Seminarie
Unit 6: Dag 1, 2 Nephi 4–5


Unit 6: Dag 1

2 Nephi 4–5

Inleiding

In 2 Nephi 4 lees je over Lehi die zijn familie bijeenroept om hun zijn laatste raad en zegen te geven voordat hij zou sterven. Na de dood van Lehi waren Laman en Lemuël toornig op Nephi ‘wegens de vermaningen des Heren’ die Nephi hun gepredikt had (zie 2 Nephi 4:13–14). Nephi was bedroefd wegens de houding en daden van zijn broers en wegens zijn eigen zwakheden en zonden. Hij legde zijn gevoelens in expressieve en poëtische taal vast (zie 2 Nephi 4:15–35). In 2 Nephi 5 waarschuwde de Heer Nephi en zijn volgelingen om te vluchten voor Laman, Lemuël en de zoons van Ismaël. Na deze afscheiding leidden de Nephieten een rechtschapen en gelukkig leven, terwijl zij die bij Laman en Lemuël bleven zich geestelijk van de Heer afsneden. Nephi’s toewijding aan de Heer gaf hem de kracht zonde en ontmoediging te overwinnen. Nephi beschreef vervolgens hoe hij en zijn volk ‘een leven van geluk leidden’ (2 Nephi 5:27).

2 Nephi 4:3–11

Lehi geeft raad aan en zegent zijn familie

Denk terug aan een tijd waarin je raad of advies van je moeder, vader of leiders kreeg. Volgde je het advies op? Waarom heb je het advies wel of niet opgevolgd? Heb je spijt? In 2 Nephi 4:1–11 schreef Nephi Lehi’s laatste raad en zegen aan zijn familie op. Lees 2 Nephi 4:4–5 en stel Lehi’s raadgevingen aan zijn kinderen vast die ook op jou van toepassing kunnen zijn. Hebben je ouders, familieleden of leiders je weleens dergelijke raad gegeven?

Afbeelding
Lehi holding brass plates
  1. Maak in je Schriftendagboek een lijstje met enkele zegeningen die jij hebt ontvangen doordat je gehoor gaf aan de raadgevingen van hen die om je geven. Welke zegeningen zijn voortgekomen uit gehoorzaamheid aan de geboden van de Heer?

2 Nephi 4:12–35

Nephi uit zijn vertrouwen in de Heer en erkent zijn zwakheden

In 2 Nephi 4:12–35 schreef Nephi ‘de dingen van [zijn] ziel’ (2 Nephi 4:15). Lees 2 Nephi 4:15–16 en zoek op waar Nephi zich in verlustigde.

Denk aan de goede dingen die jou grote vreugde brengen. Maak de volgende zinnen af met verschillende antwoorden: Mijn ziel verlustigt zich .

  1. Noteer in je Schriftendagboek wat het volgens jou betekent om je te verlustigen in de dingen des Heren.

Nephi zei dat zijn ‘hart [de Schriften] overweegt’ (2 Nephi 4:15). Overwegen betekent niet slechts mediteren of diep nadenken over de Schriften; het betekent ook het openstellen van ons hart voor openbaring en begrip.

Nephi kende momenten van grote vreugde in zijn leven, maar had ook te maken met moeilijke momenten. Kijk nogmaals in 2 Nephi 4:12–13 met welke moeilijkheden Nephi op dat moment in zijn leven zoal te maken had.

Lees 2 Nephi 4:17–18 en stel vast waarom Nephi nog meer bedroefd was. Houd bij het lezen de volgende definitie in gedachten: Vlees verwijst naar de zwakheden in onze sterfelijke staat. Hoewel Nephi bedroefd was wegens zijn zonden, moeten we niet denken dat hij schuldig was aan grote overtredingen.

Denk terug aan een tijd in je leven waarin je dezelfde soort gevoelens had als Nephi (een tijd waarin je een dierbare verloren had, waarin anderen boos op je waren omdat jij de Heer wilde volgen, waarin je met moeilijkheden of teleurstelling te maken kreeg, of waarin je bedroefd was wegens je zonden, zwakheden en verleidingen). Lees 2 Nephi 4:19 en stel de zinsnede vast waaruit ondanks Nephi’s smarten, hoop spreekt. Wat bedoelde Nephi volgens jou toen hij zei: ‘Ik [weet] op wie ik heb vertrouwd’? Hoe kan je een groter vertrouwen stellen in God?

Zoek bij je verdere studie naar bewijs van het evangeliebeginsel dat God steunt wie op Hem vertrouwen.

  1. Beantwoord in je Schriftendagboek de vragen in het volgende overzicht:

Verwijzing

Hoe deze verzen op Nephi van toepassing waren

Hoe deze verzen op jou van toepassing zijn

2 Nephi 4:20–25

  1. Hoe had de Heer Nephi in het verleden gezegend voor het vertrouwen dat hij in Hem stelde?

  1. Hoe heeft de Heer jou gezegend toen je op Hem vertrouwde?

2 Nephi 4:26–30

  1. Op welke manier had de herinnering aan zijn zegeningen invloed op Nephi’s verlangen rechtvaardig te zijn?

  1. Op welke manier hebben de zegeningen van de Heer invloed gehad op jouw verlangen rechtvaardig te zijn?

2 Nephi 4:31–33

  1. Waar bad Nephi om?

  1. Hoe kun jij deze verzen van toepassing maken op jouw gebeden?

Lees 2 Nephi 4:34–35 en markeer zinsneden die Nephi’s vertrouwen in de Heer aantonen.

  1. Schrijf in je Schriftendagboek op wat jij van het bestuderen van 2 Nephi 4:17–35 hebt geleerd en noteer manieren waarop jij meer vertrouwen in de Heer zou willen krijgen.

2 Nephi 5:1–8

De Heer scheidt de Nephieten af van de Lamanieten

Denk bij je studie van 2 Nephi 5 na over moeilijke problemen en keuzes die je ondervindt of hebt ondervonden. In dit hoofdstuk legt Nephi uit dat zijn broers ‘[hem] naar het leven stonden’ (2 Nephi 5:2). Merk in 2 Nephi 5:1 op wat Nephi deed om een oplossing voor het probleem te vinden. Markeer daarna in je Schriften wat de Heer in 2 Nephi 5:5 deed om Nephi te helpen.

Afbeelding
group of Nephites

Als gevolg van deze waarschuwing verlieten Nephi en ‘zij die geloofden in de waarschuwingen en openbaringen van God’ (2 Nephi 5:6) hun eerste erfland. Zij reisden ‘vele dagen lang’ (2 Nephi 5:7) en vestigden zich in een plaats die zij Nephi noemden. Deze ervaring toont aan dat de openbaringen van God gehoorzamen veiligheid biedt.

Lees het volgende getuigenis van ouderling Paul V. Johnson van de Zeventig: ‘Het is goed om te weten dat de Heer ons in tijden van kwaad en verleiding niet aan ons lot overlaat. Voor ieder van ons is meer dan voldoende leiding beschikbaar, als we maar bereid zijn om te luisteren. Jullie hebben de gave van de Heilige Geest ontvangen om je te leiden en te inspireren. Jullie hebben de Schriften, je ouders, kerkleiders en leerkrachten. Jullie hebben ook de woorden van de profeten, zieners en openbaarders in deze tijd. Er is zoveel leiding beschikbaar dat je eigenlijk geen grote fouten hoeft te begaan, tenzij je de leiding die je ontvangt bewust negeert.’ (‘De zegeningen van de algemene conferentie’, Liahona, november 2005, p. 51.)

  1. Noteer in je Schriftendagboek een waarschuwing die jij van de Heer, zijn profeten, of andere kerkleiders hebt gekregen. Wat doe jij om gehoor te geven aan die waarschuwing? Hoe heeft gehoor geven aan die waarschuwing jou geholpen en hoe zal het je in de toekomst helpen?

2 Nephi 5:9–18, 26–27

De Nephieten leiden een leven van geluk

Nadat hij voorbeelden van omstandigheden die tot de verdeeldheid van Lehi’s familie leidden had aangehaald, beschreef Nephi het leven van ‘het volk van Nephi’ (2 Nephi 5:9). Lees 2 Nephi 5:27 en markeer de zinsneden die het leven van de Nephieten weergeven. Wat denk je dat het betekent om ‘een leven van geluk’ te leiden?

  1. Lees 2 Nephi 5:10–18, 26 aandachtig en markeer in je Schriften wat de Nephieten hadden of deden wat bijdroeg aan hun geluk. Kies een van deze dingen en noteer in je Schriftendagboek hoe die daad of houding aan jouw geluk heeft bijgedragen. Als je bijvoorbeeld het feit kiest dat de Nephieten een tempel bouwden (zie 2 Nephi 5:16), zou je kunnen beschrijven hoe de tempel jou en je familie groter geluk heeft gebracht.

De daden en houdingen die je hebt vastgesteld, zijn onderdeel van het evangelie van Jezus Christus naleven. Je zou het volgende beginsel in je Schriften naast 2 Nephi 5:27 kunnen noteren: Als we volgens het evangelie van Jezus Christus leven, worden we gelukkiger. Dat gold ook voor de Nephieten in moeilijke tijden. Denk over je eigen leven na en besluit wat jij kunt doen om een leven van geluk te gaan leiden. Noteer dat in je eigen dagboek of in je Schriften. De beginselen die je vandaag hebt bestudeerd, leiden tot geluk.

  1. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb 2 Nephi 4–5 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: