Seminarie
Unit 7: Dag 3, 2 Nephi 21–24


Unit 7: Dag 3

2 Nephi 21–24

Inleiding

Veel profetieën van Jesaja in het Boek van Mormon gaan over de laatste dagen. Hij profeteerde aangaande de herstelling van het evangelie, de profeet Joseph Smith, de wederkomst en de vernietiging van de goddelozen. Hij voorzag dat de Heer ‘een banier [zou] opheffen voor de natiën’ om in de laatste dagen zijn volk te vergaderen (zie 2 Nephi 21:11–12). Jesaja getuigde ook dat de Heer zou zegevieren over Satan en het millennium zou inluiden, een periode van vrede en vreugde.

2 Nephi 21:1–4, 10–12

Jesaja voorziet de herstelling van het evangelie van Jezus Christus in de laatste dagen

Stel je eens voor dat een licht voor je uit begint te schijnen. Het licht wordt steeds maar helderder. Plotseling staat een boodschapper uit de tegenwoordigheid van God voor je neus. Hij vertelt je dat profetieën vanouds op het punt staan te worden vervuld en dat jij bij die vervulling helpt. Wat zouden in eerste instantie je reactie, gedachten en vragen zijn?

Afbeelding
Moroni verschijnt aan Joseph Smith in zijn kamer

Op de eerste nacht dat Moroni aan Joseph Smith verscheen — 21 september 1823— haalde hij Je-saja 11 aan, die we ook in 2 Nephi 21 kunnen vinden. Moroni vertelde Joseph Smith dat de profetieën uit dat hoofdstuk op het punt stonden ‘in vervulling te gaan’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:40). Denk er tijdens het bestuderen van deze profetieën van Jesaja over na waarom Nephi ze op de kleine platen noteerde en waarom Moroni ze bij Joseph Smith aanhaalde.

De profeet Joseph Smith ontving een openbaring waarin de betekenis van de profetieën uit 2 Nephi 21 verduidelijkt werden. Geleerden hebben zich lang enthousiast beziggehouden met het trachten te begrijpen van de betekenis van de symbolen in dit hoofdstuk. Het Boek van Mormon en de hedendaagse profeten hebben getracht ons een beter begrip van de betekenis bij te brengen. Jesaja gebruikte bijvoorbeeld het zinnebeeld van een boom of plant. Lees 2 Nephi 21:1, 10 en stel de specifieke onderdelen van de boom of plant vast die Je-saja noemde. Lees daarna Leer en Verbonden 113:1–6 om te begrijpen wat deze symbolen betekenen. Het is nuttig de betekenissen van deze symbolen in je Schriften te noteren.

Tronk van Isaï—Jezus Christus

Rijsje uit de tronk van Isaï—Een dienstknecht van Jezus Christus

Wortel van Isaï—Iemand die de priesterschapssleutels bezit

Overweeg de volgende uitspraak van ouderling Bruce R. McConkie die uitlegt dat de ‘wortel van Isaï’ en het ‘rijsje uit de tronk van Isaï’ beide verwijzen naar de profeet Joseph Smith: ‘Vergissen we ons als we beweren dat de hier [in LV 113:5–6] genoemde profeet Joseph Smith is, aan wie het priesterschap is gegeven, die de sleutels van het koninkrijk heeft ontvangen, en die de banier voor de vergadering van het volk des Heren in onze bedeling heeft opgeheven? En is hij ook niet de “dienstknecht in de handen van Christus, die zowel een afstammeling is van Isaï als van Efraïm, of het huis van Jozef, op wie veel macht is geplaatst”?’ [LV 113:3–4]’ (Millennial Messiah [1982], pp. 339–340.)

Lees 2 Nephi 21:10, 12 en zoek op wat Jesaja profeteerde dat de Heer door de ‘wortel van Isaï’ (Joseph Smith) tot stand zou brengen. Het woord banier verwijst naar een vaandel waaronder mensen zich verzamelen.

In deze verzen komt de volgende waarheid naar voren: De Heer heeft zijn evangelie en zijn kerk door middel van de profeet Joseph Smith hersteld en is zijn volk nu in de laatste dagen aan het vergaderen.

  1. Beantwoord de volgende vraag in je Schriftendagboek: Hoe is De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen een banier voor de wereld?

2 Nephi 21:6–9; 22:1–6

Jesaja beschrijft het millennium

Een van de meest besproken onderwerpen onder de christenen is de millenniaanse regering van de Heiland. Heb je daar weleens over nagedacht? Stel je voor dat een vriend(in) je vraagt wat jij gelooft aangaande het millennium. Wat zou je dan zeggen?

Afbeelding
Zonder vijandschap

Jesaja profeteerde dat na de wederkomst van de Heiland er veranderingen op aarde zouden plaatsvinden die duizend jaar zouden voortduren. Deze periode van vrede wordt het millennium genoemd. Lees 2 Nephi 21:6–9 en kijk wat voor toestand er tijdens het millennium op aarde zal zijn.

Volgens een profetie aangaande het millennium in 2 Nephi 21:9 ‘[zal] de aarde vol zijn van de kennis des Heren’. Denk erover na wat voor effect de vervulling van deze profetie op mensen over de gehele wereld zal hebben. Lees 2 Nephi 22:1–6 en let op de geest van aanbidding die mensen tijdens het millennium aan de dag zullen leggen. Hoe kunnen wij die houding ook nu ontwikkelen?

De verzen die je vandaag hebt bestudeerd, leren ons deze waarheid: De aarde zal tijdens het millennium een plek van vrede zijn, omdat die vol is van de kennis des Heren. Welke aspecten van het millennium zou je nu al in je leven willen meemaken? Overweeg hoe jij die zegeningen door je eigen toedoen deelachtig kunt worden.

Je zou ‘De Heer is mijn Licht’ (Lofzang89 ) kunnen zingen, beluisteren of doorlezen ter aanvulling op je studie van 2 Nephi 22.

2 Nephi 23–24

Jesaja beschrijft de val van Babylon, de val van de goddelozen en de val van Lucifer

Zoals in 2 Nephi 23–24 is opgetekend, veroordeelde Jesaja de goddeloosheid van het huis Israëls en vergeleek hij de vernietiging van de goddelozen in de laatste dagen met de vernietiging van het Babylon van weleer. Babylon was een zeer goddeloze natie in de tijd van Jesaja en staat sindsdien symbool voor de goddeloosheid van de wereld (zie LV 133:14).

Ga in 2 Nephi 23:1, 4–9, 11, 15, 19 en 22 na wat de goddelozen in de laatste dagen te wachten staat.

Jesaja vergeleek tevens de vernietiging van het Babylon van weleer met Lucifers (Satans) val uit de hemel. Hij noemde Lucifer de symbolische koning van Babylon, wat de gehele goddeloze wereld betekent. Jesaja gebruikte de val van Lucifer in het voorbestaan ter illustratie van het vallen en bezwijken van de goddelozen. Bestudeer 2 Nephi 24:12–14 en markeer de zinsneden die Satans arrogantie en trots beklemtonen.

Zie je hoe het woord ik in deze verzen wordt gebruikt? Je zou alle ikken in je Schriften kunnen omcirkelen. President N. Eldon Tanner van het Eerste Presidium zei eens dat Satan ‘meer om eer dan om resultaten gaf, waarbij heerlijkheid en lof een doel op zich waren.’ (‘For They Loved the Praise of Men More Than the Praise of God’, Ensign, november 1975, p. 76.)

Zoek in 2 Nephi 24:15–16 op wat er uiteindelijk met Satan zal gebeuren en hoe mensen zich over Satan zullen voelen als ze hem in zijn ware gedaante zien.

Lees de volgende uitspraak van president Ezra Taft Benson: ‘In de grote raadsvergadering in het voorsterfelijk bestaan werd Lucifer, een “zoon des dageraads”, door hoogmoed geveld. (2 Nephi 24:12–15; zie ook LV 76:25–27; Mozes 4:3.) […] Lucifer [poneerde] zijn voorstel in strijd met het plan van de Vader zoals dat door Jezus Christus werd voorgesteld. (Zie Mozes 4:1–3.) Hij wilde boven alle anderen geëerd worden. (Zie 2 Nephi 24:13.) Kortom, het was zijn hoogmoedige verlangen God te onttronen. (Zie LV 29:36; 76:28.)’ (Zie ‘Pas op voor hoogmoed’, De Ster, juli 1989, pp. 3–4.)

Uit 2 Nephi 23:22 leren we dat je troost kunt putten als je rechtvaardig bent. God zal barmhartig zijn jegens jou, maar de goddelozen zullen verloren gaan.

  1. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Wat kan ik vandaag in mijn leven veranderen om gehoorzamer te zijn?

    2. Hoe kan ik me voornemen om gehoorzaam te blijven?

Bid voor kansen om je getuigenis te geven van de waarheden die je geleerd hebt uit 2 Nephi 23.

  1. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb 2 Nephi 21–24 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: