Seminarie
Unit 24: Dag 1, 3 Nephi 1


Unit 24: Dag 1

3 Nephi 1

Inleiding

Voordat de profeet Nephi (de zoon van Helaman) uit het land vertrok, gaf hij de kronieken door aan zijn oudste zoon, Nephi. De ongelovigen smeedden een plan om de gelovigen om te brengen als de profetieën aangaande de geboorte van Jezus Christus niet vóór een bepaalde dag waren vervuld. Toen Nephi voor het welzijn van de gelovigen tot de Heer bad, gaf de stem van de Heer hem ten antwoord dat de tekenen van zijn geboorte die nacht gegeven zouden worden. Ter vervulling van de profetie van Samuël de Lamaniet werd het niet donker toen de zon onderging en verscheen er een nieuwe ster. Ondanks de voortdurende pogingen van Satan om het geloof van de mensen te ondermijnen, ‘geloofde het merendeel van het volk wel, en werd het tot de Heer bekeerd’ (3 Nephi 1:22).

3 Nephi 1:1–26

Profetieën aangaande Jezus Christus gaan in vervulling en vele Nephieten bekeren zich

Afbeelding
On the Morrow Come I into the World

Denk aan mensen in de Schriften of uit de kerkgeschiedenis die hun leven voor het evangelie van Jezus Christus hebben geofferd. Waarom zouden ze bereid zijn geweest om dat offer te brengen?

In 3 Nephi 1 staat dat diverse trouwe Nephieten de keuze moesten maken of ze hun leven wilden geven om trouw aan hun geloof te blijven. Het hoofdstuk begint met de uitleg dat Nephi de heilige kronieken aan zijn zoon, die ook Nephi heette, gaf en vervolgens uit het land vertrok (zie 3 Nephi 1:1–3). Daarna wordt er verslag gedaan van de beproeving van het geloof van vele Nephieten.

Lees 3 Nephi 1:4–9 en kijk naar de moeilijke situatie van de trouwe Nephieten. Als jij Nephi was, hoe zou je je dan hebben gevoeld toen de tijd was aangebroken dat de gelovigen vernietigd zouden worden? Overweeg waarom sommige mensen het in een dergelijke situatie moeilijk zouden vinden om vol geloof te blijven.

Lees 3 Nephi 1:10–12 en zoek op wat Nephi op dat kritieke moment deed. Lees in 3 Nephi 1:13–14 het antwoord dat Nephi van de Heer ontving. Je kunt de woorden in 3 Nephi 1:13 markeren waaruit het volgende beginsel blijkt: De Heer zal alle woorden vervullen die Hij door zijn profeten heeft laten spreken.

  1. Stel je voor hoe het voor Nephi moet zijn geweest om het teken van de geboorte van de Heiland te zien. Beschrijf in je Schriftendagboek hoe jij zou hebben gereageerd als je daarbij aanwezig was geweest. Hoe zou je je gevoeld hebben als je Nephi was en het teken zojuist had gezien?

Lees 3 Nephi 1:4, 14–15, 19–21 en zoek naar aanvullende zinsneden die beklemtonen dat de Heer de woorden van zijn profeten blijft vervullen. Je kunt deze zinsneden in je Schriften markeren. Het is tijdens het lezen van 3 Nephi 1:14 wellicht nuttig om te begrijpen dat het Wezen dat aan het woord was, twee rollen vervult en vanuit allebei de perspectieven sprak: als Jehova (die de Vader is door het goddelijke gezag dat Hij van God heeft gekregen) en als Jezus Christus, de Zoon van God die spoedig sterfelijk zou worden.

Noteer de profetieën van Samuël de Lamaniet in de linkerkolom van het volgende schema om te zien hoe de profetieën aangaande de geboorte van de Heiland werden vervuld. Noteer daarna het vers uit 3 Nephi 1 en een korte beschrijving van de vervulling ervan in de rechterkolom.

Profetieën van Samuël de Lamaniet

Vervulling

Eerste profetie (Helaman 14:3–4):

3 Nephi 1:

Tweede profetie (Helaman 14:5):

3 Nephi 1:

Derde profetie (Helaman 14:6):

3 Nephi 1:

Vierde profetie (Helaman 14:7):

3 Nephi 1:

Let in 3 Nephi 1:16–18 op de manier waarop de goddelozen reageerden toen ze de tekenen zagen. Je kunt enkele reacties markeren. In 3 Nephi 1:18 komen we te weten dat enkelen van het volk ‘begonnen te vrezen wegens hun ongerechtigheid en hun ongeloof’. Denk na over de volgende vraag: Hoe leiden zonde en ongeloof tot angst?

Lees in 3 Nephi 1:22–23 wat de duivel probeerde te doen nadat de tekenen van de geboorte van de Heer waren gegeven. Vul de volgende uitspraak aan ter samenvatting van het beginsel in vers 22: Als we met Satans leugens worden geconfronteerd, kunnen we ervoor kiezen om .

Bisschop Richard C. Edgley, voormalig lid van de Presiderende Bisschap, heeft ons raad gegeven over de manier waarop we kunnen reageren op onze beproevingen van geloof. Markeer woorden of zinsneden die je aanmoedigen om ondanks de twijfels die Satan zaait voor geloof te kiezen:

Afbeelding
Bisschop Richard C. Edgley

‘Gezien de conflicten en moeilijkheden die op ons afkomen, stel ik u één keuze voor — een keuze voor gemoedsrust en bescherming, en een keuze die voor iedereen opgaat. Die keuze is geloof. Bedenk dat geloof ons niet komt aanwaaien, zonder enig nadenken, verlangen of inspanning van onze zijde. […] De Heiland heeft gezegd: “Komt tot Mij” (Matteüs 11:28) en “Klopt en u zal opengedaan worden” (Matteüs 7:7). Het gaat hier om werkwoorden — kom, klop. Het zijn keuzes. Dus zeg ik: kies voor geloof. Kies voor geloof boven twijfel, kies voor geloof boven angst, kies voor geloof boven het onbekende en onzichtbare; en kies voor geloof boven pessimisme. […]

‘[…] Als logica, rede of verstand botsen met heilige leringen en leer, of als allerlei tegenstrijdige berichten uw geloof onder vuur nemen […], kies er dan voor om het zaadje [van geloof] niet door ongeloof uit uw hart te werpen. Vergeet niet dat we pas een getuigenis krijgen na de beproeving van ons geloof (zie Ether 12:6).’ (‘Geloof: de keuze is aan u’, Liahona, november 2010, pp. 31–33.)

  1. Welke leugens en misleidingen gebruikt de duivel tegenwoordig om het hart van mensen tegen de waarheid te verstokken? Schrijf in je Schriftendagboek op wat je kunt doen om je geloof in Jezus Christus en zijn herstelde evangelie te behouden, zelfs wanneer de duivel probeert je aan het twijfelen te brengen.

Lees 3 Nephi 1:24–25 en stel nog een uitdaging vast waarmee sommige gelovigen te maken hadden. Overweeg wat jij kunt leren van de reacties van deze mensen toen ze inzagen dat ze het bij het verkeerde eind hadden.

3 Nephi 1:27–30

Nephitische afgescheidenen en sommige Lamanitische jongeren sluiten zich bij de rovers van Gadianton aan

Enkele jaren na de tekenen van Jezus Christus’ geboorte stelden enkele Nephitische afgescheidenen de standvastigheid van de getrouwen op de proef. Hoe kun je, ondanks aanvallen op de kerk, standvastig in het evangelie blijven? Lees 3 Nephi 1:27–30 en zoek op of ‘het opkomende geslacht’ van de Lamanieten een positieve of negatieve invloed op het geloof van anderen had.

Merk op dat veel Lamanitische jongeren ‘voor zichzelf gingen denken’ (3 Nephi 1:29) en zich van het evangelie afkeerden. Zuster Kathleen H. Hughes, voormalig lid van het algemeen ZHV-presidium, gaf een paar mogelijke betekenissen van de zinsnede ‘zodat zij voor zichzelf gingen denken’: ‘Voor mij betekent [dit] dat ze eerst aan zichzelf dachten en zich overgaven aan verlangens waarvoor de profeten hen hadden gewaarschuwd. Zij vielen voor de verleidingen en verlokkingen van Satan.’ (‘Opgroeien in de vreze des Heren’, Liahona, februari 2010, p. 42.)

Je kunt het volgende beginsel naast 3 Nephi 1:29–30 in je Schriften of in je Schriftendagboek noteren: Als we aan verleiding toegeven, kan ons voorbeeld een negatieve invloed op het geloof en de rechtschapenheid van anderen hebben.

  1. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek om te begrijpen hoe dit beginsel op jou van toepassing is:

    1. Kun je een voorbeeld geven van het bovenstaande beginsel? Hoe kun je trouw blijven, ook als mensen om je heen daar niet voor kiezen?

    2. Hoewel het belangrijk is om te weten dat ons voorbeeld een negatieve invloed op anderen kan hebben, is het ook belangrijk te beseffen dat ons voorbeeld anderen kan sterken. Heb je weleens gezien dat ‘het opkomende geslacht’ of een jongere in de kerk een positieve invloed op het geloof van anderen had?

  2. Noem in je Schriftendagboek op wat je kunt doen om een positieve invloed op het geloof van mensen in je familie, je wijk of gemeente of je vriendenkring te hebben. Kies twee dingen uit en schrijf op wat je gaat doen om dit te bereiken.

  3. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb 3 Nephi 1 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: