Unit 28: Dag 1

4 Nephi 1

Inleiding

Na het bezoek en de bediening van Jezus Christus in Amerika pasten de mensen zijn leringen toe en genoten zij tweehonderd jaar eensgezindheid, voorspoed en geluk. Uiteindelijk werd het volk echter hoogmoedig en nam het in goddeloosheid toe. Al snel splitsten zij zich weer op in Nephieten en Lamanieten, en na driehonderd jaar waren zowel de Nephieten als de Lamanieten goddeloos geworden, op slechts enkele rechtvaardige mensen na.

4 Nephi 1:1–18

Alle mensen kwamen tot bekering en hadden vrede en geluk

three smiling young women

Wat helpt je om werkelijk gelukkig te zijn?

Wat is volgens jou het verschil tussen dingen die je tijdelijk gelukkig maken en dingen die eeuwig geluk brengen? Lees 4 Nephi 1:16 om erachter te komen wat Mormon over het volk schreef nadat de Heiland hen had bezocht. Je kunt de zinsnede ‘er kon stellig geen gelukkiger volk zijn’ markeren.

1. Noteer het kopje Er kon geen gelukkiger volk zijn in je Schriftendagboek en teken naar het voorbeeld hieronder een cirkel. (Je gaat in en om de cirkel dingen noteren.) Lees 4 Nephi 1:1–2 en let op welke dingen de mensen deden waardoor dit geluk mogelijk was. Noteer je bevindingen in de cirkel.

circle

Omdat de mensen de leringen van de Heiland toepasten, waren zij tot de Heer bekeerd (zie 4 Nephi 1:2) en kenden zij groot geluk.

Ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd hoe bekering en geluk met elkaar in verband staan. Onderstreep tijdens het lezen van zijn woorden wat het inhoudt om bekeerd te zijn:

Ouderling Richard G. Scott

‘Uw geluk nu en voor eeuwig is afhankelijk van de mate waarin u zich bekeert en de verandering die dat in u teweegbrengt. Hoe kunt u werkelijk tot bekering komen? President [Marion G.] Romney beschrijft de stappen die u moet nemen:

‘“Lidmaatschap in de kerk en bekering zijn niet noodzakelijkerwijs synoniem. Tot bekering zijn gekomen en een getuigenis hebben zijn ook niet noodzakelijkerwijs hetzelfde. Een getuigenis krijgt men als de Heilige Geest degene die er oprecht naar streeft een overtuiging van de waarheid geeft. Een getuigenis dat in beweging is, geeft het geloof leven. Dat wil zeggen dat het aanzet tot bekering en gehoorzaamheid aan de geboden. Innerlijke verandering is de vrucht of beloning van bekering en gehoorzaamheid.” [Verslag gebiedsconferentie Guatemala 1977, pp. 8–9.]

‘Eenvoudig gezegd is innerlijke verandering de vrucht van geloof, bekering en consequente gehoorzaamheid. […]

‘Ware innerlijke verandering levert de vruchten op van blijvend geluk, dat wij zelfs kunnen genieten als de wereld in beroering is en de meeste mensen helemaal niet gelukkig zijn.’ (Zie ‘Volledige bekering maakt gelukkig’, Liahona, juli 2002, pp. 27–28.)

2. Lees 4 Nephi 1:2–3, 5, 7, 10–13, 15–18 en zoek naar woorden en zinsneden die beschrijven wat de mensen ervoeren doordat iedereen tot de Heer was bekeerd. Noteer in je Schriftendagboek enkele woorden en zinsneden buiten de cirkel die je bij de vorige opdracht hebt getekend.

Van deze periode van ongekend geluk en ongekende voorspoed onder de Nephieten kunnen we leren dat wanneer een groep mensen tot de Heer is bekeerd, dat grote eenheid en geluk brengt. Je kunt dit beginsel naast 4 Nephi 1:16 in je Schriften of in je Schriftendagboek noteren.

Denk erover na hoe het zou zijn als iedereen om je heen zich waarlijk tot de Heer had bekeerd.

3. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

   1. Welk voordeel zou je thuis ervaren als alle gezinsleden zouden leven zoals de mensen in 4 Nephi?

   2. Denk erover na of je weleens tot een groep hebt behoord die één was in rechtschapenheid — bijvoorbeeld je gezin, een quorum of klas, of een groep vrienden. Wat zou volgens jou deze groep hebben geholpen om één te worden in rechtschapenheid? Welke zegeningen hebben jij en de anderen ontvangen?

4 Nephi 1:19–49

De goddeloosheid keert terug en verspreidt zich tot er nog maar enkele rechtvaardige mensen overblijven

Wat zou een gelukkige samenleving zoals de mensen in 4 Nephi hadden, ten onder kunnen doen gaan?

4. Noteer ‘Vernietiging van een gelukkige samenleving’ in je Schriftendagboek en teken dezelfde cirkel als bij de eerste opdracht. Lees 4 Nephi 1:20, 23–24 en zoek naar wat het geluk en de vrede van het volk begon te vernietigen. Noteer je bevindingen in de cirkel.

Je kunt de volgende uitspraak van president Henry B. Eyring van het Eerste Presidium naast 4 Nephi 1:24 in je Schriften of in je Schriftendagboek noteren: ‘Hoogmoed is de grote vijand van eenheid.’ (‘Onze harten tot één samensmeden’, Liahona, november 2008, p. 70.) In welke opzichten is hoogmoed de vijand van eenheid?

De volgende uitspraak van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium geeft ons inzicht in hoogmoed. Onderstreep zinsneden waaruit blijkt waarom hoogmoed zo verwoestend is.

President Dieter F. Uchtdorf

Hoogmoed is zondig omdat zij […] haat of vijandigheid kweekt, en ons tot tegenstand jegens God en onze naasten voert. In de kern is hoogmoed een zonde van vergelijken, want hoewel het vaak begint met “kijk eens hoe fantastisch ik ben en welke geweldige dingen ik heb gedaan”, lijkt het altijd te eindigen met “daarom ben ik beter dan jij”.

‘Als ons hart vol trots is, begaan we een ernstige zonde, want dan overtreden we de twee grote geboden [zie Matteüs 22:36–40]. In plaats van God aanbidden en onze naasten liefhebben, onthullen we het ware voorwerp van onze aanbidding en liefde — het beeld dat we in de spiegel zien.’ (‘Hoogmoed en het priesterschap’, Liahona, november 2010, p. 56.)

5. Lees 4 Nephi 1:25–27, 30–35, 38–45 en zoek naar woorden en zinsneden waarin de invloed van hoogmoed onder het volk wordt beschreven. Noteer deze woorden en zinsneden naast de cirkel bij opdracht 4 in je Schriftendagboek.

Een waarheid die we van deze gebeurtenissen kunnen leren is dat de zonde van hoogmoed voor verdeeldheid zorgt en tot goddeloosheid leidt. Je kunt deze zin in je Schriften noteren. In hoeverre kan de hoogmoed van een of twee mensen van invloed zijn op het geluk van een hele groep?

Overweeg wie er in het volgende scenario negatief wordt beïnvloed door de hoogmoed van iemand anders:

• Iemand in de jongevrouwenklas wil niet luisteren naar een les die haar leerkracht heeft voorbereid over de zegeningen die voortvloeien uit gehoorzaamheid aan het woord van wijsheid. Ze vindt dat ze niet opnieuw een preek over het woord van wijsheid hoeft te krijgen, verstoort de les en weigert mee te doen.

• Een vriend(in) plaagt of kleineert een ander groepslid, omdat je aan de kleding van die persoon kunt zien dat hij of zij niet veel geld heeft.

6. Overweeg of er in je eigen leven elementen van hoogmoed zijn te vinden. Het is nuttig om president Uchtdorfs uitspraak door te nemen terwijl je nadenkt. Denk erover na wat je kunt doen om hoogmoed te weerstaan en in eenheid en rechtschapenheid in je gezin, quorum, klas of vriendengroep toe te nemen. Noteer je gedachten en doelen in je Schriftendagboek.

7. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

   Ik heb 4 Nephi 1 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

   Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: