Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 14: Wetsgetrouwe burgers


Hoofdstuk 14

Wetsgetrouwe burgers

Wij moeten de wetten van God en de mens gehoorzamen, ons lidmaatschap in de kerk en ons burgerschap in ons land respecteren.

Uit het leven van Joseph F. Smith

President Joseph F. Smith is zijn hele leven een voorbeeld van een goede burger geweest die de samenleving diende. Van 1865 tot 1882 is hij verschillende termijnen werkzaam geweest als wetgever in het territoriale wetgevende lichaam van Utah; in 1867 was hij lid van de gemeenteraad; en hij maakte deel uit van het congres dat in 1895 de grondwet van de staat Utah opstelde.

President Smith, die het geweld van de benden tegen Nauvoo had gezien, heeft vaak gesproken over het belang van de wet in een beschaafde samenleving. Zijn raadgevers in het Eerste Presidium en hij spoorden de heiligen aan om de wet te gehoorzamen en wetsgetrouwe burgers te zijn, waar zij ook woonden, en hun regering trouw te zijn.1 Toen een regeringsfunctionaris eens een minachtende opmerking maakte over de grondwet van de Verenigde Staten, diende president Smith hem met deze woorden van repliek: ‘Heiligen der laatste dagen kunnen zo’n geest niet tolereren. Dat is anarchie. Het betekent vernietiging. Het is de geest van het bendewezen, en de Heer weet dat wij genoeg geleden hebben onder benden, en wij willen er geen last meer van hebben. (…) Wij kunnen ons niet veroorloven toe te geven aan die geest, of er zelfs maar in de minste mate aan bij te dragen. Wij behoren ons standvastig te verzetten tegen elke geest of soort minachting of gebrek aan respect voor de grondwet van ons land, en de grondwettelijke wetten van ons land.’2

Leringen van Joseph F. Smith

Een heilige der laatste dagen is zijn land trouw

Laten wij het goede doen, de wetten van God onderhouden en de wetten van de mens, ons lidmaatschap in het koninkrijk van God respecteren en ons burgerschap (…) in het land waar wij deel van uitmaken, dan zal God ons steunen en veilig houden, en zullen wij blijven groeien, zoals wij van het begin af aan gedaan hebben, behalve dan dat onze toekomstige groei sneller en groter zal zijn dan in het verleden.3

Leer uw kinderen de wet van God te respecteren en de wet van de staat [Utah], en de wet van ons land. Leer ze diegenen te respecteren en te eren die door het volk gekozen zijn om leiding te geven, het recht en de wet uit te voeren. Leer ze trouw te zijn aan hun land, trouw aan de rechtschapenheid, oprechtheid en eer, dan zullen ze opgroeien als mensen die uitverkoren zijn uit alle mensen in de wereld.4

Daadwerkelijk een heilige der laatste dagen zijn is een van de besten te zijn onder Gods volk of kinderen in de hele wereld. (…) Een goede heilige der laatste dagen zal een goede burger zijn, ongeacht of hij onderdaan is van Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Nederland, Duitsland of enig ander land in de wereld. Als hij een goede heilige der laatste dagen is, dan zal hij beslist een goede burger van het land zijn waar hij geboren is, en wat hij als zijn thuis heeft aangenomen. (…) Een burger van Gods koninkrijk zou een vooraanstaande plek moeten innemen onder de besten van Gods volk in de hele wereld.5

Ik bid niet alleen om de voorspoed van Zion, maar ook de voorspoed van ons land. Wij moeten altijd in gedachte houden dat wij niet alleen burger zijn van het koninkrijk van God, maar ook burger van (…) de staat waarin wij wonen. Wij zijn altijd zowel de staat als het land trouw geweest, en tevens de kerk van God. (…) Wij zijn bereid geweest om de oorlogen van ons land uit te vechten, zijn eer te verdedigen, zijn goede naam hoog en in stand te houden, en wij stellen voor om deze trouw aan ons land en ons volk tot het einde vol te houden.6

Als patriottisme en trouw eigenschappen zijn die in tijden van vrede tot uiting komen door een rechtvaardig, ingetogen, goed, nijver en deugdzaam leven; in tijden van beproeving door geduld, en met tegenstand alleen door wettige middelen tegen werkelijk of ingebeeld onrecht, en door uiteindelijke onderwerping aan de wetten van het land, hoewel dit leed en verdriet veroorzaakt; in tijden van oorlogdoor de bereidheid om de oorlog van het land uit te vechten - dan, dat lijdt geen twijfel, is het ‘mormoonse’ volk vaderlandslievend en trouw.7

De Here God almachtig zegene u. Mijn hart is vol zegen voor de heiligen der laatste dagen. Ik houd met heel mijn hart van iemand van wie ik weet dat hij een eerlijke, oprechte, ware, getrouwe heilige der laatste dagen is. Zo iemand is een van de beste burgers van welk land dan ook; hij is een goede burger van elk land, elke county, elke staat of elk volk, waar hij zich ook mag bevinden; en hij is een van de besten. Een echte heilige der laatste dagen is een goede echtgenoot, een goede vader, een goede buurman, een goede burger en in het algemeen een goed man.8

Rechtschapenheid verheft een volk

Het kenmerkende ‘mormoonse’ thuis is de tempel van het gezin. (…) Hier wordt in de morele voorschriften en godsdienstige waarheden onderricht en wordt er vriendelijk de hand aan gehouden. Gezamenlijk vormen die voorschriften en waarheden de rechtschapenheid die een volk verheft en de zonde afweert die een schande is voor elk volk. (…) Hier zijn onze zoons en dochters, onderwerp ze aan elke willekeurige vergelijkende proef: achting voor de waarheid, respect voor leeftijd, eerbied voor God, naastenliefde, trouw aan het vaderland, respect voor de wet, beschaafde manieren, en als laatste (…) reine gedachten en kuis gedrag. Het is beslist geen ongepaste eigendunk om te zeggen dat de generaties van ons volk, die geboren en getogen zijn in een ‘mormoons’ gezin, in gunstige zin een vergelijking doorstaan op het gebied van de christelijke deugden. En dat alles houdt een goed burgerschap in, voor elke willekeurige samenleving in dit of enig ander land.9

Het ‘mormonisme’ is er voor het welzijn van de wereld. Onze godsdienst onderwijst in de waarheid en prent zedelijke voorschriften in, bewaakt de reinheid thuis, respecteert het gezag en de regering, moedigt een opleiding aan, verhoogt man en vrouw, keurt misdaad af en is tegen elke vorm van tirannie - het ‘mormonisme’ streeft er dus naar de mensen te verheffen, en niet om de samenleving te vernietigen.10

Een goede heilige der laatste dagen is in alle opzichten een goede burger. Ik wil tot de jongemannen in onze gemeenschap zeggen: wees een voorbeeldige heilige der laatste dagen, laat je er door niets van weerhouden om te streven naar de hoogste functies die ons land je te bieden heeft. En heb je een hoge positie verworven, laat dan je deugd, je integriteit, je eerlijkheid, je capaciteit, je godsdienstige l^rihgen die je zijn ingeprent door je toegewijde ‘mormoonse’ moeder, ‘zo […] schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken’ [Matteüs 5:16].11

Moge de Heer onze regering zegenen en de machthebbers zo leiden dat zij doen wat rechtvaardig en aanvaardbaar is voor God en wat Hem behaagt.12

Wij houden ons aan de leer van een scheiding tussen kerk en staat

Door goddelijke openbaring wordt de kerkleden geboden (…): ‘Laat niemand de wetten des lands overtreden, want hij, die de wetten van God nakomt, behoeft de wetten van het land niet te overtreden’ [LV 58:21].13

Met betrekking tot de wetten van de kerk wordt er uitdrukkelijk gezegd: (…)

‘Ziet, de wetten, die gij van Mij hebt ontvangen, zijn de wetten der kerk, en in dit licht zult gij ze naar voren brengen’ [LV 58:23].

Dat wil zeggen, geen enkele wet of regel die door de kerk is vastgesteld, geen enkele openbaring die door de kerk is ontvangen, is afgekondigd voor de staat. De wetten en openbaringen die zijn ontvangen, zijn uitsluitend bedoeld voor het bestuur van de kerk.

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen houdt vast aan de leer van de scheiding tussen kerk en staat. Wij zijn tegen inmenging van het kerkelijk gezag in politieke aangelegenheden en zijn voor de absolute vrijheid en onafhankelijkheid van het individu in het nakomen van politieke plichten. Als er ooit iemand gedrag heeft vertoond dat niet overeenkomt met deze leerstelling, dan is dat een overtreding geweest van de gevestigde beginselen en het beleid van de kerk.

Wij verklaren dat wij er uit principe en volgens ons beleid de voorkeur aan geven dat er een absolute scheiding van kerk en staat bestaat; dat de kerk de staat niet domineert; dat de kerk zich niet mengt in de taken van de staat; dat de staat zich niet mengt in de taken van de kerk, noch de vrije godsdienstuitoefening in de weg staat; dat het individu volkomen vrij is van de overheersing van de politiek door het kerkelijk gezag; dat alle kerken voor de wet gelijk zijn.14

De kerk doet niet aan politiek; haar leden behoren naar eigen inzicht tot een politieke partij. (…) Zij worden niet gevraagd, en er wordt al helemaal niet vereist, om op deze of gene te stemmen. (…) Maar men kan hen hun rechten als burger niet onthouden, en daar is ook geen reden voor, want, over het algemeen, zijn ze zo trouw, zo serieus, zo goed opgeleid, zo eerlijk, zo nijver, zo deugdzaam, zo moreel, zo ijverig en zo waardig in elk ander opzicht als elke andere groep mensen in dit volk, of elders op aarde.15

Tot het koninkrijk van God komt, zijn wij onderworpen aan de bestaande machten

De Bijbel, die een van de geschreven normen van de ‘mormoonse’ kerk is, staat vol met voorspellingen en beloften aangaande de vestiging van goddelijke heerschappij op aarde, van de tijd waarin de hele aarde een periode van rechtvaardige regering zal meemaken. Christus zal koning worden en alle landen en volken moeten Hem dienen en gehoorzamen. Dat wordt letterlijk het koninkrijk van God. De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is opgericht ter voorbereiding van dat koninkrijk. Haar evangelie is ‘het evangelie van het koninkrijk’. Haar beginselen, verordeningen, gezag en gaven zijn van hemelse oorsprong. Daarom is zij het geestelijke ‘koninkrijk des hemelen’, dat de macht en invloed heeft die de poort moeten opendoen naar de vervulling van de profetieën aangaande het universele bestuur van de Zoon van God.16

Er wordt soms op gewezen dat de leden van de kerk uitkijken naar de werkelijke komst van een koninkrijk van God op aarde dat alle koninkrijken van de wereld zal vergaderen in één zichtbaar, goddelijk koninkrijk wat door de Messias geregeerd zal worden.

Er wordt beweerd dat dit het een ‘mormoon’ onmogelijk maakt om zijn land of enige andere aardse regering trouw te betonen.

(…) Wij ontkennen dat ons geloof in goddelijke openbaring, of onze verwachting van de komst van Gods koninkrijk, in welke mate dan ook iets afdoet aan onze trouw aan ons land. Wanneer het koninkrijk van God zal worden gevestigd, weten wij waarschijnlijk niet beter dan andere christenen die bidden ‘uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde’ [Matteüs 6:10], maar wij weten wél dat onze trouw aan ons land versterkt wordt door het feit dat wij, hoewel wij wachten op het koninkrijk van de Messias, het gebod van God hebben ontvangen om onderworpen te zijn aan de bestaande machten, totdat Hij komt ‘wiens recht het is te regeren’ [LV58:22].17

Studiesuggesties

  • Waarom moeten heiligen der laatste dagen trouw zijn aan het land waar zij wonen? (Zie ook LV 134:5.) Hoe kunnen wij ons land trouw en respect betonen, ook al zijn wij het niet eens met bepaalde aspecten van de politiek?

  • Hoe kunnen wij onze kinderen leren om goede burgers te zijn?

  • Wat zijn onze plichten als burger? Waarom moet een getrouwe heilige der laatste dagen ‘een van de beste burgers van welk land dan ook’ zijn?

  • Hoe verheft onze persoonlijke rechtschapenheid het volk? Waarom is persoonlijke rechtschapenheid een belangrijk element van goed burgerschap? Welke rol zou persoonlijke rechtschapenheid spelen in het leven van hen die een openbaar ambt nastreven of hebben?

  • In hoeverre kunnen mensen door de scheiding van kerk en staat beter hun godsdienstige overtuiging naleven? (Zie ook LV 134:7,9) Waarom is het belangrijk dat het individu vrij is van kerkelijk gezag in politieke aangelegenheden?

  • Wat is het koninkrijk van God dat nog komen moet, en wie zal er aan onderworpen zijn?

Noten

  1. James R. Clark, verz., Messages of the First Presidency of The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, 6 delen (1965–1975), deel 4, blz. 165.

  2. Gospel Doctrine, 53 ed. (1939), blz. 404.

  3. Gospel Doctrine, blz. 409–410.

  4. Messages of the First Presidency, deel 5, blz. 55.

  5. ‘ Discourse by President Joseph F. Smith’, Millennial Star, 27 september 1906, blz. 610.

  6. Conference Report, april 1905, blz. 46.

  7. Messages of the First Presidency, deel 4, blz. 150.

  8. Conference Report, april 1910, blz. 8.

  9. Messages of the First Presidency, deel 4, blz. 147.

  10. Messages of the First Presidency, deel 4, blz. 154.

  11. ‘Editor’s Table: Congress and the “Mormons’”, Improvement Era, april 1903, blz. 473.

  12. Conference Report, oktober 1908, blz. 127.

  13. Messages of the First Presidency, deel 4, blz. 81.

  14. Messages of the First Presidency, deel 4, blz. 153; alinea-indeling gewijzigd.

  15. ‘Editor’s Table: The Probable Cause’, Improvement Era, juni 1903, blz. 626.

  16. Messages of the First Presidency, deel 4, blz. 81.

  17. .Messages of the First Presidency, deel 4, blz. 154.