In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.