Algemene conferentie
Gods gezin door een overzichtslens bekijken
Algemene oktoberconferentie 2023


Gods gezin door een overzichtslens bekijken

Ik denk dat we door het oog van het geloof kunnen uitzoomen en onszelf en ons gezin met hoop en vreugde kunnen bekijken.

Toen onze jongste dochter, Berkeley, nog klein was, ging ik een leesbril dragen die alles groter maakte. Op een dag waren we samen aan het lezen en keek ik naar haar met liefde maar ook met verdriet, want ze leek ineens zo groot. Ik dacht: Waar is de tijd gebleven? Wat is ze gegroeid!

Toen ik mijn leesbril afzette om een traan weg te pinken, besefte ik: O wacht, ze is helemaal niet groter, het komt door deze bril! Laat maar zitten!

Soms zien we alleen die ingezoomde, uitvergrote weergave van onze dierbaren. Vanavond moedig ik u aan om uit te zoomen en door een andere lens te kijken – een eeuwige lens die een groter plaatje, uw hele verhaal, laat zien.

In de beginjaren van de ruimtevaart hadden de onbemande raketten geen ramen. Maar tegen de tijd dat Apollo 8 naar de maan vloog, hadden de astronauten wel een raam. In de ruimte hadden ze een indrukwekkend uitzicht op de aarde en maakten ze deze spectaculaire, wereldberoemde foto. De ervaring van deze astronauten was krachtig genoeg om een eigen naam te krijgen: het overzichtseffect.

Afbeelding
De aarde vanuit de ruimte.

NASA

Als we iets vanuit een andere hoek bekijken, verandert alles. Een ruimtevaarder heeft gezegd dat ‘dingen worden verkleind tot een grootte waardoor alles hanteerbaar lijkt. […] We kunnen het. Vrede op aarde? Geen probleem. Het geeft mensen een soort energie, […] een soort kracht.’1

Wij hebben als mens een aards oogpunt, maar God overziet het hele heelal. Hij ziet de hele schepping, ons allemaal, en is vol hoop.

Is het mogelijk om te gaan zien zoals God ziet terwijl we op dit aardoppervlak leven – om dat gevoel van overzicht te krijgen? Ik denk dat we door het oog van het geloof kunnen uitzoomen en onszelf en ons gezin met hoop en vreugde kunnen bekijken.

Dat staat ook in de Schriften. Moroni spreekt over hen ‘wier geloof zo buitengewoon sterk was’, dat zij ‘werkelijk [zagen] met het oog van het geloof, […] en zij waren verblijd’.2

Met hun ogen op de Heiland gericht, hadden ze vreugde en kenden ze deze waarheid: dankzij Christus komt alles in orde. Alles waar u, en u, en u zich zorgen over maakt, komt allemaal goed! En zij die met het oog van het geloof zien, kunnen nu ook al voelen dat het goed komt.

In mijn laatste jaar op de middelbare school had ik het moeilijk en maakte ik geen goede keuzes. Ik weet nog dat ik mijn moeder zag huilen en me afvroeg of ik haar had teleurgesteld. Ik was bang dat haar tranen betekenden dat ze de hoop had opgegeven; en als zij geen hoop voor me had, was er misschien geen weg terug.

Maar mijn vader kon goed uitzoomen en naar de lange termijn kijken. Hij had uit ervaring geleerd dat bezorgdheid wel op liefde lijkt, maar niet hetzelfde is.3 Met het oog van het geloof zag hij dat het allemaal goed zou komen, en zijn hoopvolle benadering veranderde mij.

Toen ik mijn middelbareschooldiploma had gehaald en naar de BYU ging, stuurde mijn vader me brieven om me eraan te herinneren wie ik was. Hij werd mijn supporter, en iedereen heeft een supporter nodig. Niet iemand die zegt: ‘Je rent niet hard genoeg’, maar iemand die je er liefdevol aan herinnert dat je het kunt.

Mijn vader deed zoals Lehi in zijn droom. Net als Lehi wist hij dat je je dierbaren die zich verloren voelen niet moet opjagen. ‘Je blijft waar je bent en je roept ze. Je gaat naar de boom, blijft bij de boom, blijft van de vrucht eten, blijft glimlachend je dierbaren wenken, en laat ze door je voorbeeld zien dat je gelukkig wordt als je van de vrucht eet!’4

Dat beeld heeft me geholpen op moeilijke momenten waarop ik bij de boom sta, van de vrucht eet en huil omdat ik me zorgen maak. En heeft dat echt zin? Laten we in plaats daarvan voor hoop kiezen – hoop in onze Schepper en hoop in elkaar, waardoor ons vermogen om beter te worden wordt gevoed.

Na het overlijden van ouderling Neal A. Maxwell vroeg een journalist aan zijn zoon wat hij het meest zou missen. Hij noemde de etentjes bij zijn ouders thuis, omdat hij na afloop altijd het gevoel had dat zijn vader in hem geloofde.

Rond die tijd kwamen onze volwassen kinderen ook zondags met hun huwelijkspartners bij ons eten. Ik merkte dat ik gedurende de week lijstjes begon te maken van dingen die ik zondags tegen ze zou kunnen zeggen, zoals: ‘Probeer thuis meer met de kinderen te helpen’ of ‘Vergeet niet goed te luisteren’.

Toen ik het antwoord van broeder Maxwell las, vergat ik mijn lijstjes en snoerde ik die kritische stem de mond, zodat ik me elke week in die korte tijd met mijn volwassen kinderen kon richten op de vele positieve dingen die ze al deden. Toen onze oudste zoon, Ryan, een paar jaar later overleed, was ik dankbaar dat onze tijd samen gelukkig en positief was geweest.

We kunnen onszelf vóór interacties met een dierbare deze vraag stellen: Is wat ik wil doen of zeggen nuttig of kwetsend? Onze woorden zijn superkrachten, en gezinsleden zijn als menselijke krijtborden die voor ons staan en zeggen: ‘Schrijf op wat je van me vindt!’ Deze bedoelde en onbedoelde boodschappen moeten hoopvol en bemoedigend zijn.5

Het is niet onze taak om anderen die een moeilijke tijd doormaken te vertellen dat ze slecht of teleurstellend zijn. Op zeldzame momenten kunnen we ons geïnspireerd voelen om te corrigeren, maar laten we onze dierbaren vooral in woord en daad meegeven wat ze willen horen: ‘Ons gezin voelt compleet aan omdat jij er onderdeel van uitmaakt.’ ‘Je zult je hele leven geliefd zijn, wat er ook gebeurt.’

Soms hebben we meer behoefte aan medeleven dan advies; aan een luisterend oor dan aan een preek. We hebben iemand nodig die luistert en zich afvraagt: wat voor gevoel schuilt er achter die woorden?

Bedenk dat gezinnen een door God geschonken laboratorium zijn waar we dingen uitzoeken. Daarom zijn misstappen en vergissingen niet alleen mogelijk, maar waarschijnlijk. Zou het niet interessant zijn als we aan het eind van ons leven konden zien dat we juist door deze relaties, zelfs op die moeilijke momenten, het meest op onze Heiland zijn gaan lijken? Elke moeilijke interactie is een gelegenheid om op een dieper niveau – een goddelijk niveau – te leren liefhebben.6

Laten we uitzoomen om gezinsrelaties te zien als een krachtig hulpmiddel om ons de lessen te leren waarvoor we hier zijn gekomen terwijl we ons tot de Heiland wenden.

Laten we eerlijk zijn: in deze gevallen wereld is het niet mogelijk om een volmaakte huwelijkspartner, ouder, zoon of dochter, kleinkind, mentor of vriend te zijn, maar er zijn wel een miljoen manieren om een goede te zijn.7 Laten we bij de boom blijven, deel hebben aan de liefde van God, en die delen. Door de mensen om ons heen te verheffen, klimmen we samen omhoog.

Helaas is de herinnering aan het eten van de vrucht niet genoeg; we moeten er steeds opnieuw van nemen om onze lens opnieuw in te stellen en verbinding te maken met het hemelse overzicht door de Schriften, die vol licht zijn, open te slaan om de duisternis te verdrijven; door op onze knieën te blijven tot ons nonchalante gebed machtig wordt. Op die manier wordt ons hart verzacht en gaan we zien zoals God ziet.

In deze laatste dagen heeft het grootste werk dat we zullen doen wellicht betrekking op onze dierbaren – goede mensen in een goddeloze wereld. Onze hoop verandert de manier waarop zij zichzelf en hun ware identiteit zien. En door deze lens van liefde zien ze wie ze zullen worden.

Maar de tegenstander wil niet dat wij en onze dierbaren samen naar huis terugkeren. En omdat we op een planeet leven die door tijd en een beperkt aantal jaren is gebonden,8 probeert hij een zeer reëel gevoel van paniek bij ons in stand te houden. Wanneer we hebben ingezoomd, zien we niet goed dat onze richting er meer toe doet dan onze snelheid.

Onthoud: ‘Als je snel wilt gaan, ga dan alleen. Als je ver wilt gaan, ga dan samen.’9 Gelukkig is de God die we aanbidden niet door tijd gebonden. Hij ziet wie onze dierbaren echt zijn en wie wij echt zijn.10 Daarom heeft Hij geduld met ons en hoopt Hij dat wij ook geduld met elkaar zullen hebben.

Ik geef toe dat er momenten zijn waarop de aarde, onze tijdelijke woonplaats, als een eiland van verdriet aanvoelt – momenten waarop ik één oog van het geloof heb en het andere oog huilt.11 Kent u dat gevoel?

Ik had het dinsdag nog.

Zullen we in plaats daarvan kiezen voor de gelovige houding van onze profeet, die wonderen in ons gezin belooft? Als we dat doen, zal onze vreugde toenemen, ook als de onrust toeneemt. Hij belooft ons dat we nu een overzichtseffect kunnen beleven, ongeacht onze omstandigheden.12

Als we nu dit oog van het geloof hebben, is dat een hernieuwing of echo van het geloof dat we hadden voordat we naar deze planeet kwamen. Het kijkt verder dan de onzekerheid van het moment, waardoor we ‘blijmoedig alle dingen [kunnen] doen die binnen ons vermogen liggen, en [dan] stilhouden’.13

Maakt u zich momenteel zorgen over iets waarvoor misschien geen oplossing is? Zonder het oog van het geloof lijkt het misschien alsof God het overzicht verloren is. Maar is dat waar?

Misschien is uw grote angst dat u deze moeilijke tijd helemaal alleen moet doormaken. Dat zou betekenen dat God u heeft verlaten. Maar is dat waar?

Ik getuig dat de Heiland dankzij zijn verzoening het vermogen heeft om al uw nachtmerries in een zegen te veranderen. Hij heeft ons ‘met een onveranderlijk verbond’ beloofd dat als we ernaar streven Hem lief te hebben en te volgen, ‘alle dingen waarmee [wij zijn] bezocht, zullen samenwerken voor [ons] welzijn’.14 Alle dingen.

En omdat we kinderen van het verbond zijn, kunnen we nu om dat hoopvolle gevoel vragen!

Hoewel ons gezin niet volmaakt is, kunnen we onze liefde voor anderen vervolmaken totdat die een constante, onveranderlijke en onvoorwaardelijke liefde wordt – liefde die verandering ondersteunt en groei en terugkeer toelaat.

Het is het werk van de Heiland om onze dierbaren terug te brengen. Het is zijn werk en zijn timing. Het is onze taak om hoop te bieden en ons hart open te stellen. ‘We hebben noch [Gods] gezag om te veroordelen noch zijn macht om te verlossen, maar we hebben wel het gezag gekregen om zijn liefde uit te oefenen.’15 President Nelson heeft ook gezegd dat mensen meer behoefte hebben aan onze liefde dan ons oordeel. ‘Ze moeten de reine liefde van Jezus Christus in [onze] woorden en daden proeven.’16

Liefde kan iemands hart veranderen. Liefde is de zuiverste beweegreden, en mensen kunnen dat voelen. Laten we vasthouden aan deze profetische woorden van vijftig jaar geleden: ‘Geen enkel gezin is een mislukking, tenzij we de moed opgeven.’17 Wie het meest en langst liefhebben, zullen zeker overwinnen!

In aardse gezinnen doen we eenvoudigweg wat God voor ons heeft gedaan: we wijzen de weg en hopen dat onze dierbaren die richting zullen inslaan. Maar we beseffen dat ze zelf het pad kiezen dat ze gaan bewandelen.

En wanneer ze naar de andere kant van de sluier gaan en dichter bij de liefdevolle aantrekkingskracht van hun hemelse thuis komen,18 geloof ik dat het vertrouwd zal aanvoelen door de manier waarop ze hier zijn liefgehad.

Laten we die overzichtslens gebruiken en de mensen die we liefhebben en met wie we samenleven als metgezellen op deze prachtige planeet beschouwen.

U en ik? We kunnen het! Wij kunnen volhouden en blijven hopen! Wij kunnen bij de boom blijven, met een glimlach van de vrucht nemen, en het licht van Christus in onze ogen laten schijnen zodat anderen er in hun donkerste tijden op kunnen rekenen. Als ze het licht in ons gezicht zien, zullen ze ertoe aangetrokken worden. We kunnen ze helpen hun aandacht weer te richten op de oorspronkelijke bron van liefde en licht, ‘de blinkende Morgenster’, Jezus Christus.19

Ik getuig dat dit alles zoveel beter zal uitpakken dan wij ons ooit kunnen voorstellen! Mogen wij met een oog van het geloof op Jezus Christus inzien dat alles uiteindelijk goed zal komen, en nu al voelen dat het goed komt. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Anousheh Ansari, in ‘The Overview Effect and Other Musings on Earth and Humanity, according to Space Travelers’, cocre.co.

  2. Ether 12:19; cursivering toegevoegd.

  3. Zie Jody Moore, ‘How to Say Hard Things’, Better than Happy (podcast), 18 september 2020, aflevering 270.

  4. Ronald E. Bartholomew, met toestemming gebruikt; zie ook 1 Nephi 8:10; 11:21–22.

  5. Zie James D. MacArthur, ‘The Functional Family’, Marriage and Families, jaargang 16 (2005), 14.

  6. Dit wordt mogelijk als we ‘bid[den] tot de Vader met alle kracht van [ons] hart dat [we] met die liefde […] vervuld [zullen] zijn’ (Moroni 7:48).

  7. Parafrase van een uitspraak toegeschreven aan Jill Churchill.

  8. Zie Richard Eyre, Life before Life: Origins of the Soul … Knowing Where You Came from and Who You Really Are (2000), 107.

  9. Traditioneel gezegde.

  10. Zie Leer en Verbonden 93:24, 26.

  11. Zie Robert Frost, ‘Birches’, in Mountain Interval (1916), 39.

  12. Zie Russell M. Nelson, ‘Vreugde en geestelijk overleven’, Liahona, november 2016, 81–84; zie ook Russell M. Nelson, ‘Laat God zegevieren’, Liahona, november 2020, 92–95.

  13. Leer en Verbonden 123:17.

  14. Leer en Verbonden 98:3; cursivering toegevoegd.

  15. Wayne E. Brickey, Inviting Him In: How the Atonement Can Change Your Family (2003), 144.

  16. Zie Russell M. Nelson, ‘Vredestichters gezocht’, Liahona, mei 2023, 100.

  17. Leringen van kerkpresidenten: Harold B. Lee (2000), 134.

  18. Zie Paul E. Koelliker, ‘Hij heeft ons waarlijk lief’, Liahona, mei 2012, 18.

  19. Openbaring 22:16.