Seminarie
Unit 26: Dag 1, 3 Nephi 17


Unit 26: Dag 1

3 Nephi 17

Inleiding

Toen de eerste dag van Jezus Christus onder de Nephieten bijna voorbij was, merkte Hij dat veel mensen zijn leringen niet volledig begrepen. Daarom leerde Hij hun hoe zij meer begrip konden krijgen. De mensen huilden toen Hij vertelde dat Hij wegging. De Heiland werd tot medelijden bewogen en bleef langer bij hen. Hij genas hun zieken, zegende hun kinderen en bad voor hen. De menigte voelde grote vreugde en liefde voor de Heiland toen zij met Hem omgingen.

3 Nephi 17:1–3

Jezus draagt het volk op zijn woorden te overdenken en om begrip te bidden

Wat doe je als je een lering in de Schriften of van een kerkleider niet begrijpt? Omcirkel alles wat van toepassing is:

  • Ik negeer de lering.

  • Ik vraag iemand om uitleg.

  • Ik denk zorgvuldig over de lering na.

  • Ik vraag mijn hemelse Vader om begrip.

De gebeurtenissen in 3 Nephi 17 vonden tegen het einde van Jezus Christus’ eerste dag onder de Nephitische menigte plaats. Lees 3 Nephi 17:1–3 en markeer welke opdracht de Heiland aan de Nephieten gaf zodat zij beter zouden begrijpen wat Hij hun had geleerd. Overweeg hoe meditatie en gebed je kunnen helpen om evangeliewaarheden beter te begrijpen.

Afbeelding
President Henry B. Eyring

President Henry B. Eyring van het Eerste Presidium heeft uitgelegd wat het inhoudt om dingen te overwegen. Lees het volgende citaat en markeer woorden of zinsneden die beschrijven wat het inhoudt om dingen te overwegen: ‘Lezen, bestuderen en overpeinzen verschillen van elkaar. We lezen woorden die ons misschien op een idee brengen. We bestuderen en ontdekken misschien patronen en verbanden in Schriftteksten. Maar door te overpeinzen stellen we ons open voor openbaring van de Geest. Voor mij bestaat overpeinzen uit nadenken en bidden nadat ik aandachtig de Schriften heb gelezen en bestudeerd.’ (‘Dienen met de Geest’, Liahona, november 2010, p. 60.)

Neem 3 Nephi 17:3 aandachtig door en let erop dat de Heiland het volk de opdracht gaf om hun ‘gemoed’ voor te bereiden op hun volgende ervaring met Hem. Overweeg voordat je je studie voortzet hoe je de volgende vragen zou beantwoorden: Wat kun je doen om je mentaal op de kerk voor te bereiden? Op het seminarie? Op de algemene conferentie? Op Schriftstudie? Welk verschil zouden deze mentale voorbereidingen maken in wat je uit de lesstof haalt?

Een beginsel dat we uit deze verzen leren is: Door overpeinzing en bidden tot de Vader kunnen wij meer begrip krijgen. (Je kunt dit beginsel naast 3 Nephi 17:1–3 in je Schriften noteren.)

  1. Kies een of beide van de volgende dingen uit en ga er de komende week mee aan de slag om dit beginsel toe te passen. Schrijf in je Schriftendagboek op wat je hebt gedaan. Schrijf ook op hoe je daardoor meer in de kerk, het seminarie, de algemene conferentie of van de Schriften hebt geleerd. Wees voorbereid om je leerkracht over deze opdracht te vertellen. Maak ook een plan om je gedurende de komende weken op een van deze gebieden te verbeteren.

    1. Ik zal mij mentaal voorbereiden voordat ik naar de kerk of het seminarie ga.

    2. Ik denk na en bid over wat ik in de kerk of het seminarie hoor.

3 Nephi 17:4–25

De Heiland geneest de zieken onder de Nephieten en zegent hun kinderen

Afbeelding
Christ Blessing the Nephite Children

Denk aan een keer dat je zo opgebouwd en vol vreugde was dat je wilde dat er geen einde aan kwam. Lees in 3 Nephi 17:4–5 hoe de Nephieten reageerden toen de Heiland zei dat Hij naar zijn Vader terug zou keren.

De Heiland ging vol mededogen op het rechtvaardige verlangen van de Nephieten in. Door de volgende opdracht zul je meer begrip krijgen van de liefde van Jezus Christus voor ieder van ons. Je zult ook Schriftuurlijke waarheden ontdekken over het karakter en de aard van Jezus Christus.

  1. Noteer de volgende tekstverwijzingen in je Schriftendagboek. Laat onder elke verwijzing ruimte over voor verdere informatie: 3 Nephi 17:6–10; 3 Nephi 17:11–18; 3 Nephi 17:19–25. Bestudeer deze Schriftteksten en zoek naar waarheden over het karakter van de Heiland. Kom met ten minste drie waarheden, één waarheid voor elke tekstverwijzing, en noteer deze onder de desbetreffende verwijzing.

Een van de tederste en ontroerendste gebeurtenissen in het Boek van Mormon is het moment waarop Jezus de kleine kinderen zegent die bij die gelegenheid aanwezig waren. Door deze gebeurtenis krijgen we meer inzicht in de aard en het karakter van Jezus Christus. Voordat hij het verslag van de Heiland en de kinderen uit 3 Nephi 17:11–12, 21–25 aanhaalde, zei president Boyd K. Packer: ‘In het verslag van de bediening van de Heiland onder de Nephieten kunnen we Hem misschien beter doorgronden dan waar dan ook.’ (‘Leer de kinderen’, Liahona, mei 2000, p. 22.)

Merk op dat de menigte met de zieken en lijdenden, waaronder degenen die ‘op enigerlei wijze lijdende waren’, op de Heiland toetrad (3 Nephi 17:9). Dit lijden kan lichamelijk, geestelijk of mentaal zijn geweest. Overdenk in welke opzichten jij ‘lijdende’ bent. Hoe zou de Heiland je in je lijden kunnen helpen als Hij er was om je een zegen te geven?

  1. Neem het beginsel van overwegen of overpeinzen dat je aan het begin van de les hebt geleerd nog eens door. Overpeinzing wordt onder meer in de hand gewerkt als je jezelf in dezelfde situatie als in de Schrifttekst visualiseert. Probeer je voor te stellen hoe het zou zijn als je de gebeurtenissen in 3 Nephi 17 zelf meemaakte. Beschrijf in je Schriftendagboek wat je bij die gebeurtenis zou hebben gehoord, gezien en gevoeld, en wat je van de Heiland zou hebben geleerd. Je kunt ook de zegen beschrijven die je van de Heiland zou hebben gehad.

Bedenk een zin die een waarheid beschrijft die je in 3 Nephi 17:6–25 hebt geleerd. Noteer deze zin naast deze verzen in de kantlijn van je Schriften of in je Schriftendagboek. Deze Schriftteksten bevatten onder meer de volgende waarheid: De Heiland is vol liefde voor ons. Waarom is het voor jou belangrijk kennis te hebben van de waarheden over het karakter van de Heiland in deze verzen?

Lees de volgende uitspraak over geloof: ‘Wil uw geloof tot heilsverwerving leiden dan moet het gebaseerd zijn op de Heer Jezus Christus. […] U kunt geloof in Christus oefenen als u er zeker van bent dat Hij bestaat, u een correct idee hebt van zijn karakter, en u naar beste weten probeert zijn wil te doen.’ (Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004], p. 55.)

  1. Beantwoord de volgende vraag in je Schriftendagboek: Hoe draagt begrip van de liefdevolle aard van de Heiland ertoe bij dat je geloof in Hem kunt oefenen?

  2. Vertel iemand iets over wat je in 3 Nephi 17 over de Heiland hebt geleerd. Noteer in je Schriftendagboek de naam van deze persoon en vat samen wat je hem of haar hebt verteld.

Hoewel wij niet de ervaring met Jezus Christus van de Nephieten hebben gehad, zal voor ieder van ons de dag komen dat we Hem zullen zien en horen. Overpeins deze les de komende paar dagen. Denk tijdens het bidden over je verlangens, zwakheden, verdriet en beproevingen na over de liefde van de Heiland.

  1. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb 3 Nephi 17 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: