Seminarie
Unit 12: Dag 3, Mosiah 11–14


Unit 12: Dag 3

Mosiah 11–14

Inleiding

Koning Noach schiep groot behagen in een losbandige levenswandel en zette velen van zijn volk tot goddeloosheid aan. De Heer stuurde de profeet Abinadi om Noachs volk tot bekering te roepen en het te waarschuwen voor naderend knechtschap. Het volk legde de waarschuwingen naast zich neer en Abinadi werd gevangengezet wegens zijn profetieën. Toen de priesters van koning Noach Abinadi ondervroegen, berispte de profeet hen omdat ze de geboden niet onderhielden of erin onderwezen. God beschermde Abinadi en gaf hem de macht om zijn boodschap aan koning Noach en zijn priesters af te ronden. Abinadi citeerde Jesaja en getuigde van de noodzaak voor alle mensen om op Jezus Christus en zijn verzoening te vertrouwen.

Mosiah 11:1–19

Koning Noach voert zijn volk tot goddeloosheid

Denk na over de volgende vragen:

  • Hoe zou je reageren als je ouder, voogd of leider zei dat sommige van je vrienden of vriendinnen een slechte invloed op je hadden?

  • Hoe zou je reageren als een ouder of kerkleider je zou vragen gepastere kleding te dragen naar kerkbijeenkomsten en andere kerkactiviteiten?

  • Hoe zou je reageren als de profeet zei dat je je normen op het gebied van amusement moet veranderen?

Mensen reageren verschillend op de bovenstaande vragen. Let er tijdens het bestuderen van deze les op hoe Hij wil dat je reageert op de mensen die Hij stuurt om je rechtschapen te helpen leven.

Voordat je Mosiah 11 bestudeert, is het misschien nuttig om te weten dat na de dood van Zeniff zijn zoon Noach regeerde over de Nephieten die zich in het land Nephi bevonden. Lees Mosiah 11:1–2, 5–7, 14–19 en markeer woorden en zinsneden waarin staat wat koning Noach deed en waar hij naar streefde nadat hij koning was geworden. Lees daarna Mosiah 11:2, 6–7, 15, 19 en markeer in een andere kleur (indien mogelijk) de invloed die Noachs daden hadden op het volk van het koninkrijk.

Deze verzen tonen aan hoe de mensen waar we ons mee inlaten onze daden beïnvloeden. Denk erover na hoe jouw vrienden je keuzes beïnvloeden. Denk er eens over na wat mensen tegenwoordig soms doen wat lijkt op ‘buitengewoon hard [werken] om ongerechtigheid te onderhouden’ (Mosiah 11:6).

Mosiah 11:20–12:17

Abinadi spoort het volk tot bekering aan en waarschuwt het voor knechtschap

Hoewel koning Noach en zijn volk goddeloosheid verkozen, hield de Heer nog steeds van hen en wilde Hij hen helpen. Neem de eerste vier regels van Mosiah 11:20 vluchtig door en stel vast wat de Heer deed om Noachs volk te helpen.

Noteer de volgende waarheid in je Schriften naast Mosiah 11:20: God stuurt profeten om ons te helpen ons te bekeren en ellende te mijden.

De Heer gebood Abinadi tot twee keer toe om het volk te waarschuwen.

  1. Neem het volgende overzicht over in je Schriftendagboek, waarbij je genoeg ruimte onder elke Schrifttekst overlaat om een samenvatting te noteren. Bestudeer de gegeven verzen en schrijf een samenvatting van Abinadi’s waarschuwingen en de reacties van het volk.

Abinadi’s boodschap

Reactie van het volk

Eerste waarschuwing

Mosiah 11:20–25

Mosiah 11:26–29

Tweede waarschuwing

Mosiah 12:1–8

Mosiah 12:9–10, 13–17

  1. Beantwoord in je Schriftendagboek de volgende vragen aangaande de reacties van het volk op Abinadi’s waarschuwingen:

    1. Waarom denk je dat de mensen boos reageerden op Abinadi, die hen probeerde te helpen? Waarom denk je dat ze het opnamen voor koning Noach, die hen de ellende introk?

    2. Let op de zinsnede in Mosiah 11:29 dat ‘de ogen van het volk verblind’ waren. Wat zijn enkele voorbeelden van gedrag en invloeden waarvan Satan volgens jou ijverig gebruikmaakt om goede mensen tegenwoordig te ‘verblinden’?

    3. Hoe kun je nederigheid tonen als familieleden, kerkleiders en profeten je aanmoedigen om het woord van God te volgen?

Mosiah 12:18–13:26

God beschermt Abinadi terwijl hij koning Noach en zijn priesters berispt omdat zij de geboden niet willen onderhouden en ze aan het volk leren

Geef, voordat je verder gaat met het bestuderen van Mosiah 12, jezelf een cijfer op een schaal van 1 tot 10 (bij 10 stem je er volledig mee in) voor hoe goed de volgende uitspraken jou momenteel beschrijven:

Ik weet wat ik moet doen om het evangelie van Jezus Christus na te leven.

Ik leef het evangelie van Jezus Christus na.

Overweeg tijdens het leren over koning Noach en zijn priesters, hoe goed zij de geboden kenden en naleefden. Nadat Noach Abinadi uit de gevangenis had gehaald, begonnen de priesters hem over de Schriften te ondervragen. Lees Mosiah 12:26–30 en markeer wat Abinadi ter berisping van Noach en zijn priesters zei.

Welk cijfer op een schaal van 1 tot 10 zouden Noach en zijn priesters krijgen voor hoe goed zij de geboden kenden en naleefden? Wat denk je dat het betekent om ons ‘hart […] op het begrijpen’ te richten? (zie Mosiah 12:27). Bestudeer Mosiah 12:33 en onderstreep een beginsel dat aangeeft waarom het belangrijk is de geboden na te leven.

Afbeelding
Abinadi before King Noah

Abinadi legde de volgende waarheid uit: We zullen behouden worden als we de geboden van God bewaren. Waarom is kennis van de manier waarop we moeten leven niet genoeg om ons tot heil te strekken?

Abinadi vertelde koning Noach en zijn priesters dat zij de geboden niet naleefden en niet onderwezen, en hij begon de tien geboden op te noemen. Dit maakte de koning boos en hij gaf het bevel Abinadi ter dood te laten brengen. God beschermde Abinadi en gaf hem de macht om zijn redevoering over de tien geboden voort te zetten. Je zou ze in Mosiah 12:35–36 en Mosiah 13:12–24 kunnen markeren en nummeren. Het volgende overzicht zal je helpen de tien geboden te vinden:

Abinadi leerde de tien geboden

  1. Mosiah 12:35

  1. Mosiah 12:36; 13:12–13

  1. Mosiah 13:15

  1. Mosiah 13:16–19

  1. Mosiah 13:20

  1. Mosiah 13:21

  1. Mosiah 13:22

  1. Mosiah 13:22

  1. Mosiah 13:23

  1. Mosiah 13:24

Abinadi berispte Noach en zijn priesters stoutmoedig omdat zij de tien geboden niet onderhielden, waarbij hij zei: ‘Ik bemerk dat zij niet in uw hart zijn geschreven’ (Mosiah 13:11). Vul de volgende zelfevaluatie in om je te laten nadenken over hoe goed jij de tien geboden onderhoudt:

De volgende uitspraken tonen aan hoe diep de tien geboden in jouw hart zijn geschreven. Geef aan hoe vaak deze uitspraken voor jou gelden.

Bijna nooit

Soms

Vaak

Bijna altijd

Ik houd van mijn hemelse Vader.

Ik zet God op de eerste plaats in mijn leven (vóór vrienden, hobby’s, spullen, mijn eigen verlangens en andere dingen).

Ik gebruik de naam van de Heer met eerbied.

Ik houd de sabbatdag heilig door aan activiteiten deel te nemen die mij dichter tot de Heer brengen; ik beschouw deze dag als de dag des Heren, en niet die van mij.

Ik eer mijn ouders door gehoorzaamheid en respect te tonen.

Ik beheers mijn boosheid en gebruik geen geweld tegen anderen.

Ik ben seksueel rein. Ik mijd ongepaste afbeeldingen, taal en daden.

Ik steel en bedrieg niet.

Ik vertel de waarheid.

Ik ben niet afgunstig (wat betekent iets heel graag willen hebben dat van iemand anders is).

  1. Kijk terug op je antwoorden en stel jezelf een doel om een van de tien geboden beter na te leven. Noteer dit doel in je Schriftendagboek.

Mosiah 13:27–14:12

Abinadi predikt over de komst van Jezus Christus

Lees Mosiah 13:28, 32–35 en let op woorden of zinsneden die een aanvulling zouden kunnen zijn op het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen: ‘Op basis van al onze gehoorzaamheid en goede werken kunnen wij niet van de dood of de gevolgen van onze eigen zonden gered worden zonder .’

Het hele citaat van ouderling Oaks is als volgt: ‘Op basis van al onze gehoorzaamheid en goede werken kunnen wij niet van de dood of de gevolgen van onze eigen zonden gered worden zonder de genade die de verzoening van Jezus Christus ons biedt.’ (‘Another Testament of Jesus Christ’, Ensign, maart 1994, p. 67.)

Je zou de volgende waarheid naast Mosiah 13:28 kunnen noteren: Niemand kan gered worden dan alleen door de verzoening van Jezus Christus.

Besteed een paar minuten aan het bestuderen van Mosiah 14:1–12 en markeer woorden en zinsneden die beschrijven wat Jezus Christus in de sterfelijkheid deed om jou te helpen terugkeren naar onze Vader in de hemel. Denk aan het verdriet, de smarten en zonden die Jezus Christus voor je gedragen heeft. Deze verzen komen overeen met Jesaja 53:1–12. Abinadi haalde aan wat Jesaja had geschreven (zie Mosiah 14:1).

  1. Schrijf in je Schriftendagboek op hoe je aan een vriend(in) zou uitleggen wat Mosiah 14:4–5 ons over Jezus Christus leert.

  2. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb Mosiah 11–14 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: