Seminarie
Unit 27: Dag 3, 3 Nephi 27


Unit 27: Dag 3

3 Nephi 27

Inleiding

Vroeg in hun bediening, na de tweede dag van de verschijning van de herrezen Heiland, waren de twaalf Nephitische discipelen in machtig gebed en vasten bijeenvergaderd. Jezus Christus verscheen wederom aan hen en gaf hun antwoord op hun vraag aangaande de naam waarmee zij de kerk moesten aanduiden. De Heiland leerde hun dat de verzoening de kern van zijn evangelie is en dat we dankzij de verzoening smetteloos voor Hem kunnen staan als we ons bekeren, ons laten dopen en tot het einde toe volharden. Hij gaf zijn discipelen daarbij het gebod om op Hem te lijken.

3 Nephi 27:1–12

De Heer leert de twaalf discipelen dat zijn kerk met zijn naam aangeduid moet worden

Stel je voor dat je een nieuwe club of een nieuw sportteam wil gaan oprichten. Beslis wat voor soort club of sportteam je gaat oprichten en kies dan een naam voor je organisatie. Noteer zowel de soort organisatie die je kiest als de naam ervan:

Denk aan enkele organisaties die je kent en wat hun naam zegt over hun doel en de mensen die daartoe behoren.

De twaalf Nephitische discipelen bleven het volk onderwijzen en dopen. Op een bepaald moment waren ze in vasten en gebed verenigd toen de Heiland hen opnieuw bezocht (zie 3 Nephi 27:1–2). Lees 3 Nephi 27:3–7 en zoek de vraag op die de discipelen stelden en het antwoord van de Heiland. Je kunt de redenen markeren die Jezus Christus aangaf om de kerk met zijn naam aan te duiden.

Bestudeer 3 Nephi 27:8–10 en markeer waardoor volgens de Heiland zijn ware kerk wordt gekenmerkt. Maak de volgende zin in je cursistenboek af om enkele belangrijke kenmerken van de ware kerk aan te duiden:

De ware kerk van Jezus Christus is .

Afbeelding
Church logotype

Denk erover na waarom het belangrijk is dat de ware kerk van Jezus Christus niet alleen zijn naam draagt, maar ook op zijn evangelie is gebouwd (zie 3 Nephi 27:8–10). De Heiland beloofde de Nephieten dat onze hemelse Vader zijn werken in de kerk zal tonen als die op zijn evangelie is gebouwd (zie 3 Nephi 27:10). Overweeg in hoeverre jij gezien hebt dat onze hemelse Vader zijn werken in de kerk heeft getoond.

  1. Noteer in je Schriftendagboek Het is voor mij belangrijk om lid te zijn van de ware kerk van Jezus Christus, omdat … Zet vervolgens beknopt je gedachten over de zin uiteen. Probeer zoveel mogelijk redenen die je door je studie van 3 Nephi 27:1–12 hebt ontdekt hierin op te nemen.

3 Nephi 27:13–22

Jezus Christus omschrijft zijn evangelie en zet uiteen wat we moeten doen om onschuldig voor Hem te staan

Denk aan een keer dat je betrapt werd toen je iets deed waarvan je wist dat het verkeerd was. Probeer je te herinneren hoe je je voelde toen de aap uit de mouw kwam. Denk na over de volgende vragen: Hoe zou je je voelen als je voor de Heer stond om geoordeeld te worden als er nog bepaalde dingen waren waarvan je je nog niet had bekeerd? Hoe zou je je voelen als je voor de Heer stond om geoordeeld te worden en er geen mogelijkheid tot bekering was van de zonden die je tijdens je leven had begaan?

Nadat de Heiland de Nephieten had geleerd dat zijn kerk op zijn evangelie moest zijn gebouwd, legde Hij verder uit wat zijn evangelie is. Het woord evangelie betekent letterlijk ‘goed nieuws’ of ‘blijde boodschap’. Dankzij het evangelie is er nog goed nieuws voor ons allen als we zondigen.

  1. Lees 3 Nephi 27:13–16, 19 en zoek naar elementen van het evangelie die goed nieuws voor ons zijn. Het fundament van het evangelie van Jezus Christus is dat Hij de wil van zijn Vader deed en de verzoening tot stand bracht. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. De Heiland getuigde tot zijn discipelen dat Hij in de wereld is gekomen om de wil van zijn Vader te doen. Wat was volgens 3 Nephi 27:14 de wil van onze hemelse Vader voor zijn heilige Zoon?

    2. Wat is er mogelijk gemaakt doordat de Heiland de wil van zijn Vader heeft vervuld? (Zie vooral 3 Nephi 27:19.)

  2. Lees een of meer van de volgende Schriftteksten en leg kort in je Schriftendagboek uit waarom de verzoening van Jezus Christus zulk goed nieuws is. Door dit te doen zul je meer waardering krijgen voor de grootsheid van dit goede nieuws: 2 Nephi 9:8–10; Alma 34:14–16; Helaman 14:15–18.

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft getuigd waarom het evangelie goed nieuws is voor alle mensen: ‘Het “goede nieuws” was dat aan dood en hel ontkomen kon worden, dat fouten en zonden overwonnen konden worden, dat er hoop was, dat er hulp was, dat het onoplosbare opgelost was, dat de vijand verslagen was. Het goede nieuws was dat ieders graf op een dag leeg zou zijn, dat ieders ziel wederom rein kon zijn, dat ieder kind van God weer kon terugkeren naar de Vader die hem het leven heeft geschonken.’ (‘Missionary Work and the Atonement’, Ensign, maart 2001, pp. 8, 10.)

Afbeelding
Christ in Gethsemane

Heb je iemand weleens horen zeggen dat we ‘het evangelie moeten naleven’? Wanneer iemand ons uitnodigt om ‘het evangelie na te leven’, is dat doorgaans een uitnodiging om de beginselen na te leven en de verordeningen te ontvangen die de macht van Jezus Christus’ verzoening in ons leven uitnodigt, zodat we gered kunnen worden. Zoek in 3 Nephi 27:20–21 op wat we moeten doen om alle zegeningen van de verzoening te ontvangen en ons op het oordeel voor te bereiden.

  1. Noteer in je Schriftendagboek: Als wij , zullen wij schuldeloos voor Jezus Christus kunnen staan. Vul de zin aan door een evangeliebeginsel uit 3 Nephi 27:20–21 op te schrijven dat we moeten naleven om schuldeloos voor de Heer te kunnen staan. (Je kunt verschillende beginselen voor het ‘als’-gedeelte van deze uitspraak vinden.) Beantwoord daarna de volgende vraag in je Schriftendagboek: Wat kan ik nu doen om het evangelie meer ‘na te leven’ zodat ik de macht van de verzoening kan ervaren en ten laatsten dage schuldeloos voor God kan staan?

Denk erover na hoe het zal zijn om op een dag voor Jezus Christus te staan, wetende dat je rein bent gemaakt door zijn verzoening en door gehoorzaamheid aan de beginselen, geboden en verordeningen van zijn evangelie.

3 Nephi 27:23–33

Jezus Christus draagt zijn discipelen op om op Hem te lijken

Afbeelding
Divine Redeemer

Aan het eind van 3 Nephi 27 gaf Jezus Christus instructies aan zijn twaalf discipelen en leerde Hij ze over hun rol als leiders en rechters van hun volk. Lees 3 Nephi 27:27 en let op het gebod dat Hij de discipelen gaf om ze hun rollen in rechtvaardigheid te helpen vervullen. Neem even de tijd om over de volgende vragen na te denken:

  • Waarom is het belangrijk dat mensen die over anderen moeten oordelen op de Heiland lijken?

  • Wat gebood de Heiland zijn discipelen in 3 Nephi 27:21?

  • Wat is het verband tussen de werken van de Heiland doen en worden zoals Hij is?

Lees 3 Nephi 27:21, 27 nogmaals door en markeer woorden en zinsneden in je Schriften waaruit blijkt dat de Heer van zijn discipelen verwacht dat zij zijn werken nadoen en worden zoals Hij is.

  1. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek zodat je de lering van de Heiland om op Hem te lijken toe kunt passen:

    1. Welke mogelijkheden had ik gisteren om op de Heiland te lijken?

    2. Hoe kan ik vandaag meer op de Heiland lijken?

    3. Welke werken van de Heiland kan ik morgen op school of thuis in praktijk brengen?

Afbeelding
President Ezra Taft Benson

President Ezra Taft Benson heeft gezegd dat zij die ernaar streven om op Jezus Christus te lijken, ware grootsheid bereiken: ‘De man wiens leven het patroon van de Christus het dichtst benadert, is de grootste en het meest gezegend en vreugdevol. Dat heeft niets te maken met rijkdom, macht of prestige. De enige ware toets van grootheid, gelukzaligheid en vreugde is hoe dicht iemand de Meester, Jezus Christus, in zijn levenswijze kan naderen. Hij is de juiste weg, de volkomen waarheid en het overvloedige leven.’ (‘Jesus Christ — Gifts and Expectations’, Ensign, december 1988, p. 2.)

  1. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb 3 Nephi 27 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: