2022
Jezus is het antwoord
November 2022


Jezus is het antwoord

Hoe moeilijk of verwarrend de problemen soms ook zijn, vergeet nooit dat het antwoord eenvoudig is: het is altijd Jezus.

Het is een eer om tijdens deze conferentie tot u te spreken. Vandaag spreek ik u als vriend toe. In het evangelie van Johannes zegt de Heiland dat we zijn vrienden zijn als we doen wat Hij van ons verlangt.1

Door onze individuele en collectieve liefde voor de Heiland, en onze verbonden met Hem, horen we bij elkaar. President Henry B. Eyring heeft gezegd: ‘Ik wil u laten weten hoeveel de Heer u liefheeft en vertrouwt. En ik wil u ook laten weten hoezeer Hij op u rekent.’2

Toen ik door president Russell M. Nelson tot algemeen autoriteit werd geroepen, werd ik overspoeld door emoties. Het was overweldigend. Mijn vrouw, Julie, en ik keken met spanning uit naar de zaterdagmiddagbijeenkomst van de algemene conferentie. De steunverlening was verootmoedigend. Ik telde zorgvuldig de stappen naar mijn aangewezen plaats om niet tijdens mijn eerste opdracht te vallen.

Aan het eind van die bijeenkomst gebeurde er iets wat een diepgaand effect op mij had. De quorumleden vormden een rij en begroetten de nieuwe algemene autoriteiten één voor één. Een ieder sprak zijn liefde en steun uit. Met een hartelijke abrazo [omarming] zeiden ze: ‘Maak je geen zorgen, je hoort erbij.’

De Heiland kijkt in onze relatie met Hem naar ons hart en neemt niemand om de persoon aan.3 Bedenk hoe Hij zijn apostelen koos. Hij lette niet op status of rijkdom. Hij nodigt ons uit om Hem te volgen, en Hij verzekert ons ervan dat we bij Hem horen.

Deze boodschap is vooral op de jongeren van de kerk van toepassing. Ik zie in jullie wat president Nelson in jullie ziet. Hij zei dat ‘er ontegenzeggelijk iets bijzonders is aan deze generatie jongeren. Onze hemelse Vader moet wel veel vertrouwen in jullie hebben om je nu naar de aarde te sturen. Je bent voor grootsheid geboren!’4

Ik ben dankbaar voor alles wat ik van de jeugd kan leren. Ik ben dankbaar voor alles wat mijn kinderen mij leren, wat onze zendelingen mij leren, en wat mijn nichtjes en neefjes mij leren.

Onlangs werkte ik met mijn neefje Nash op onze boerderij. Hij is 6 jaar en heeft een zuiver hart. Hij is mijn lievelingsneef die Nash heet, en ik geloof dat ik zijn lievelingsoom ben die vandaag op de conferentie spreekt.

Toen hij me hielp een oplossing voor ons project te bedenken, zei ik: ‘Nash, dat is een geweldig idee. Hoe ben je zo wijs geworden?’ Hij keek me aan met een uitdrukking in zijn ogen van: ‘Oom Ryan, waarom weet je het antwoord op die vraag niet?’

Hij haalde gewoon zijn schouders op, glimlachte en zei zelfverzekerd: ‘Jezus’.

Nash herinnerde me die dag aan deze eenvoudige, maar belangrijke les. Het antwoord op de eenvoudigste vragen en op de ingewikkeldste problemen is altijd hetzelfde. Het antwoord is Jezus Christus. Elke oplossing is in Hem te vinden.

In het evangelie van Johannes zei de Heiland tegen zijn discipelen dat Hij een plek voor hen zou voorbereiden. Thomas was in de war en zei tegen de Heiland:

‘Heere, wij weten niet waar U heengaat, en hoe kunnen wij de weg weten?

‘Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.’5

De Heiland zei tegen zijn discipelen dat Hij ‘de Weg, de Waarheid en het Leven’ is. Hij is het antwoord op de vraag hoe we tot onze hemelse Vader kunnen komen. Als jongeman kreeg ik een getuigenis van zijn goddelijke rol in ons leven.

Toen ik als zendeling in Argentinië werkzaam was, moedigde president Howard W. Hunter ons aan om iets te doen dat veel invloed op mijn leven zou hebben. Hij zei: ‘We moeten Christus beter leren kennen dan we Hem nu kennen; we moeten Hem vaker gedenken dan we Hem nu gedenken; we moeten Hem kloekmoediger dienen dan we Hem nu dienen.’6

In die tijd vroeg ik me af hoe ik een betere zendeling kon worden. Dat was het antwoord: Christus leren kennen, Hem gedenken en Hem dienen. Zendelingen over de hele wereld zijn verenigd in dat doel: anderen uitnodigen tot Christus te komen door ertoe bij te dragen dat zij het herstelde evangelie aanvaarden door geloof in Hem en zijn verzoening, en door bekering, de doop, de gave van de Heilige Geest en volharding tot het einde.7 Onze vrienden die naar de zendelingen luisteren, nodig ik uit om tot Christus te komen. Samen zullen we ons best doen om Hem te leren kennen, Hem te gedenken en Hem te dienen.

Mijn zending was een heilige tijd voor me. Tijdens mijn laatste gesprek dat ik als voltijdzendeling met hem had, sprak president Blair Pincock over de komende verandering van zendingsleiders, aangezien ook hij en zijn vrouw het einde van hun zending naderden. We waren beiden bedroefd om iets achter te laten waar we zo van hielden. Hij kon zien dat ik moeite had met de gedachte dat ik geen zendeling meer zou zijn. Hij had een groot geloof en onderwees mij liefdevol zoals hij dat de voorgaande twee jaar had gedaan. Hij wees naar de afbeelding van Jezus Christus boven zijn bureau en zei: ‘Ouderling Olsen, het komt allemaal goed, want het is zijn werk.’ Ik werd gerustgesteld door het besef dat de Heiland ons zal helpen, niet alleen terwijl we dienen, maar altijd, als we dat toelaten.

Zuster Pincock onderwees ons vanuit het diepst van haar hart in de eenvoudigste Spaanse bewoordingen. Toen ze zei: ‘Jesucristo vive’ [Jezus Christus leeft], wist ik dat het waar was en dat Hij leefde. Toen ze zei: ‘Elderes y hermanas, les amo’ [ouderlingen en zusters, ik heb jullie lief], wist ik dat ze van ons hield en dat ze wilde dat wij de Heiland altijd zouden volgen.

Mijn vrouw en ik hebben onlangs als zendingsleiders met de uitstekende zendelingen in Uruguay samengewerkt. Ik zou zeggen dat dit de beste zendelingen ter wereld waren, en ik vertrouw erop dat alle zendingsleiders zo over hun zendelingen denken. Deze discipelen leerden ons elke dag hoe we de Heiland kunnen volgen.

Tijdens de periodieke gesprekken kwam een van onze geweldige zusters het kantoor binnen. Ze was een succesvolle zendelinge, een uitstekende trainer en een toegewijd leidster. Haar collega’s keken naar haar op en ze was algemeen geliefd. Ze was gehoorzaam, nederig en zelfverzekerd. In onze voorgaande gesprekken ging het telkens over haar gebied en de mensen die zij onderwees. Dit gesprek liep anders. Toen ik vroeg hoe het met haar ging, kon ik merken dat ze zich zorgen maakte. Ze zei: ‘President Olsen, ik weet niet of ik dit kan. Ik weet niet of ik ooit goed genoeg zal zijn. Ik weet niet of ik de zendelinge kan zijn die de Heer nodig heeft.’

Ze was een buitengewone zendelinge. In elk opzicht geweldig. De droom van een zendingspresident. Ik had me nog nooit zorgen gemaakt over haar vaardigheden als zendelinge.

Toen ik naar haar luisterde, wist ik niet goed wat ik moest zeggen. Ik bad stilletjes: ‘Hemelse Vader, dit is een geweldige zendelinge. Zij is uw dochter. Ze doet alles goed. Ik wil dat niet verknoeien. Laat me alstublieft weten wat ik moet zeggen.’

De woorden kwamen bij me op. Ik zei: ‘Hermana [zuster], ik vind het heel erg dat je je zo voelt. Mag ik je een vraag stellen? Als een vriendin aan wie je les gaf zich zo voelde, wat zou je dan tegen haar zeggen?’

Ze keek naar me en glimlachte. Met die onmiskenbare zendingsgeest en -overtuiging zei ze: ‘President, dat is gemakkelijk. Ik zou tegen haar zeggen dat de Heiland haar door en door kent. Ik zou zeggen dat Hij leeft. Dat Hij haar liefheeft. Dat ze goed genoeg is. Dat ze het kan.’

Met een kleine gniffel zei ze: ‘Ik denk dat als dat voor mijn vriendinnen geldt, het ook voor mij geldt.’

Als we vragen of twijfels hebben, kunnen we denken dat de oplossingen te ingewikkeld zijn of dat het vinden van antwoorden te verwarrend is. We mogen niet vergeten dat de tegenstander, de vader van alle leugens, de aanstichter van die verwarring is.8

De Heiland is de Meester van de eenvoud.

President Nelson heeft gezegd:

‘De tegenstander is sluw. Hij stelt al duizenden jaren goed voor als kwaad en kwaad als goed. Zijn boodschappen zijn vaak luid, brutaal en grootsprakerig.

‘De boodschappen van onze hemelse Vader zijn daarentegen heel anders. Hij communiceert eenvoudig, rustig en zo duidelijk dat we Hem niet verkeerd kunnen begrijpen.’9

We zijn dankbaar dat God ons zo liefhad dat Hij zijn Zoon stuurde. Hij is het antwoord.

President Nelson heeft onlangs ook gezegd:

‘De behoefte aan het evangelie van Jezus Christus is nog nooit zo groot geweest. […]

‘Dat onderstreept hoe dringend het is dat wij aan de instructie van de Heer tot zijn discipelen gehoor geven: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen.”10

Tot hen die ervoor kiezen om te dienen, kan ik getuigen van de zegeningen die we ontvangen als we gehoor geven aan de oproep van een profeet. Dienen draait niet om jou, maar om de Heiland. Je wordt naar een plaats geroepen, maar vooral naar een volk. Je krijgt de grote verantwoordelijkheid en zegen om nieuwe vrienden duidelijk te maken dat Jezus het antwoord is.

Dit is De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, en hier horen we thuis. Alles waartoe president Nelson ons liefdevol aanspoort, zal ons dichter tot de Heiland brengen.

Beste, geweldige jongeren – en dus ook mijn neefje Nash – hoe moeilijk of verwarrend de problemen soms ook zijn, vergeet nooit dat het antwoord eenvoudig is: het is altijd Jezus.

Ik zeg, zoals ik degenen die wij als profeten, zieners en openbaarders steun verlenen vele malen heb horen zeggen: wij hebben jullie lief, wij danken jullie, en wij hebben jullie nodig. Hier horen jullie thuis.

Ik heb onze Heiland lief. Ik getuig van zijn naam: Jezus Christus. Ik getuig dat Hij de ‘Leidsman en Voleinder’ van ons geloof is,11 en dat Hij de Meester van de eenvoud is. Het antwoord is Jezus. In de naam van Jezus Christus. Amen.