Seminarie
Unit 11: Dag 2, Mosiah 3


Unit 11: Dag 2

Mosiah 3

Inleiding

Koning Benjamin zette zijn toespraak tot zijn volk voort en vertelde daarbij dat een engel tot hem had gesproken over de bediening van Jezus Christus. Koning Benjamin getuigde dat wie gezondigd hebben, door geloof in Jezus Christus en bekering eeuwig heil kunnen ontvangen. Hij leerde ons ook dat iemand die zich overgeeft aan de ingevingen van de Heilige Geest dankzij de verzoening van Jezus Christus de natuurlijke mens kan overwinnen.

Mosiah 3:1–10

Koning Benjamin brengt de woorden aangaande de verzoening over die een engel tot hem had gesproken

Afbeelding
Cups

Zoek tijdens je studie van Mosiah 3 naar de bron van ‘blijde tijdingen van grote vreugde’ (Mosiah 3:3).

Lees Mosiah 3:1–5 en zoek op welke woorden de engel tot koning Benjamin sprak. De engel verklaarde dat koning Benjamins volk reden had zich te verblijden en vervuld van vreugde te zijn.

Wat was in de boodschap van de engel vervat wat de Nephieten met vreugde kon vervullen?

Lees Mosiah 3:5–10 en markeer woorden of zinsneden aangaande de Heiland en zijn bediening waardoor je meer waardering voor de aardse bediening van de Heiland krijgt.

  1. Kies twee zinsneden uit en leg in je Schriftendagboek uit hoe je daardoor de bediening van de Heiland meer gaat begrijpen en waarderen.

In Mosiah 3:5–10 worden veel leerstellingen en beginselen uiteengezet. Eén van de belangrijkste is de volgende: Jezus Christus leed zodat wij van onze zonden verlost kunnen worden. Overweeg deze leerstelling in je Schriften naast Mosiah 3:7–9 te noteren.

Lees na het lezen van Mosiah 3:7–9, Lucas 22:44 en Leer en Verbonden 19:16–18. Welke aanvullende inzichten biedt Mosiah 3? Hoe draagt Mosiah 3 bij aan ons begrip van wat er met de Heiland gebeurde?

Lees de volgende uitspraak van ouderling James E. Talmage van het Quorum der Twaalf Apostelen aangaande het lijden van de Heiland in de hof van Getsemane:

Afbeelding
Ouderling James E. Talmage

‘Christus’ zielenstrijd in de hof is voor het beperkte verstand niet te peilen, noch naar hevigheid, noch naar oorzaak. […] Hij worstelde en kreunde onder een last zoals geen ander wezen dat op aarde heeft geleefd zelfs voor mogelijk kon houden. Het was geen lichamelijke pijn en ook niet alleen zulk een zielensmart die Hem zo deed lijden dat bloed uit iedere porie naar buiten trad, maar een geestelijke foltering zoals slechts God in staat was te ondergaan. […] In dat uur van zielenstrijd onderging en overwon Christus alle verschrikkingen die Satan, “de overste dezer wereld” [John 14:30], kon teweegbrengen. […]

[…] Op de een of andere wijze, in verschrikkelijke, doch voor de mens niet te begrijpen werkelijkheid, nam de Heiland de last van de zonden der mensheid op zich van Adam af tot het einde van de wereld toe.’ (Jesus the Christ, derde editie [1916], p. 613.)

  1. Noteer in je Schriftendagboek een ervaring waardoor je weet dat Jezus Christus de Heiland is. Hoe heeft de herinnering aan deze ervaring je vreugde gebracht?

Mosiah 3:11–27

Koning Benjamin zet uiteen hoe we de natuurlijke mens kunnen overwinnen

Bij het voortzetten van zijn toespraak aan het volk besprak koning Benjamin hoe de verzoening Gods kinderen tot zegen is. Hij leerde tevens hoe we de natuurlijke mens kunnen overwinnen en een heilige kunnen worden door de verzoening van de Heiland.

Afbeelding
Jesus Blessing Jairus’s Daughter

Lees de volgende Schriftteksten om een beter begrip te krijgen van de manier waarop de verzoening Gods kinderen tot zegen is. Beschrijf daarna de groep mensen die volgens die verzen door de verzoening van Jezus Christus zal worden gezegend:

Het is belangrijk te weten dat hoewel Jezus Christus de verzoening heeft volbracht voor de zonden van hen die geen kennis hebben van het evangelie — zij die in onwetendheid sterven — zij zich in de geestenwereld wel moeten bekeren en geloof moeten oefenen in Jezus Christus om gered te worden (zie LV 131:6; 138:31–34). De Heer heeft tevens geopenbaard dat kinderen in onschuld voor het aangezicht Gods worden geboren en dat Satan geen macht heeft om hen te verleiden. Totdat zij verantwoordelijk beginnen te worden op de leeftijd van acht jaar, zijn kleine kinderen gered door de verzoening van Jezus Christus zonder dat zij zich hoeven te bekeren of te laten dopen (zie Moroni 8:8–15; LV 29:46–47; 137:10).

We moeten handelen naar de kennis die we van het evangelie van Jezus Christus hebben. Lees Mosiah 3:12–13 en onderstreep woorden en zinsneden die ons leren dat we van onze zonden kunnen worden verlost als we geloof in Jezus Christus oefenen en ons bekeren.

Denk terug aan het glas dat gevuld was met ‘vreugde’. Denk terug aan de woorden van de engel die verklaarde dat vreugde voortkomt uit het begrijpen van de bediening van de Heiland en de verzoening (zie Mosiah 3:4–5). Lees Mosiah 3:24–27 om de tegenstelling van dit beeld te begrijpen. Onderstreep wat zij die ervoor kiezen zich niet te bekeren op de dag des oordeels zullen drinken.

Wat zal er gebeuren met hen die geen geloof in Jezus Christus oefenen en zich niet bekeren?

Nadat hij zijn volk over de verzoening van de Heiland en de noodzaak van bekering en geloof in de Heiland had verteld, leerde koning Benjamin zijn volk hoe zij het zondige gedeelte van hun aard konden afleggen en door de verzoening heiligen konden worden.

Lees Mosiah 3:19 en kijk welke woorden en zinnen je niet begrijpt. Het is nuttig de drie definities naast dit vers in je Schriften te noteren. Een ‘natuurlijke mens’ is iemand die zich liever laat leiden door de hartstochten, begeerten, lusten en zinnen van het vlees dan door de influisteringen van de Heilige Geest. Je ‘overgeven aan’ betekent je aan iemand of iets onderwerpen. ‘Ingevingen’ zijn overtuigende of vriendelijke verzoeken. Mosiah 3:19 is een kerntekst. Je kunt deze tekst op zodanige wijze markeren dat je hem later makkelijk terug kan vinden.

  1. Noteer de kop ‘De natuurlijke mens afleggen’ in je Schriftendagboek. Maak onder deze kop een lijstje met wat we volgens Mosiah 3:19 moeten doen om de ‘natuurlijke mens’ te overwinnen. Omcirkel één ding waarvan je denkt dat je daar momenteel aan moet werken. Maak een plan om dit in praktijk te brengen.

Eén beginsel uit Mosiah 3:19 is dat we de natuurlijke mens kunnen overwinnen door de verzoening van Christus als we ons overgeven aan de ingevingen van de Heilige Geest.

Wat houdt het in je eigen woorden in om je over te geven aan de ingevingen van de Heilige Geest?

Lees de volgende uitspraak van ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen over het afleggen van de natuurlijke mens: ‘Persoonlijke rechtschapenheid, aanbidding, gebed en Schriftstudie zijn absoluut noodzakelijk om de natuurlijke mens af te kunnen leggen (zie Mosiah 3:19).’ (‘Het geruk en getrek van de wereld’, Liahona, januari 2001, p. 44.)

  1. Beantwoord de volgende vraag in je Schriftendagboek: Op welke manieren tracht jij je over te geven aan de ingevingen van de Heilige Geest?

  2. Wat kun je doen om je nog meer over te geven ‘aan de ingevingen van de Heilige Geest’? Noteer in je Schriftendagboek een doel op een bepaald gebied om je deze week daarin te verbeteren. Je zou kunnen werken aan de eigenschappen, genoemd in Mosiah 3:19, die ons als een kind laten worden — bijvoorbeeld onderworpen, zachtmoedig, ootmoedig, geduldig, liefdevol of gewillig zijn je te onderwerpen aan alles ‘wat de Heer goeddunkt’ jou op te leggen.

  3. Noteer in je Schriftendagboek enkele dingen die in de weg staan om je over te geven aan de ingevingen van de Geest.

Afbeelding
scripture mastery icon
Tekstenbeheersing — Mosiah 3:19

  1. Je kunt Mosiah 3:19 drie keer doorlezen om het vers te onthouden of uit het hoofd te leren. Door de herhaling raak je bekend met de inhoud van het vers. Probeer nadat je dit gedaan hebt zoveel mogelijk van het vers, of een impressie van het vers, in je Schriftendagboek op te schrijven zonder dat je de Schriften raadpleegt. Probeer het vers een paar keer hardop te herhalen tijdens bijvoorbeeld het lopen, trainen of het klaarmaken om naar bed te gaan. Door dit een paar dagen achter elkaar te herhalen kun je de belangrijke beginselen in dit vers onthouden.

  2. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb Mosiah 3 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: