Moedig de waarheid verkondigen

Ouderling Denelson Silva

van de Zeventig

Als we de waarheid leren kennen, geeft de Heer ons de gelegenheid om te doen wat Hij zou doen, als Hij nu hier was.

In 1982 zat ik in mijn laatste jaar om mijn diploma topografie aan een technische school te behalen.

Aan het einde van het schooljaar vroeg een van mijn klasgenoten of hij mij kon spreken. We liepen weg van onze andere klasgenoten en gingen naar een plek naast een sportveld. Daar vertelde hij me over zijn geloofsovertuigingen. Hij liet me een boek zien, en gaf het daarna aan mij. Ik kan me eerlijk gezegd niet precies herinneren wat hij zei, maar ik herinner me dat moment en weet nog heel goed hoe ik me voelde toen hij zei: ‘Ik wil mijn getuigenis geven dat dit boek waar is, en dat het evangelie van Jezus Christus is hersteld.’

Na ons gesprek ging ik naar huis, bladerde een beetje door het boek en legde het in de kast. Omdat het schooljaar ten einde was, en ik mijn studie topografie had afgerond, besteedde ik niet veel aandacht aan het boek of de klasgenoot van wie ik het had gekregen. U kunt de naam van het boek al raden. Het was inderdaad het Boek van Mormon.

Vijf maanden later kwamen de zendelingen bij mij thuis op bezoek; ze gingen net weg toen ik van mijn werk thuiskwam. Ik vroeg ze om weer binnen te komen. We gingen op de veranda zitten, en daar hebben ze mij onderwezen.

Ik was op zoek naar de waarheid en vroeg hun welke kerk waar was, en hoe ik die kon vinden. De zendelingen leerden mij dat ik zelf antwoord op die vraag kon krijgen. Vol verwachting en verlangen aanvaardde ik hun uitdaging om enkele hoofdstukken in het Boek van Mormon te lezen. Ik bad met een oprecht hart en een eerlijke bedoeling (zie Moroni 10:4–5). Ik kreeg een duidelijk antwoord op mijn vraag, en een paar dagen later – om precies te zijn op 1 mei 1983 – werd ik gedoopt en bevestigd als lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.

Als ik nu bedenk hoe alles is gelopen, zie ik duidelijk hoe belangrijk het was dat mijn klasgenoot de moed had om zijn getuigenis van de herstelde waarheid te geven en mij een tastbaar bewijs van de herstelling van het evangelie van Jezus Christus te schenken: het Boek van Mormon. Deze simpele daad heeft veel voor mij betekend, en schiep een band tussen de zendelingen en mij toen ik hen ontmoette.

De waarheid was aan mij gepresenteerd, en na mijn doop werd ik een discipel van Jezus Christus. Met de hulp van bijzondere mensen, zoals leiders, leerkrachten, vrienden, en ook door mijn persoonlijke studie, ontdekte ik in de volgende jaren dat ik door mijn besluit om een discipel van Jezus Christus te zijn, de taak had aanvaard om de waarheid niet alleen te verdedigen, maar ook te verkondigen.

Als we ermee instemmen om de waarheid te geloven en te volgen, en als we proberen ware discipelen van Jezus Christus te worden, krijgen we geen certificaat met de belofte dat we geen fouten zullen maken, niet verleid zullen worden om ons van de waarheid af te keren, niet bekritiseerd zullen worden, of geen ellende zullen meemaken. Maar kennis van de waarheid leert ons dat er op het nauwe en smalle pad naar de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader altijd een uitweg voor onze problemen zal zijn (zie 1 Korinthe 10:13) en we altijd aan onze twijfels kunnen twijfelen voordat we aan ons geloof twijfelen. (Zie Dieter F. Uchtdorf, ‘Kom, voeg u bij ons’, Liahona, november 2013, 23.) En ten slotte zijn we ervan verzekerd dat we onze ellende nooit alleen hoeven te doorstaan, omdat God naar zijn volk omziet in hun ellende (zie Mosiah 24:14).

Als we de waarheid leren kennen, geeft de Heer ons de gelegenheid om te doen wat Hij zou doen, als Hij nu hier was. Hij heeft ons werkelijk geleerd wat wij moeten doen: ‘En u zult uitgaan in de macht van mijn Geest, twee aan twee mijn evangelie predikend, in mijn naam, uw stem verheffend als het ware met het geluid van een bazuin, mijn woord verkondigend gelijk engelen van God’ (Leer en Verbonden 42:6). We hebben een unieke kans om in onze jeugd als zendeling te dienen!

Jongemannen, stel jullie voorbereiding om de Heer als zendeling te dienen alsjeblieft niet uit. Als jouw situatie het moeilijk maakt om op zending te gaan – bijvoorbeeld omdat je je studie moet onderbreken, afscheid van je vriendin moet nemen zonder zeker te weten of jullie bij elkaar zullen blijven, of zelfs een baan moet laten schieten – denk dan aan het voorbeeld van de Heiland. Tijdens zijn bediening had Hij het ook moeilijk. Hij werd bijvoorbeeld bekritiseerd, vervolgd en moest uiteindelijk de bittere beker van zijn zoenoffer drinken. Toch streefde Hij er onder alle omstandigheden naar om de wil van zijn Vader te doen en Hem te eren (zie Johannes 5:30; 6:38–39; 3 Nephi 11:11; Leer en Verbonden 19:18–19).

Jongevrouwen, jullie zijn van harte welkom om in de wijngaard van de Heer te werken, als jullie dat willen. En jullie zullen in jullie voorbereiding om als voltijdzendelinge te dienen dezelfde uitdagingen ondervinden.

Ik beloof iedereen die ervoor kiest om Hem te dienen dat de 24 of 18 maanden in het zendingsveld voorbij zullen gaan, net als wanneer je thuis blijft, maar dat de kansen in het zendingsveld voor waardige jongemannen en jongevrouwen van deze kerk uniek zijn. Je kunt het voorrecht om de Heiland Jezus Christus en zijn kerk te vertegenwoordigen, niet negeren. Ontelbare gebeden, je getuigenis ontwikkelen en meerdere keren per dag geven, vele uren Schriftstudie, en mensen ontmoeten die je thuis nooit zou hebben ontmoet; dit zijn allemaal onbeschrijflijke ervaringen. Jongeren die door de Heer op een servicezending worden geroepen, staan vergelijkbare bijzondere ervaringen te wachten. Je bent van harte welkom en we hebben je nodig. Onderschat het belang van servicezendingen alsjeblieft niet, want die bieden ook onbeschrijflijke ervaringen. ‘De waarde van zielen [is] groot in de ogen van God’ (Leer en Verbonden 18:10), en dus ook de waarde van jouw ziel.

Als je van je zending terugkeert, wacht je vriend of vriendin misschien niet meer op je, maar je zult hebben geleerd om op een goede manier met mensen in contact te komen. Je opleiding zal zinvoller zijn, omdat je al een beetje hebt geleerd hoe je je op werk kunt voorbereiden. Ten slotte weet je zeker dat je moedig het evangelie van de vrede hebt verkondigd, en van de herstelde waarheid hebt getuigd.

Als u al getrouwd bent of u in een andere levensfase bevindt, heeft de Heer u ook nodig bij zijn werk. Bereid uzelf voor. Leef gezond, streef ernaar om geestelijk en stoffelijk zelfredzaam te zijn. De kansen om te doen wat de Heer voor zijn kinderen zou doen, zijn niet aan één leeftijdsgroep voorbehouden. De fijnste ervaringen die mijn vrouw en ik de laatste jaren hebben gehad, ontstonden door met bijzondere koppels op bijzondere plaatsen heel bijzondere mensen te dienen.

Mijn ervaring aan het einde van mijn opleiding topografie heeft mij geleerd dat we de waarheid verdedigen door die te verkondigen, en dat we de waarheid actief moeten verdedigen. Dat wil niet zeggen dat we agressief mogen zijn. We moeten de mensen tot wie we getuigen juist oprecht liefhebben, met hen delen en hen uitnodigen, met alleen het stoffelijk en geestelijk welzijn van de kinderen van onze liefdevolle hemelse Vader voor ogen (zie Mosiah 2:41).

In de algemene oktoberconferentie van 2021 zei onze geliefde profeet, president Russell M. Nelson, dat hoewel sommigen eraan twijfelen, er werkelijk zoiets als goed en fout bestaat. Er bestaat werkelijk absolute waarheid – eeuwige waarheid. (Zie ‘Zuivere waarheid, zuivere leer en zuivere openbaring’, Liahona, november 2021, 6.)

In de heilige Schriften staat: ‘Waarheid is kennis van dingen zoals ze zijn, en zoals ze waren, en zoals ze zullen zijn’ (Leer en Verbonden 93:24).

Kennis van de waarheid maakt ons niet beter dan andere mensen, maar leert ons hoe we in de tegenwoordigheid van God kunnen terugkeren.

Als u standvastig in Christus voortgaat en de moed hebt om de waarheid niet enkel te verkondigen maar er ook naar te leven, zult u troost en vrede in deze turbulente tijden vinden.

Moeilijkheden kunnen ons terneerslaan, maar als we geloof in Jezus Christus oefenen, zal ‘[onze] ellende […] slechts van korte duur zijn’ (Leer en Verbonden 121:7) in het eeuwig bestel. Geef uw moeilijkheden en problemen alstublieft geen ultimatum. Vertrouw op uw hemelse Vader en geef de moed niet op. Als we wel opgeven, zullen we nooit weten hoe het einde van onze reis in het koninkrijk van God eruit zou hebben gezien.

Houd vast aan de waarheid, en leer van de bronnen van waarheid:

De Schriften (zie 2 Nephi 32:3).
De woorden van de profeten (zie Amos 3:7).
De Heilige Geest (zie Johannes 16:13).

Ik geef mijn getuigenis van Jezus Christus en getuig dat dit zijn kerk is. We hebben een levende profeet en we zullen ons altijd vrij voelen als we moedig de waarheid verkondigen. In de naam van Jezus Christus. Amen.