Seminarie
Unit 26: Dag 4, 3 Nephi 20–22


Unit 26: Dag 4

3 Nephi 20–22

Inleiding

Op de tweede dag van zijn bediening onder de Nephieten bediende Jezus Christus de mensen het avondmaal wederom. Hij getuigde dat de Vader zijn verbond om het huis van Israël te vergaderen in de laatste dagen zou vervullen en alle natiën van de aarde zou zegenen. Hij legde tevens uit dat het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon in de laatste dagen een teken zou zijn dat de Vader zijn verbond met zijn volk ging vervullen.

3 Nephi 20:1–9

De Heiland bedient de mensen het avondmaal wederom

Denk na over de volgende vragen als je een jongeman met het Aäronisch priesterschap bent: Wat betekent het voor je om het avondmaal te helpen bedienen? Hoe toon je de Heer dat je het gewijde karakter van deze verordening begrijpt?

Denk na over de volgende vragen als je een jongevrouw bent of een jongeman die nog niet het priesterschap draagt: Wat voor gevoel krijg je als je waardige jongemannen het avondmaal ziet bedienen? Wat doe je tijdens de bediening van het avondmaal waaruit blijkt dat je het gewijde karakter ervan begrijpt?

In 3 Nephi 20:3–5 staat dat de Heiland aan het begin van de tweede dag van zijn bediening onder de Nephieten op wonderbaarlijke wijze voor brood en wijn zorgde om het avondmaal wederom te bedienen. Lees in 3 Nephi 20:1 wat Hij de mensen vroeg te doen voordat Hij het avondmaal gereedmaakte en ronddiende. Hoe denk je dat bidden in je hart je wekelijkse ervaring met het avondmaal kan beïnvloeden?

Lees 3 Nephi 20:8. Merk op dat de Nephieten in die tijd wijn gebruikten, maar dat we in de kerk tegenwoordig water gebruiken (zie LV 27:2). Let ook op wat het brood en het water symboliseren. Als we regelmatig van het avondmaal nemen, laten we zien dat we bereid zijn om de verzoening van de Heiland in ons leven te verweven.

Wat beloofde Jezus Christus volgens 3 Nephi 20:8 aan wie van het avondmaal nemen? Denk na over de omvang van het brood en het water bij het avondmaal. Als je honger en dorst had, zou het brood en het water van het avondmaal dan je honger stillen en je dorst lessen? Lees 3 Nephi 20:9 en maak het volgende beginsel af om beter te begrijpen hoe we door deelname aan het avondmaal verzadigd kunnen worden: Als we waardig aan het avondmaal deelnemen, kunnen we vervuld worden met .

Lees de volgende uitspraak van Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen en onderstreep manieren waarop je volgens hem gezegend kunt worden wanneer je met de Geest bent vervuld:

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

‘Laten wij zorgen dat wij in aanmerking komen voor de belofte van de Heiland dat wij door deelname aan het avondmaal “verzadigd” worden (3 Nephi 20:8; zie ook 3 Nephi 18:9), ofwel “vervuld met de Geest” (3 Nephi 20:9). Die Geest — de Heilige Geest — is onze trooster, onze navigator, onze contactpersoon, onze tolk, onze getuige en onze louteraar — onze onfeilbare leidsman en heiligmaker voor onze reis door het sterfelijk leven op weg naar het eeuwige leven.

‘[…] Uit de schijnbaar kleine daad van het bewust en eerbiedig hernieuwen van onze doopverbonden, komt een hernieuwing van de zegeningen van de doop door water en door de Geest, opdat wij zijn Geest altijd bij ons mogen hebben. Op die manier zullen wij allen geleid worden, en zo kunnen wij allen gereinigd worden.’ (Zie ‘Altijd zijn Geest hebben’, De Ster, januari 1997, p. 59.)

  1. Denk aan een moment waarop je de Heilige Geest voelde terwijl je van het avondmaal nam. Lees de avondmaalsgebeden in Moroni 4:3 en Moroni 5:2. In hoeverre word je met de Heilige Geest vervuld door elke week van het avondmaal te nemen? Noteer die manieren in je Schriftendagboek.

3 Nephi 20:10–46

De Heiland leert de Nephieten aangaande verbonden die in de laatste dagen worden vervuld

Denk na over enkele belangrijke kwaliteiten die je hebt. Aan welke soort kwaliteiten dacht je vooral? Waren het lichamelijke kenmerken, karaktereigenschappen of geestelijke kwaliteiten?

Lees de volgende uitspraak van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen en markeer hoe hij definieerde wie wij zijn: ‘Je kunt genieten van muziek, sport of technische bezigheden, en je kunt ooit carrière maken in een ambacht, in de kunsten of in een ander beroep. Maar hoe belangrijk die activiteiten en bezigheden ook zijn, ze geven niet aan wie jij bent. Wij zijn vooral geestelijke wezens. Wij zijn zoons [en dochters] van God en nakomelingen van Abraham.’ (‘Een zendeling worden’, Liahona, november 2005, p. 47.)

‘Nakomelingen van Abraham’ houdt in dat we letterlijk afstammelingen van Abraham zijn of dat we zijn zoons en dochters zijn geworden door gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van het evangelie van Jezus Christus. Allen ontvangen dezelfde beloften en verbonden die God met Abraham heeft gesloten.

In 3 Nephi 20:11–13 leerde de Heiland de Nephieten aangaande de verbonden en beloften aan Abraham en zijn nakomelingen, ofwel het huis van Israël. Hij legde uit dat de Vader zijn verbond om het huis van Israël te vergaderen in de laatste dagen zal vervullen. Lees in 3 Nephi 20:13 tot welke kennis de mensen uit het huis van Israël zullen worden gebracht als essentieel onderdeel van deze vergadering. Waarom zou deze kennis essentieel zijn?

Lees 3 Nephi 20:25–26 en stel vast hoe de nakomelingen van Lehi volgens de Heiland gezegend waren wegens het verbond dat de Vader met Abraham had gesloten. De Heiland beklemtoonde dat de Vader Hem naar de Nephieten had gestuurd om ze van hun zonden te redden ‘omdat [zij] kinderen van het verbond [waren]’ (3 Nephi 20:26).

  1. Beschrijf in je Schriftendagboek hoe je bent gezegend door het verbond dat je bij je doop met je hemelse Vader hebt gesloten. Als gedoopt lid van de kerk behoor je tot het nageslacht van Abraham en heb je de taak om het verbond te helpen vervullen dat God met Abraham heeft gesloten.

Lees 3 Nephi 20:27 en markeer zinsneden waaruit het volgende beginsel naar voren komt: Als het nageslacht van Abraham hebben wij de verbondstaak om alle mensen op aarde tot zegen te zijn.

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

Let bij het lezen van de volgende uitspraak van David A. Bednar op hoe wij — als het nageslacht van Abraham — alle volken der aarde tot zegen moeten zijn: ‘U en ik moeten nu en altijd alle volken in alle landen van de aarde tot zegen zijn. U en ik moeten nu en altijd getuigen van Jezus Christus en de boodschap van de herstelling verkondigen. U en ik moeten nu en altijd allen uitnodigen om de heilsverordeningen te ontvangen. De verkondiging van het evangelie is geen deeltijdpriesterschapsplicht. Het is niet zomaar een activiteit waaraan we slechts even hoeven deelnemen of een taak die wij als lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen even moeten uitvoeren. Nee, zendingswerk is een uiting van onze geestelijke identiteit en afstamming. Wij zijn in het voorsterfelijk bestaan geordend en zijn in dit sterfelijk leven geboren om het verbond tussen de Heer en Abraham en Gods belofte aan hem te vervullen. Wij zijn nu op aarde om het priesterschap groot te maken en het evangelie te verkondigen. Dat is wie wij zijn en waarom we hier zijn — nu en voor altijd.’ (‘Een zendeling worden’, p. 47.)

  1. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Wat kun je nu als jongere doen om anderen in de wereld tot zegen te zijn?

    2. Waarom is het volgens jou belangrijk om in te zien dat je tot het nageslacht van Abraham behoort?

3 Nephi 21–22

Jezus Christus voorspelt het teken van de vergadering van het huis van Israël in de laatste dagen

In 3 Nephi 21–22 leerde de Heiland de Nephieten vele dingen aangaande de laatste dagen — de tijd waarin het evangelie op aarde zou worden hersteld en waarin de heiligen zich op zijn wederkomst zouden voorbereiden.

  1. Lees alle Schriftteksten in de linkerkolom van het volgende schema om te ontdekken wat de Heiland in 3 Nephi 21–22 vertelde aangaande de vergadering van Israël in de laatste dagen. Kies vervolgens twee vragen in de rechterkolom en beantwoord die in je Schriftendagboek.

Verzen

Vragen

Lees 3 Nephi 21:1–2, 7. Wanneer het Boek van Mormon in de laatste dagen tevoorschijn komt, zal dat een teken zijn dat de Vader zijn vergadering van het huis van Israël is begonnen.

  1. Wanneer heb je gezien dat het Boek van Mormon iemand, waaronder jezelf, tot Jezus Christus en de verbonden van het evangelie heeft gebracht (of vergaderd)?

Lees 3 Nephi 21:9. De woorden ‘een groot en wonderbaar werk’ verwijzen naar de herstelling van het evangelie van Jezus Christus.

  1. Wat is er volgens jou groot en wonderbaar aan de herstelling van het evangelie van Jezus Christus?

Lees 3 Nephi 21:10–11 en denk erover na hoe deze beschrijving op de profeet Joseph Smith van toepassing is.

  1. Waarom is het essentieel om te geloven in de woorden van de Heer die door de profeet Joseph Smith zijn voortgebracht?

Lees 3 Nephi 21:22. Als mensen zich bekeren en hun hart niet verstokken, zullen zij tot het huis van Israël worden gerekend.

  1. Waarom is volgens jou bekering noodzakelijk om tot Gods verbondsvolk vergaderd te worden?

Lees 3 Nephi 22:7–10 en let op de beloften van de Heiland aan wie uit zijn verbondsvolk tot Hem terugkeren nadat zij de verbonden waren vergeten die zij met Hem hebben gesloten.

  1. Waarom is het volgens jou belangrijk om te begrijpen dat de Heer eeuwige goedertierenheid en barmhartigheid betoont jegens mensen die van Hem zijn afgedwaald?

Denk aan iemand aan wie je je getuigenis van Jezus Christus, het Boek van Mormon, de herstelling van het evangelie en de zending van de profeet Joseph Smith zou kunnen geven om die persoon de zegeningen van het herstelde evangelie te helpen ontvangen. Overweeg ook hoe je anderen kunt aanmoedigen om tot de Heer te komen, waaronder mensen die eens getrouw in het evangelie waren maar nu niet meer. Stel jezelf ten doel om naar de ontvangen ingevingen te handelen als je een specifieke persoon in gedachte hebt.

  1. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb 3 Nephi 20–22 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: