Donderdag 150 pagina’s?
Illustratie Anna Godeassi
Ik was op een dieptepunt beland. Mijn vrouw had een scheiding aangevraagd nadat ze er met een andere man vandoor was gegaan. Ik was 30 jaar en woonde bij mijn moeder. Mijn baan stond ook op de tocht.
De eindredacteur van de krant waar ik werkte, had me gewaarschuwd: ‘Als je nog één keer dronken op het werk komt, word je op staande voet ontslagen.’ Ik vroeg me onderweg naar huis af hoe ik kon stoppen met drinken.
Precies op dat moment spraken twee zendelingen me aan over De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Ik zei dat ik geen belangstelling had. Maar ik gaf ze als journalist wel mijn visitekaartje.
Enkele dagen later zei mijn moeder dat er twee Amerikanen aan de deur stonden.
‘Ze hebben je visitekaartje’, zei ze.
Het waren dezelfde zendelingen van een paar dagen daarvoor. Een van hen gaf me een brochure en sprak over de profeet Joseph Smith. Zijn collega gaf me daarna een exemplaar van het Boek van Mormon. Hij vroeg of ik er enkele hoofdstukken uit wilde lezen. Ik stemde ermee in, waarna hij me strak aankeek en me vroeg om 150 pagina’s te lezen.
‘Onmogelijk!’ zei ik.
‘We komen donderdag weer langs’, zei hij. Dat was een paar dagen later. Ik dacht niet dat ik al die pagina’s in die tijd kon lezen.
Ik had de volgende dag na mijn werk een sterke drang om met mijn vrienden te gaan drinken. Toen moest ik aan de waarschuwing van de eindredacteur denken en aan de 150 pagina’s die ik zou lezen. Ik ging naar huis en begon het Boek van Mormon te lezen. Ik las ook de brochure over Joseph Smith.
De Geest raakte mijn hart terwijl ik over Joseph Smith las. Ik voelde ook dat het Boek van Mormon waar was doordat ik meer over de Heiland las en leerde. Ik had al snel 150 pagina’s gelezen. De zendelingen kwamen op donderdag terug en vroegen of ik gelezen had.
‘Ja!’ zei ik. ‘Alle 150 pagina’s!’
Ik wilde meer weten. Toen ze mij over het woord van wijsheid vertelden, zei ik dat ik geen alcohol meer wilde drinken.
De zondag erop woonde ik mijn eerste vasten-en-getuigenisdienst bij. Ik gaf mijn pas verkregen getuigenis van Joseph Smith en het Boek van Mormon. Ik liet me spoedig daarna dopen en als lid van de kerk bevestigen.
In de 48 jaar na mijn doop heb ik geprobeerd me aan de geboden te houden en dicht bij de kerk te blijven. Ik ben opnieuw getrouwd en heb met mijn vrouw een zending vervuld. Door de jaren heen heb ik veel roepingen gehad. Ik ben tegenwoordig in de tempel werkzaam. Ik dank de Heer daar telkens weer dat Hij mij uit de duisternis naar het licht toe heeft getrokken.