Seminarie
Unit 9: Dag 2, 2 Nephi 33


Unit 9: Dag 2

2 Nephi 33

Inleiding

Nephi besloot zijn kroniek met de verklaring dat zijn opgetekende woorden getuigen van Jezus Christus en mensen overreden goed te doen en tot het einde te volharden. Hij zei dat hoewel hij ‘in zwakheid’ had geschreven, zijn woorden voor wie ze zouden lezen ‘van grote waarde’ waren en ‘sterk [zouden] worden gemaakt’ (zie 2 Nephi 33:3–4). Hij getuigde dat zijn geschriften ‘de woorden van Christus’ waren en dat de mensen voor God rekenschap moesten afleggen van hun reactie op die woorden (zie 2 Nephi 33:10–15).

Afbeelding
Nephi and gold plates
  1. In de vorige les werd je gevraagd om te proberen 24 uur lang ‘altijd [te] bidden’. Noteer in je Schriftendagboek je gedachten en gevoelens over deze ervaring.

2 Nephi 33:1–15

Nephi legt het doel van zijn schrijven uit

Bedenk redenen waarom jij wilt dat de Heilige Geest een boodschap in je hart brengt.

Wat is het verschil tussen een boodschap die tot iemands hart komt en een boodschap die in iemands hart komt?

Afbeelding
heart shpe

Lees 2 Nephi 33:1 en zoek op welk woord — tot of in — Nephi gebruikte om te beschrijven waar de Heilige Geest zijn boodschap naartoe zendt. Je zou je bevindingen kunnen markeren.

Waarom denk je dat het veelzeggend is dat de Heilige Geest de waarheid tot ons hart voert maar niet in ons hart?

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen deed over 2 Nephi 33:1 de volgende uitspraak: ‘U ziet dat de macht van de Geest de boodschap tot maar niet noodzakelijkerwijs in het hart voert. Een leerkracht kan uitleggen, demonstreren, overreden en getuigen, en dat op zeer krachtige en doeltreffende wijze doen. Maar uiteindelijk zal de inhoud van de boodschap en de invloed van de Heilige Geest alleen in het hart doordringen als de ontvanger daarvoor openstaat. Leren door geloof opent de weg die leidt tot in het hart.’ (‘Zoek kennis door geloof’, Liahona, september 2007, p. 20.)

Afbeelding
Ouderling Gerald N. Lund

Ouderling Gerald N. Lund, voormalig lid van de Zeventig, legde uit waarom de Heilige Geest het woord tot, maar niet in het hart brengt: ‘Waarom slechts tot het hart? Onze individuele keuzevrijheid is zo heilig, dat onze hemelse Vader het hart van de mens nooit met geweld zal binnendringen, ook al heeft Hij alle macht. Andere mensen kunnen dat wel proberen, maar God niet. Met andere woorden, God staat ons toe dat we ons eigen hart als poortwachters bewaken. We moeten ons hart uit eigen vrije wil openstellen voor de Geest.’ (‘Ons hart openstellen’, Liahona, mei 2008, p. 33.)

Wat moeten mensen volgens jou doen om hun hart open te stellen voor de Geest?

Lees 2 Nephi 33:2 en stel vast wat er gebeurt als mensen ervoor kiezen om hun hart te verharden.

  1. Schrijf in je Schriftendagboek op welk gedrag en welke houding iemand met een open hart zou hebben met betrekking tot persoonlijke Schriftstudie, thuisseminarie en een avondmaalsdienst.

Uit 2 Nephi 33:1–2 leren we het volgende beginsel: Als wij ons hart openstellen, kunnen boodschappen van de Heilige Geest in ons hart doordringen. Je zou dit beginsel in je Schriften kunnen noteren.

  1. Noteer in je Schriftendagboek je antwoord op de volgende vragen:

    1. Wanneer heb je gevoeld dat een evangelieboodschap in je hart doordrong? Wat waren de omstandigheden en wat was het resultaat?

    2. Wat zegt dat over je hart op dat moment?

Lees 2 Nephi 33:3–7 en zoek op welke hoop Nephi had voor hen die zijn woorden zouden lezen. Vul de volgende zinnen aan met je eigen woorden of met de woorden van Nephi. Wees er bedacht op dat enkele zinnen meerdere antwoorden kunnen hebben:

2 Nephi 33:3 — ik bid onophoudelijk voor .

2 Nephi 33:4 — ik weet .

2 Nephi 33:6 — ik roem .

2 Nephi 33:7 — ik heb .

Denk er bij het afronden van je studie van 2 Nephi 33 aan dat deze verzen Nephi’s laatste opgetekende getuigenis bevatten. Lees 2 Nephi 33:10–14 en stel je voor dat je deze woorden van Nephi zelf zou horen. Je zou de zinsneden kunnen onderstrepen die voor jou een speciale betekenis hebben.

  1. Noteer in je Schriftendagboek enkele zinsneden uit 2 Nephi 33:10–14 die een speciale betekenis voor jou hebben en leg uit waarom. Beantwoord tevens de volgende vraag in je Schriftendagboek: Wat zullen mensen die in Christus geloven van het Boek van Mormon vinden? (Zie 2 Nephi 33:10.)

Lees 2 Nephi 33:15 en denk na over Nephi’s laatste woorden: ‘Ik moet gehoorzamen.’ Je zou ‘1 Nephi 3:7’ als kruisverwijzing naast 2 Nephi 33:15 in je Schriften kunnen noteren. Lees 1 Nephi 3:7 nogmaals en stel vast hoe deze twee verzen met elkaar in verband staan.

  1. Neem enkele minuten de tijd om voorbeelden van Nephi’s gehoorzaamheid in 1 Nephi and 2 Nephi op een rij te zetten. Noteer in je Schriftendagboek enkele voorbeelden die je hebt gevonden. Zoek ook naar een passage met een speciale betekenis voor jou die je ertoe heeft aangezet om goed te doen, beter te worden, of in de Heiland te geloven, zoals Nephi zei (zie 2 Nephi 33:1). Schrijf deze passage op in je Schriftendagboek.

Nephi’s laatste getuigenis en zijn waarschuwing aan wie zijn woorden verwerpen, geven ons een grotere verantwoordelijkheid met betrekking tot de manier waarop we met het Boek van Mormon omgaan. President Joseph Fielding Smith heeft gezegd dat wij, als leden van de kerk, de verantwoordelijkheid hebben om het Boek van Mormon te bestuderen:

‘Ik denk dat ieder lid van deze kerk nooit tevreden kan zijn totdat hij of zij het Boek van Mormon keer op keer heeft gelezen en er zorgvuldig over heeft nagedacht, zodat hij of zij kan getuigen dat het inderdaad een door God geïnspireerd verslag is, en dat de geschiedenis ervan waar is. […]

‘[…] Geen enkel lid van deze kerk kan in de tegenwoordigheid van God verkeren als hij niet zorgvuldig het Boek van Mormon heeft gelezen.’ (Conference Report, oktober 1961, p. 18.)

Jij hebt de mogelijkheid om te kiezen hoe je met Nephi’s woorden en het Boek van Mormon omgaat.

  1. Denk erover na hoeveel moeite je doet om het Boek van Mormon te bestuderen en noteer in je Schriftendagboek hoe je je studie kunt verbeteren.

Afbeelding
President Gordon B. Hinckley

Lees ter afsluiting van deze les president Gordon B. Hinckleys belofte aan allen die ijverig het Boek van Mormon bestuderen: Ook al heeft u het al vele malen gelezen, [er zal] een grotere mate van de Geest des Heren in uw huis zal komen. U zult zijn geboden met grotere vastberadenheid gehoorzamen, en u zult een sterker getuigenis ontvangen dat de Zoon leeft.’ (‘Een krachtig en waar getuigenis’, Liahona, augustus 2005, p. 6.)

  1. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb 2 Nephi 33 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken:

Afbeelding
young man marking scriptures