2008
Ik doe mijn deel en God doet de rest
September 2008


Ik doe mijn deel en God doet de rest

Ik ben inmiddels jongvolwassene, maar ik heb mijn hele leven lang veel gehad aan iets wat ik meemaakte als klein meisje. Ik kom uit Renaico, een klein plaatsje in Chili. Het ontroert me om terug te denken aan de tijd dat mijn moeder, Ruby, jeugdwerkpresidente was. We hadden toen maar een kleine gemeente en ik was het enige kind in het jeugdwerk. Zij gaf les. Als we op zondagmorgen in de kerk waren aangekomen, zei ze: ‘Goedemorgen, Jenny. Ik ben je jeugdwerklerares.’ Dat zei ze elke week. We deden dan een openingsgebed, zongen een liedje, en daarna gaf ze de les.

Ze bezocht geregeld kinderen die niet meer actief waren. Ze noemde ze liefdevol ‘mijn kleine schatjes’. Vaak zagen we die kinderen op straat spelen en mama stopte dan met de auto en zei vrolijk: ‘Hé, ik zie je zondag wel in de kerk.’ De meesten zeiden dan oké. Maar op zondag waren alleen mama en ik er.

Soms raakte ik gefrustreerd als die kinderen niet naar de kerk gingen. Dan zei ik: ‘Nou niet meer, mama. Ze willen niet komen.’ Maar ze antwoordde dan op haar liefdevolle wijze: ‘Ik moet verantwoordelijk zijn in mijn roeping en volharden.’

Op een dag gebeurde het ongelooflijke. Een jongen die Carlos heette, kwam naar de kerk en zei: ‘Zie, zuster Ruby, ik zei toch dat ik zou komen.’ Toen waren we tenminste met zijn tweeën. Mijn moeder straalde van vreugde. En elke keer als Carlos naar de les kwam, zei ze tegen mij: ‘Zie je, liefje, we moeten volharden, dan doet God de rest.’

Op een dag begon Carlos een jongen mee te nemen die Alexis heette. We speelden met zijn drieën, en we zijn tot op de dag van vandaag nog vrienden. Van die dag af kwamen er steeds meer kinderen.

Mijn moeder werd na twee jaar van haar taak ontheven. Toen ze het jeugdwerk verliet, kwamen er wekelijks 35 kinderen. Wat was het fijn om te zien dat mijn moeder iets terugkreeg voor de liefde die zij de kinderen gaf. Er zijn sinds haar ontheffing meer dan tien jaren verstreken en de kerk is hier nu groter, maar niemand heeft haar prestatie geëvenaard om 35 kinderen naar het jeugdwerk te krijgen!

Ik ben nu jeugdwerkpresidente. Ik houd van die kleine kinderen, van wie ik zo veel heb geleerd. Ik ben erg dankbaar voor deze fijne roeping en voor mijn moeders voorbeeld van volharding. Ik weet dat onze hemelse Vader leeft en dat het waar is wat mijn moeder zegt: ‘Ik doe mijn deel, en Hij doet de rest.’