Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 7: Getrouwheid in tijden van beproeving: ‘vanuit de schaduw in het glorierijke zonlicht’


Hoofdstuk 7

Getrouwheid in tijden van beproeving: ‘vanuit de schaduw in het glorierijke zonlicht’

‘Iedere man of vrouw die de Heer dient, ongeacht hoe getrouw hij of zij is, heeft zijn of haar duistere momenten; maar als zij getrouw geleefd hebben, zal er licht over hen uitbreken en zal er verlichting komen.’

Uit het leven van Lorenzo Snow

In februari 1846 werden de heiligen der laatste dagen uit hun huizen in Nauvoo (Illinois, VS) verdreven. Bij hun voorbereidingen op de tocht westwaarts naar hun nieuwe beloofde land volgden ze de raad van president Brigham Young op om onderweg nederzettingen te vestigen. Ze woonden in tijdelijke onderkomens en plantten gewassen voor de heiligen die na hen zouden komen. Na een korte periode in de nederzetting Garden Grove in de staat Iowa te hebben doorgebracht, vertrokken Lorenzo Snow en zijn gezin naar een plaats in dezelfde staat die de heiligen Mount Pisgah noemden. Die nederzetting was vernoemd naar de berg waar de profeet Mozes over het beloofde land voor zijn volk had uitgekeken.

Enkele maanden na aankomst in Mount Pisgah werd Lorenzo geroepen om de nederzetting te presideren. ‘Op dat moment’, vertelde hij later, ‘bevonden de heiligen in Pisgah zich in erbarmelijke omstandigheden, niet alleen wat voedsel en kleding betrof, maar ook wat de trekdieren en wagens aanging om hun reis voort te zetten. Verscheidene gezinnen hadden helemaal geen levensmiddelen meer en waren afhankelijk van de vrijgevigheid van hun naasten, die in de meeste gevallen nauwelijks in staat waren om te helpen. Daarnaast woedde er een ernstige ziekte in de nederzetting. Er waren niet voldoende gezonde mensen om voor de zieken te zorgen. En al snel vielen er doden. Vaders, moeders, kinderen, broers, zussen en goede vrienden vielen ten prooi aan deze ziekte. Ze werden zonder veel formaliteiten begraven, en sommigen hadden geen gepaste kleding om in begraven te worden. Verdriet en rouw droegen aldus bij aan de ellende.’

Lorenzo maakte deze beproevingen ook zelf mee. Hij en zijn gezinsleden kregen ziekte, teleurstellingen en verdriet te verduren, waaronder de dood van zijn pasgeboren dochter Leonora. Hij schreef: ‘Kleine Leonora is ziek geworden en overleden. Met groot verdriet brachten we haar stoffelijk omhulsel naar haar stille rustplaats, om daar achter te blijven, ver van haar vader en moeder die haar het leven hebben geschonken.’

Onder die omstandigheden hielp Lorenzo de heiligen hun beproevingen met geloof tegemoet te treden. Zijn zus Eliza schreef: ‘Met tomeloze energie,— een geest vol goede ideeën en een onwrikbare vastberadenheid die ontmoediging geen plaats boden, kon hij de noodsituatie aan die mannen met mindere kwaliteiten afgeschrikt zou hebben.’ Ze vertelde: ‘In de eerste plaats wist hij de energie van de mensen op te wekken en te bundelen.’ Hij organiseerde de mannen in werkgroepen. Sommigen gingen in nabije dorpen geld verdienen voor proviand en kleding. Anderen bleven in het kamp, waar ze voor de gezinnen daar zorgden, gewassen plantten en spullen maakten en repareerden die in naburige nederzettingen gebruikt konden worden.

Lorenzo zette niet alleen de samenwerking tussen de heiligen op touw, maar stimuleerde hen ook om zich geestelijk te voeden en gezonde ontspanning te zoeken. Hij zei: ‘Tijdens de lange wintermaanden probeerde ik de levenslust en de moed van de heiligen in Pisgah in stand te houden, niet alleen door in verschillende delen van de nederzetting kerkdiensten te organiseren, maar ook door verschillende soorten amusement te verschaffen en aan te moedigen. (…)

‘Ik zal er bij wijze van voorbeeld eentje proberen te schetsen. Ik probeerde voor die gelegenheid zo veel mogelijk mensen in ons eenvoudige gezinsonderkomen te ontvangen. We woonden in een blokhut zonder verdiepingen van circa vier en een halve meter bij negen meter, met een dak en vloer van aarde. Aan één kant hadden we een bescheiden schoorsteen gemaakt van plaggen uit de boezem van moeder Aarde. We hadden de vloer voor die gelegenheid met een dunne laag schoon stro bedekt en de muren met witte lakens van onze veerloze bedden behangen.

‘De verlichting van de hal voor het komende evenement kostte ons heel wat hoofdbrekens, waarbij onze vindingrijkheid flink op de proef werd gesteld. Maar het is ons gelukt. We groeven de grootste en mooiste ingekuilde rapen op — maakten ze hol van binnen en stopten er kaarsjes in. We plaatsten ze keurig rondom tegen de muur en hingen er een aantal aan het plafond, dat uit stokken, stengels en aarde bestond. De lichtjes verspreidden een vredige, kalme (…) invloed en schenen heel mooi door de raapschillen heen.

‘Die avond namen we als gezin van diverse gasten welgemeende complimenten in ontvangst voor de bijzondere smaak en vindingrijkheid die uit die unieke en goedkope versieringen spraken.’

Lorenzo vertelde later dat ‘de uren geanimeerd en opgewekt verstreken’. Hij en zijn gasten onderhielden elkaar met toespraakjes, liedjes en voordrachten. Hij zei: ‘Aan het eind van de avond gingen allen uitermate blij en voldaan huns weegs, alsof ze niet van huis en haard verstoken waren.’1 [Zie suggestie 1 op p. 117.]

Leringen van Lorenzo Snow

Beproevingen en tegenspoed helpen ons geestelijk te groeien en voor te bereiden op de celestiale heerlijkheid.

We kunnen onze behoudenis niet bewerken en de doeleinden van God niet verwezenlijken zonder beproevingen of zonder opofferingen.2

De heiligen der laatste dagen hebben veel beproevingen en tegenspoed moeten doorstaan. Dat heeft God zo bedoeld. Ik durf te beweren dat in de [voorsterfelijke] geestenwereld, toen ons het plan voor deze proeftijd, met alles wat we nu moeten doorstaan, werd voorgelegd, niet alles rozengeur en maneschijn beloofde. De vooruitzichten waren hier en daar anders dan we ons zouden wensen. Toch begrepen we daar zonder twijfel dat we deze ervaring hier nodig hadden om onze verhoging en heerlijkheid te verwerven. Hoe onaangenaam het ons ook mocht toelijken, we waren gewillig om de wil van God te doen, en hier zijn we dan.3

De Heer heeft in zijn hart besloten dat Hij ons zal beproeven tot Hij weet wat Hij met ons kan doen. Hij heeft zijn Zoon Jezus beproefd. (…) Voordat Hij [de Heiland] op aarde kwam, had de Vader zijn wandel al geobserveerd en wist Hij dat Hij op Hem kon rekenen wat de verlossing van werelden betrof; en Hij werd niet teleurgesteld. Zo is het ook met ons. Hij zal ons blijven beproeven zodat Hij ons de hoogste posities in dit leven kan laten bekleden en ons de heiligste taken kan toevertrouwen.4

Als we de komende vuurproeven met onaangetaste getrouwheid en integriteit weten te doorstaan, mogen we na onze beproevingen rekenen op een grote en machtige uitstorting van de Geest en macht van God — een grote begiftiging voor allen die hun verbonden trouw zijn gebleven. (…)

Sommige broeders vragen zich af of ze zich later waardig mogen achten om in het gezelschap van profeten en heiligen vanouds te verkeren, die beproevingen en vervolgingen hebben doorstaan; en van heiligen (…) die in Kirtland, in Missouri en in Illinois geleden hebben. De genoemde broeders geven te kennen dat ze die ellende wel hadden willen meemaken. Als iemand hier daar ook zo over denkt, kan ik hem als troost verzekeren dat er zich binnen de kortste keren volop kansen zullen aandienen. U en ik kunnen alleen in de smeltkroes van ellende tot volmaking komen: dat gold ook voor Jezus [zie Hebreeën 2:10]. In zijn gebed en zielenstrijd in de hof van Getsemane voorafschaduwde Hij het vereiste louteringsproces van wie naar de heerlijkheid van het celestiale koninkrijk willen streven. Niemand kan er met halfslachtige pogingen aan ontkomen.5

Er is geen andere manier waarop de heiligen geestelijke vooruitgang kunnen maken en zich kwalificeren om het celestiale koninkrijk te beërven dan door beproevingen te ondergaan. Daardoor doen we kennis op en zal er uiteindelijk overal vrede heersen. Er is wel gezegd dat we in een omgeving waar op dit moment alleen vrede en voorspoed heersen onverschillig zouden worden. Velen van ons zouden in die toestand zodanig in hun nopjes zijn dat ze hun hart niet meer op eeuwige zaken richten.6

Zowel individueel als collectief hebben wij leed verdragen en zullen wij steeds opnieuw leed te verdragen krijgen. Waarom? Omdat de Heer dat van ons verlangt met het oog op onze heiliging.7 [Zie suggestie 2 op p. 117.]

Wanneer we onder beproevingen en verleidingen getrouw blijven, tonen we dat we God meer liefhebben dan de wereld.

Verleidingen maken deel uit van onze beproevingen en bieden ons de gelegenheid om te laten zien welke waarde onze godsdienst voor ons heeft. U weet wel wat Job in dat opzicht heeft meegemaakt. Hij wist van de opstanding en van de Verlosser. Hij wist ook dat hij, al zou hij sterven, zijn Verlosser in de laatste dagen toch op aarde zou zien [zie Job 19:25–26]. De verleidingen waarmee hij werd geconfronteerd, gaven hem de kans om aan te tonen dat hij deze hemelse zaken boven al het andere stelde. (…)

(…) God is onze vriend. Daarom vrezen we niet. We moeten misschien nog vele onaangename omstandigheden doormaken. Daardoor kunnen we de engelen laten zien dat we de dingen van God meer liefhebben dan de dingen van de wereld.8 [Zie suggestie 3 op p. 117.]

Als we getrouw blijven, geeft de Heer ons kracht om verleidingen te weerstaan en beproevingen te doorstaan.

Velen van u ondergaan misschien zware beproevingen, opdat uw geloof volmaakter mag worden, uw vertrouwen mag groeien, uw kennis van de machten des hemels mag toenemen; en dit alles voordat uw verlossing aanbreekt. Als een donkere wolk de horizon bedekt (…) ; als de beker van bitter lijden voor u wordt gezet en u eruit drinken moet; als Satan op u wordt losgelaten met al zijn geslepenheid en machten om u te verleiden en te misleiden; als de sterke arm van vervolging zich in alle hevigheid tegen u keert — hef dan, op dat moment, uw hoofd op en verheug u dat u waardig bent bevonden om aldus te lijden met Jezus, de heiligen en de heilige profeten, en weet dan dat uw verlossing nabij is.

Broeders en zusters, ik wil u graag vanuit de grond van mijn hart aanmoedigen. Wees goedsmoeds — wees niet ontmoedigd; want de dag komt spoedig waarop uw tranen worden gewist, uw hart troost zal vinden en u de vruchten van uw arbeid zult genieten. (…)

Wees eerlijk, wees deugdzaam, wees eerzaam, wees zachtmoedig en nederig, wees sterk en moedig, laat eenvoud uw streven zijn, wees als de Heer. Houd echter vast aan de waarheid te midden van vuur of zwaard, lijden of dood.9

De Heer heeft ons sinds we het evangelie hebben ontvangen van tijd tot tijd beproevingen en ellende laten doorstaan, als ik die woorden mag gebruiken. En soms waren die beproevingen zodanig van aard dat we er maar moeilijk zonder morren en klagen mee om konden gaan. Toch heeft de Heer ons op die momenten gezegend en ons voldoende van zijn Geest gegeven om de verleidingen en beproevingen het hoofd te bieden.10

Iedere man of vrouw die de Heer dient, ongeacht hoe getrouw hij of zij is, heeft zijn of haar duistere momenten; maar als zij getrouw geleefd hebben, zal er licht over hen uitbreken en zal er verlichting komen.11

We zijn onder alle omstandigheden volkomen veilig in moeilijkheden of vervolging wanneer we de wil van God doen, eerlijk en trouw zijn en ons blijven houden aan de beginselen die we hebben ontvangen; elkaar goed behandelen; niemands rechten met voeten treden en leven naar ieder woord dat uit de mond Gods uitgaat. Dan zal zijn Heilige Geest ons te allen tijde helpen en bijstaan, en komen wij er rijkelijk gezegend in onze huizen, in onze gezinnen, in onze kudden, in onze velden uit tevoorschijn — en in alle andere opzichten waarin God ons wil zegenen. Hij zal ons kennis op kennis, intelligentie op intelligentie, wijsheid op wijsheid geven.

Moge God zijn zegen over dit volk uitgieten. Mogen we trouw zijn aan onszelf, trouw aan alle beginselen die we hebben ontvangen en met geheel ons hart voor elkaars belangen opkomen. Dan zal God zijn Geest over ons uitstorten en behalen wij uiteindelijk de overwinning.12 [Zie suggestie 3 op p. 117.]

Als we op moeilijke tijden terugkijken, zien we dat onze beproevingen ons dichter tot God hebben gebracht.

Wanneer we stilstaan bij wat de Heer in het verleden voor ons heeft gedaan, bij onze huidige omstandigheden en bij onze vooruitzichten voor de toekomst, mogen we ons een gezegend volk voelen! Ik denk wel eens dat dankbaarheid jegens onze hemelse Vader voor zijn zegeningen en het pad waarover Hij ons heeft gevoerd, een van de grootste deugden is die de heiligen der laatste dagen kunnen bezitten. Dat pad is misschien niet altijd plezierig geweest, maar achteraf merken we dat de onplezierigste omstandigheden ons vaak de meeste vooruitgang hebben gebracht.13

Iedere beproeving die we doormaken brengt ons bij getrouwheid in die beproeving en eerbetoon aan God en onze godsdienst uiteindelijk dichter tot God, dichter tot Hem in geloof, wijsheid, kennis en macht. Daardoor roepen we de Heer met meer vertrouwen aan wat onze verlangens betreft. Ik heb mensen gekend die terugdeinsden bij de gedachte aan bepaalde beproevingen en die na de verleiding te hebben doorstaan, zeiden dat ze de Heer met meer vertrouwen om de door hun verlangde zegeningen konden vragen. (…)

We hebben alle reden om ons te verheugen en voldoening te vinden in het leven, ondanks de moeilijkheden die ons omringen. Hoeveel vooruitgang hebben we gemaakt, hoeveel kennis hebben we verkregen en hoeveel meer kunnen we nu verdragen ten opzichte van één, twee of vijf jaar geleden en staan we sterker dan enkele jaren geleden? De Heer heeft ons kracht gegeven en onze groei bevorderd. Een kind dat opgroeit, beseft niet hoe het gestaag in kracht en lengte toeneemt. Dit jaar is er weer een stukje bij gekomen. Zo is het ook met onze geestelijke groei. We zijn ten opzichte van vorig jaar in kracht toegenomen.14

De offers die u hebt gebracht, de moeilijkheden die u hebt doorstaan en de ontberingen die u hebt geleden (…) vallen uiteindelijk in het niet, en u zult zich verblijden over de ondervinding die u erdoor hebt opgedaan. (…) Sommige dingen leren we alleen door het leed dat we ondervinden. De kennis die we aldus, hoewel op pijnlijke wijze, verkrijgen, zal in het komende leven van grote waarde voor ons blijken. (…)

Ik weet dat uw leven niet louter over rozen is gegaan. U hebt ongetwijfeld met vele beproevingen en ellende te maken gehad; maar als u getrouw blijft, zult u spoedig vanuit de schaduw in het glorierijke zonlicht van de celestiale wereld treden.15 [Zie suggestie 4 op p. 118.]

Suggesties voor studie en onderwijs

Denk na over deze suggesties terwijl u het hoofdstuk bestudeert of uw les voorbereidt. Zie pp. V–VII voor meer informatie.

  1. Neem het relaas op pp. 109–112 door. Hoe konden vele heiligen ondanks hun ellende toch gelukkig zijn? Wat kunnen we doen om mensen aan te moedigen die beproevingen ondergaan?

  2. Bestudeer de leringen van president Snow over waarom we beproevingen moeten ondergaan (pp. 112–113). Wat betekent ons ‘hart (…) op eeuwige zaken richten’ volgens u? Waarom denkt u dat veel mensen ‘hun hart niet meer op eeuwige zaken [zouden] richten’ als er geen beproevingen waren?

  3. Hoe dienen we op beproevingen en verleidingen te reageren? (Zie pp. 114–116 voor enkele voorbeelden.) Hoe helpt de Heer ons in tijden van beproeving?

  4. Lees de laatste paragraaf van dit hoofdstuk. Wat hebben de moeilijkheden die u hebt ondervonden u opgeleverd?

  5. Zoek naar een of twee uitspraken in dit hoofdstuk die u hoop geven. Wat treft u in de uitspraken die u hebt gekozen? Denk na hoe u iemand uit uw familie of vriendenkring die het moeilijk heeft met deze waarheden kunt bemoedigen.

Relevante teksten: Deuteronomium 4:29–31; Psalmen 46:1; Johannes 16:33; Romeinen 8:35–39; 2 Korintiërs 4:17–18; Mosiah 23:21–22; 24:9–16; LV 58:2–4

Onderwijstip: U kunt overwegen enkele cursisten vooraf te vragen om te vertellen wat ze hebben meegemaakt dat verband houdt met het hoofdstuk. Voordat u dit hoofdstuk behandelt, kunt u bijvoorbeeld enkele mensen vragen om iets te vertellen over wat ze door hun beproevingen hebben geleerd.

Noten

  1. Zie Eliza R. Snow Smith, Biography and Family Record of Lorenzo Snow (1884), pp. 89–93.

  2. Millennial Star, 18 april 1887, p. 245.

  3. Deseret Weekly, 4 november 1893, p. 609.

  4. Millennial Star, 24 augustus 1899, p. 532.

  5. Deseret News: Semi-Weekly, 9 februari 1886, p. 1.

  6. Deseret News, 11 april 1888, p. 200; naar een gedetailleerd verslag van een toespraak van Lorenzo Snow op de algemene aprilconferentie van 1888.

  7. Deseret News, 28 oktober 1857, p. 270.

  8. Deseret News, 11 april 1888, p. 200.

  9. ‘Address to the Saints in Great Britain’, Millennial Star, 1 december 1851, p. 364.

  10. Deseret Weekly, 4 november 1893, p. 609.

  11. Millennial Star, 24 augustus 1899, p. 531.

  12. Deseret News: Semi-Weekly, 2 december 1879, p. 1.

  13. Conference Report, april 1899, p. 2.

  14. Deseret News, 11 april 1888, p. 200.

  15. In: ‘Old Folks Are at Saltair Today’, Deseret Evening News, 2 juli 1901, p. 1; boodschap aan een groep oudere kerkleden; opgesteld door Lorenzo Snow op 88-jarige leeftijd en voorgelezen door zijn zoon LeRoi.

Toen de heiligen der laatste dagen uit hun huizen in Nauvoo (Illinois, VS) werden verdreven, vonden velen, ondanks hun ellende, toch geluk.

Een van de heiligen der laatste dagen in de nederzetting Mount Pisgah maakte deze schets in een dagboek.

In tijden van beproeving kunnen we onze Vader in de hemel om troost en kracht vragen.