‘Tiende: een zegen, geen last’, Liahona, december 2022.
Kom dan en volg Mij
Tiende: een zegen, geen last
God heeft ons de wet van tiende gegeven om ons zowel stoffelijk als geestelijk te zegenen.
Ik ben een bekeerling tot De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Toen ik 10 was, klopten de zendelingen bij ons aan en liet mijn moeder ze binnen. Ze had zich ruim tien jaar eerder laten dopen, maar had jarenlang afstand van de kerk genomen. De zendelingen onderwezen ons. Mijn moeder werd weer actief, en vier van mijn broers en zussen en ik lieten ons dopen.
In die tijd leefden we in zeer moeilijke economische omstandigheden. Mijn moeder, die van mijn vader gescheiden was, werkte hard om voor ons te zorgen. Ze had drie verschillende banen, maar toch verdiende ze amper genoeg om in onze behoeften te voorzien. Desondanks was mijn moeder als actief lid van de kerk bereid haar doopverbonden na te komen en de geboden te gehoorzamen die God ons heeft gegeven, waaronder de wet van tiende. Dus hoewel het moeilijk voor haar en het hele gezin was, betaalde ze tiende.
Mijn moeder nodigde ook graag de zendelingen uit om bij ons thuis te eten. Soms nodigde ze meer dan tien zendelingen uit. En er vond bij ons thuis een wonder plaats dat lijkt op het wonder in het Nieuwe Testament, toen de Heer de vijfduizend mensen met vijf broden en twee vissen te eten gaf en er meer dan genoeg was om hun honger te stillen. Dat gebeurde bij mijn familie wanneer de zendelingen bij ons thuis aten. Als we op de Heer vertrouwden, was er op de een of andere manier genoeg.
Mijn moeder leerde me door voorschrift en voorbeeld dat God ons de wet van tiende heeft gegeven om ons zowel stoffelijk als geestelijk te zegenen.
De wet van tiende
Ik geloof in de wet van tiende. Deze wet bestaat al sinds de oudheid en houdt in dat we 10 procent van onze opbrengst aan de kerk doneren om de kinderen van onze hemelse Vader tot zegen te zijn. Tiende wordt onder meer gebruikt om:
-
de bouw en het onderhoud van kerkgebouwen en tempels te financieren;
-
het prediken van het evangelie van Jezus Christus te ondersteunen;
-
de druk van de Schriften in verschillende talen mogelijk te maken;
-
scholen van de kerk en godsdienstonderwijs in de vorm van seminarie en instituut te bekostigen;
-
familiehistorische documenten te verzamelen, digitaliseren en behouden.
Een zegen, geen last
Voor mij is de wet van tiende een zegen en geen last. In Maleachi 3:10 zegt de Heer: ‘Beproef Mij toch hierin […] of Ik niet de vensters van de hemel voor u zal openen.’ Ik vind deze directe uitnodiging prachtig. Voor mij is het alsof de Heer tegen mij persoonlijk zegt: ‘Als je mij niet gelooft, doe het dan gewoon, dan zul je het zien.’
Wat Hij vervolgens zegt, vervult mij met vertrouwen en hoop: ‘En [Ik zal] zegen over u uitgieten, zodat er geen schuren genoeg zullen zijn’ (Maleachi 3:10). Ik getuig dat de Heer zijn beloften altijd nakomt.
‘Wie ben Ik, zegt de Heer, die heb beloofd en niet heb vervuld?
‘Ik gebied en de mensen gehoorzamen niet; Ik herroep en zij ontvangen de zegening niet.
‘Dan zeggen zij in hun hart: Dit is niet het werk van de Heer, want zijn beloften zijn niet vervuld’ (Leer en Verbonden 58:31–33).
‘Waarom ben ik niet gezegend?’
Aan het einde van een avondmaalsdienst kwam er eens een zuster naar me toe en vroeg mij om raad. Ze zei dat ze haar geloof in de wet van tiende aan het verliezen was. Ze legde uit dat ze al een tijdje probeerde een promotie te krijgen. Hoewel ze haar tiende trouw had betaald en God had gevraagd om haar met deze promotie te zegenen, had ze die zeer gewenste zegening niet ontvangen. Mijn raad voor deze zuster was dezelfde die ik u nu geef.
Ik heb geleerd dat wanneer de Heer ons zoveel zegeningen belooft dat er niet genoeg ruimte zal zijn om ze te ontvangen, we soms denken dat we meteen materiële rijkdommen zullen ontvangen, zoals een salarisverhoging of promotie op ons werk. Maar ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Door de wet van tiende na te leven, krijgen we vaak aanmerkelijke maar subtiele zegeningen die niet altijd zijn wat we verwachten en die we gemakkelijk over het hoofd kunnen zien.’1
De zegeningen herkennen
Het is belangrijk om te vermelden dat deze zegeningen makkelijker te herkennen zijn door de Heilige Geest. Ik voel me persoonlijk gezegend dat ik jarenlang een vaste baan had. Ik voel me gezegend omdat de Heer mij, mijn vrouw en mijn kinderen een goede gezondheid heeft gegeven. Hij heeft me gezegend in de zin dat ik mijn tijd en middelen heb leren beheren en een aanvullende opleiding heb genoten. Hij heeft me geholpen om mijn stoffelijke middelen te leren beheren, zodat ik meer kan maken van wat Hij me heeft gegeven.
De Heilige Geest heeft me geleerd dat ik dankbaar voor al deze dingen moet zijn. Dat betekent het voor mij dat de vensters van de hemel geopend worden en we zegeningen in overvloed ontvangen.
Niet van beproevingen vrijgesteld
Tiende betalen stelt ons niet vrij van beproevingen, maar ik ben gaan beseffen dat de Heer me met kracht en wijsheid heeft gezegend en het pad heeft bereid zodat ik moeilijke tijden kan overwinnen.
Toen mijn oudste zoon nog een baby was, werd ik op kantoor gebeld. Er was bij mij thuis ingebroken. Mijn grootste zorg betrof het welzijn van mijn vrouw en zoon. Veel van onze spullen waren meegenomen, inclusief onze paspoorten en visums, die we net hadden aangevraagd om een cursus in het buitenland te volgen. Ondanks de verloren bezittingen voelde ik me enorm gezegend omdat mijn vrouw en zoon niet thuis waren toen de inbraak plaatsvond. Dat was zeker een zegen.
De Heer opende de vensters van de hemel en plaatste de juiste mensen op ons pad die ons konden helpen om de documenten weer te verkrijgen die we nodig hadden om de cursus bij te wonen. En ondanks de innerlijke onrust die een inbraak kan veroorzaken, kregen mijn gezin en ik de zegen van geestelijke geruststelling dat alles goed zou komen.
Enige tijd later werd het bedrijf waar ik werkte zwaar geraakt door een sociaal-politiek conflict in mijn woonplaats. Ik was bang dat alles wat ik met hard werken en opoffering had opgebouwd, verloren zou gaan. De vensters van de hemel werden echter opnieuw geopend. Dankzij geloof, doorzettingsvermogen en hard werken herstelde het bedrijf.
‘Deze arme weduwe [heeft] er meer in geworpen dan allen die iets in de schatkist geworpen hebben.
‘Want zij allen hebben van hun overvloed erin geworpen; maar deze heeft van haar armoede alles wat zij had, erin geworpen, heel haar levensonderhoud.’
Het muntje van de weduwe, James Tissot
Met een eerlijke bedoeling
In de Kerk van Jezus Christus hechten we veel waarde aan de heilige aard van tiende en andere offergaven. De wet van tiende beproeft zowel de rijken als de armen. De armen kunnen misschien zeggen: ‘Ik heb deze 10 procent nodig om te overleven.’ Of de rijken kunnen zeggen: ‘10 procent is veel.’ Maar of we nu arm of rijk zijn, de Heer vraagt ons om onze offers met een volmaakt voornemen van hart en een eerlijke bedoeling te geven. Ongeacht het bedrag van ons offer moet het een volledige tiende zijn. Denk aan het verhaal van het muntje van de weduwe:
‘En toen Jezus was gaan zitten tegenover de schatkist, zag Hij hoe de menigte geld in de schatkist wierp; en veel rijken wierpen er veel in.
‘En er kwam één arme weduwe, die er twee kleine munten in wierp, dat is een kwadrant.
‘En toen Hij Zijn discipelen bij Zich geroepen had, zei Hij tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat deze arme weduwe er meer in geworpen heeft dan allen die iets in de schatkist geworpen hebben.
‘Want zij allen hebben van hun overvloed erin geworpen; maar deze heeft van haar armoede alles wat zij had, erin geworpen, heel haar levensonderhoud’ (Markus 12:41–44).
Ik getuig dat de wet van tiende mij tot zegen is geweest. De Heer opent werkelijk de vensters van de hemel en stort overvloedig zegeningen uit. Die zegeningen komen niet altijd wanneer we dat willen, maar we moeten naar de leiding van de Geest streven, zodat we kunnen herkennen wat onze hemelse Vader ons wel overvloedig geeft. Ik bid dat de Heer u zal zegenen zodat u zelf de zegeningen van de wet van tiende mag herkennen.