2008
Mijn broer en de puppy
September 2008


Van vriend tot vriend

Mijn broer en de puppy

‘Bewijst elkander liefde en barmhartigheid’ (Zacharia 7:9).

Afbeelding
Elder Keith R. Edwards

Ik was zo gezegend om op te groeien onder mensen die van me hielden en die me ten goede beïnvloedden. De mensen die de grootste invloed op me hadden, waren mijn eigen familieleden. Mijn ouders kozen het goede en zij vertrouwden erop dat ik dat ook deed. En mijn oudere broers gaven een goed voorbeeld dat ik kon volgen.

Een oudere broer leerde mij een belangrijke les toen ik vijf jaar was. Dat was toen mijn tweelingbroer, Karl, en ik een puppy kregen. We begrepen niet welke verantwoordelijkheid een huisdier met zich meebrengt. We dachten dat het gewoon een speeltje was waar je eigenlijk niet voor hoeft te zorgen. We maakten ons er niet zo druk over of de hond eten of water kreeg, of verzorging. Maar we hadden een oudere broer die er heel anders over dacht. Hij hield heel veel van dieren. Hij zag de behoefte van het hondje en zorgde ervoor.

De hond groeide op met de gedachte dat hij van onze broer was, en we hadden er wel eens ruzie over van wie hij nou eigenlijk was. Karl en ik hielden vol dat het onze hond was, en we hadden wel eens wedstrijden met onze oudere broer om te zien naar wie de hond toe zou gaan als hij geroepen werd. De hond ging altijd naar onze broer.

De hond begreep wat loyaliteit inhoudt en wist dat onze broer hem liefde gaf. Daardoor heb ik iets heel belangrijks geleerd over de wet van de oogst, die ons zegt dat we alleen oogsten wat we zaaien. Mijn broer zaaide liefde toen hij voor onze hond zorgde, en hij oogstte de beloning van vertrouwen en loyaliteit.

Mijn moeder kende die les ook. Ze had groot geloof. Toen ze nog jong was, gingen haar ouders niet erg vaak naar de kerk, dus ging ze maar in haar eentje naar de kerk. Mede door haar liefdevolle voorbeeld werden haar ouders weer actief in de kerk.

Toen ik nog jong was, stond mijn moeder vaak op tijdens de vasten-en-getuigenisdienst om haar getuigenis te geven. Ze zei dan hoeveel ze haar zoons waardeerde en wat een fijne jongens het waren. Haar geloof in ons had grote voordelen. Zelfs als we haar woorden niet altijd waarmaakten, liet ze ons zien dat we goede mensen konden worden.

Net zoals mijn moeder geloof had in mijn broers en mij, heb ik groot geloof in de opkomende generatie kinderen in deze tijd. Jullie zijn bewaard voor deze tijd. Het verwondert mij om zo veel fijne, mooie kleine kinderen te zien met zo veel geloof. Jullie, kinderen, zijn de toekomst van de kerk, en jullie worden voorbereid op een groot werk. Doen jullie in geloof je best, dan zaai je zaadjes van gerechtigheid en oogst je de zegeningen die de Heer voor je heeft.