2008
Extra ideeën voor de participatieperiode, september 2008
September 2008


Extra ideeën voor de participatieperiode, september 2008

Jeugdwerkleidsters kunnen de volgende ideeën gebruiken als aanvulling op de participatieperiode in deze uitgave van de Liahona. Voor de les, de instructies en de activiteit die overeenkomen met deze ideeën, raadpleegt u ‘Hemelse Vader, hoort U mijn gebed?’ op pp. K4 en K5 van De Kindervriend in deze uitgave.

  1. Vóór de participatieperiode maakt u woordstroken met de verschillende woorden die kinderen gebruiken om ‘dank U’ te zeggen, zoals te vinden in ‘Kinderen overal ter wereld’ (Kinderliedjes, pp. 4–5). Zorg ervoor dat u het lied goed kent en dat u het gedurende de hele participatieperiode gebruikt om het gebed te behandelen.

    Laat Evangelieplaat 600 (De wereld) zien. Zing de volgende zinsnede voor de kinderen en laat ze het ontbrekende woord raden: ‘Als ’t avond wordt, zie je in ieder land hoe de kind’ren ________ net als hier.’ Zet het woord bidden op het bord.

    Laat woordstroken zien van de verschillende manieren waarop kinderen over de hele wereld ‘dank U’ zeggen. Herhaal de woorden enkele malen. Zing dat gedeelte van het lied verscheidene malen zodat de kinderen vertrouwd raken met de woorden. Zet de woorden Wij danken U op het bord.

    Zing de tweede helft van het lied, te beginnen met de woorden: ‘Hun hemelse Vader hoort hen.’ Vraag de kinderen wat onze hemelse Vader doet (hoort ze, verstaat ze, houdt van ze en kent ze). Zet de woorden op het bord die beschrijven wat Hij doet.

    Hang de volgende platen op het bord met de tekstverwijzingen onder iedere plaat: Evangelieplaat 107 (Mozes en de brandende braamstruik) — Exodus 3:4; Evangelieplaat 120 (Henoch en zijn volk worden tot God opgenomen) — (Mozes 6:27); Evangelieplaat 111 (De jonge Samuël door de Heer geroepen) — 1 Samuël 3:10; Evangelieplaat 303 (Nephi bedwingt zijn opstandige broers) — 1 Nephi 2:19; Evangelieplaat 403 (Het eerste visioen) — Geschiedenis van Joseph Smith 1:17; Jeugdwerk 5 platen, 5–38 — LV 11:23. Laat vrijwilligers iedere tekst voorlezen. Leer de kinderen dat onze hemelse Vader al zijn kinderen bij naam kent.

    Zorg ervoor dat ieder kind een kopie van de activiteit op pagina K4 heeft. Geef de kinderen de tijd om de tekening te kleuren.

    Uit ‘Kinderen overal ter wereld’ zingt u de woorden: ‘zeggen dank U, dank U, op hun eigen manier.’ Lees de tekst uit Alma op pagina K4 voor en bespreek dat we ‘dank U’ moeten zeggen voor alle zegeningen die we ontvangen. Zing het hele lied en geef uw getuigenis dat onze hemelse Vader gebeden beantwoordt door ons te zegenen met wat we nodig hebben.

  2. Zet op het bord het citaat van president Boyd K. Packer uit Jeugdwerk 7, les 11, activiteit 4. Leg aan de kinderen uit dat als zij tijdens de participatieperiode aandachtig luisteren, zij in staat zullen zijn om de ontbrekende woorden in te vullen.

    Bereid drie posten voor waar de kinderen leren dat gebeden door middel van de Heilige Geest, de Schriften en andere geïnspireerde manieren beantwoord worden. (Zie ‘Posten’, Onderwijzen — geen grotere roeping, pp. 169–170). Gebruik muziek om aan te geven dat het tijd is om naar de volgende post te gaan. Mogelijke liedjes: ‘Lees, denk en bid’ (Kinderliedjes, p. 66); ‘Omdat hier liefde is’ (Kinderliedjes, pp. 102–103); ‘Volg de profeet’, (Kinderliedjes, pp. 58–59) en ‘Kracht uit de Schriften’, (Kinderprogramma in de avondmaalsdienst en overzicht participatieperiode 2006).

    Na de posten verzamelt u de kinderen en maakt u op het bord de activiteit met de ontbrekende woorden af. Geef uw getuigenis dat gebeden door middel van de Heilige Geest, de Schriften en andere geïnspireerde manieren beantwoord worden.