Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 13: De zustershulpvereniging: ware naastenliefde en zuivere godsdienst


Hoofdstuk 13

De zustershulpvereniging: ware naastenliefde en zuivere godsdienst

‘Er is nooit een vereniging met een edeler doel opgericht. De basis ervan is ware naastenliefde, die de reine liefde van Christus is.’

Uit het leven van Lorenzo Snow

In de zomer van 1901 organiseerde het algemeen ZHV-presidium een dagactiviteit voor de ZHV-zusters in de Salt Lake Valley. President Lorenzo Snow was gevraagd om de groep toe te spreken. Hij begon zijn toespraak als volgt: ‘Ik beschouw het als een voorrecht om vanmiddag een paar uur onder u te vertoeven, en ga er van uit dat u een fijne tijd hebt samen. Gezonde ontspanning en amusement zijn goede zaken. Ik ben blij dat u als zusters een beetje rust en ontspanning zoekt, want u werkt thuis en in de zustershulpvereniging dag in dag uit zo hard dat u nu best volop mag genieten.’

President Snow, wiens zus Eliza R. Snow als de tweede algemeen ZHV-presidente werkzaam was geweest, uitte zijn dankbaarheid voor het werk van de zustershulpvereniging. Hij zei het volgende over de vrouwen van de kerk: ‘We kunnen ons moeilijk voorstellen wat we zonder hen hadden moeten doen of welke vooruitgang het werk van de Heer zonder hen had gemaakt.’ Hij haalde als voorbeeld het zendingsprogramma van de kerk in die tijd aan, waarbij gehuwde mannen vaak op een voltijdzending werden geroepen: ‘Wanneer wij in andere landen op zending waren, was hun zending thuis over het algemeen niet minder zwaar dan die van ons ver weg. Te midden van beproevingen en ontberingen hebben zij een geduld, vastberadenheid en zelfstandigheid aan de dag gelegd die waarlijk inspirerend zijn. Gode zij dank voor de vrouwen van deze kerk! Dat zijn mijn gevoelens nu ik mij vandaag onder u bevind.’1 [Zie suggestie 1 op p. 176.]

Leringen van Lorenzo Snow

Leden van de zustershulpvereniging brengen ware naastenliefde en zuivere godsdienst in praktijk.

De zustershulpvereniging werd georganiseerd (…) door de profeet Joseph Smith, onder inspiratie van de Heer. (…) Tegenwoordig is zij een van de krachtigste invloeden ten goede van de kerk. (…)

De zending van de zustershulpvereniging is de noodlijdenden bij te staan, de zieken en zwakken te verzorgen, de armen te voeden, de naakten te kleden en alle zoons en dochters van God tot zegen te zijn. Er is nooit een vereniging met een edeler doel opgericht. De basis ervan is ware naastenliefde, die de reine liefde van Christus is [zie Moroni 7:47], en die geest blijkt uit alle goede werken die de vereniging onder de mensen verricht. De apostel Jakobus zei: ‘Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God, de Vader, is: omzien naar wezen en weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren.’ [Jakobus 1:27.] De leden van de zustershulpvereniging hebben, op basis van deze ware lering, voorzeker zuivere en onbevlekte godsdienst in praktijk gebracht. Zij hebben immers de noodlijdenden bijgestaan, zij hebben vol liefde de wezen en de weduwen omarmd, en zij hebben zichzelf onbesmet van de wereld bewaard. Ik kan getuigen dat er geen zuiverder, godvrezender vrouwen in de wereld zijn dan we in de zustershulpvereniging hebben.’2 [Zie suggestie 2 op p. 176.]

De zustershulpvereniging werkt samen met de priesterschap om het koninkrijk van God voort te stuwen.

Ik heb mij er altijd in verheugd hoe trouw u als zusters van de zustershulpvereniging onder alle omstandigheden de dienstknechten van de Heer terzijde hebben gestaan. U hebt altijd aan de zijde van de priesterschap gestaan, bereid hun handen te sterken en uw deel te doen ter behartiging van de belangen van het koninkrijk van God. En daar u in die arbeid hebt gedeeld, zult u beslist delen in de triomf van het werk en in de verhoging en heerlijkheid die de Heer aan zijn getrouwe kinderen zal geven.

(…) Iedere verstandige bisschop weet de inzet van de zustershulpvereniging in zijn wijk te waarderen. Wat kan een bisschop zonder zustershulpvereniging beginnen? Ik spreek tot alle bisschoppen in de kerk: moedig de zusters van de zustershulpvereniging aan en ondersteun ze in hun liefdadigheid en daden van naastenliefde. Dan zult u merken dat zij u en de mensen tot zegen zijn.3 [Zie suggestie 3 op p. 177.]

De goede invloed van de zustershulpvereniging zou in ieder gezin moeten heersen.

Ik adviseer de broeders hun echtgenote te stimuleren om [deel te nemen aan] de vereniging (…) ; want de goede invloed van deze organisatie zou in ieder gezin voelbaar moeten zijn. Ik vraag u, zusters, om die invloed bij al uw bezoeken aan de gezinnen van de heiligen der laatste dagen te laten gelden. De Heer heeft u duidelijk de aard van uw relatie met Hem laten zien en wat Hij van u als vrouw en moeder verwacht. Leer deze dingen aan wie u bezoekt, in het bijzonder aan de jongedames. (…)

Zusters, als leden van de zustershulpvereniging en als moeders in Israël dient u al uw invloed uit te oefenen (…) ten gunste van zuiver moederschap en trouw aan het huwelijksverbond.4 [Zie suggestie 4 op p. 177.]

Naarmate de kerk groeit, krijgen de ZHV-zusters meer gelegenheden om te dienen.

Ik hoef niet uiteen te zetten wat de zustershulpvereniging in het verleden allemaal heeft gedaan. Haar geweldige werken zijn in heel Zion en in vele delen van de wereld genoegzaam bekend. Ik wil alleen zeggen dat ze haar zending ruimschoots heeft vervuld, en misschien wel meer heeft betekend dan welke andere liefdadigheidsinstelling dan ook. De heiligen der laatste dagen zijn trots op wat ze is en wat ze doet en zijn onze Vader in de hemel dankbaar dat Hij zijn dienstknecht de profeet heeft geïnspireerd om een dergelijke organisatie op te richten. De toekomst van de vereniging ziet er veelbelovend uit. Naarmate de kerk groeit, zal het nut van de vereniging evenredig toenemen, en zij zal zelfs meer goed kunnen doen dan in het verleden het geval is geweest. Als alle zusters zich achter de vereniging scharen, zal zij een omvangrijk werk verwezenlijken en een voortdurende zegen voor de kerk zijn. Wat zou het fantastisch zijn als de vrouwen van middelbare leeftijd net zo betrokken raken bij deze organisatie als de oudere generatie. Dan zullen ze merken dat hun geloof er sterker door wordt, ze meer ideeën opdoen wat hun leven en taken betreft en ze in materieel opzicht op het pad van ontwikkeling en volmaking vooruitkomen.5

Vanaf het begin van hun werk rust de zegen van God op [de vrouwen van de kerk] en heb ik hun vooruitgang met veel vreugde en genoegen en grote belangstelling gadegeslagen. (…) Ze zijn wonderwel geslaagd in hun opdracht en God heeft hun rijkelijk gezegend en zijn Geest over hen uitgestort. Ik zou met recht kunnen zeggen dat ze als engelen tussen de mensen van de wereld zijn geworden.6 [Zie suggestie 5 op p. 177.]

ZHV-zusters die op God vertrouwen en Hem dienen, worden in dit leven en in de eeuwigheid gezegend.

Dit is wat wij verlangen in het hart van de zusters te leggen — dat ze op hun terrein nuttig zijn en zich niet laten ontmoedigen door de problemen die zich voordoen, maar dat ze op God vertrouwen en naar Hem opzien. Dan zal Hij geweldige zegeningen op u uitstorten. Dat beloof ik u. Dat is voor u weggelegd. (…) Ik herhaal: laat u niet ontmoedigen, maar ga voort om goed te doen, oefen uw geloof en grijp iedere gelegenheid aan om er iets beters van te maken. Wij willen dat u alle talenten gebruikt waarmee God u heeft begiftigd. En u hebt alle reden om te slagen. Wanneer iemand een weg bewandelt die de Heer heeft uitgestippeld en waardoor hij iets goeds voor Hem tot stand kan brengen, zal hij daar zeker in slagen. Hij bevindt zich precies waar God hem wil hebben en op die plek mag u God volkomen terecht om zijn zegen vragen.7

Ik wil graag dit zeggen: God zegene de functionarissen en leden van de zustershulpvereniging. U vervult een belangrijke zending en ik spoor u aan niet moede te worden goed te doen [zie LV 64:33]. We streven allemaal naar de celestiale heerlijkheid, waarvan we de prachtige beloften niet in woorden kunnen uitdrukken. Als u trouw blijft aan het werk waarbij u betrokken bent, is die heerlijkheid voor u weggelegd en vindt u eeuwige vreugde in de tegenwoordigheid van God en het Lam. Dat streven is al onze moeiten en opofferingen waard. Gezegend is de getrouwe man of vrouw die deze staat bereikt. God zegene u allen.8 [Zie suggestie 6 op p. 177.]

Suggesties voor studie en onderwijs

Denk na over deze suggesties terwijl u het hoofdstuk bestudeert of uw les voorbereidt. Zie pp. V–VII voor meer informatie.

  1. President Snow verklaarde dat we ons moeilijk kunnen voorstellen welke vooruitgang het werk van de Heer zou kunnen maken zonder de vrouwen van de kerk (p. 171). Op welke manieren dragen vrouwen tegenwoordig bij aan het werk van de Heer?

  2. Denk na over de woorden van president Snow over de zending van de zustershulpvereniging (p. 177). Hoe hebben ZHV-zusters met hun zending u of uw gezin wel eens geholpen en hoe heeft dat uw leven beïnvloed?

  3. Lees de paragraaf die onderaan p. 173 begint. In welke opzichten helpt de zustershulpvereniging ‘het koninkrijk van God voort te stuwen’? Welke voorbeelden van samenwerking tussen de ZHV-zusters en priesterschapsdragers hebt u gezien?

  4. Denk na over president Snows pleidooi tot de ZHV-zusters om hun invloed uit te oefenen ‘ten gunste van zuiver moederschap en trouw aan het huwelijksverbond’ (p. 174). Waarom is die invloed in de huidige wereld nodig? Op welke manieren kunnen ZHV-zusters jongevrouwen helpen zich op een tempelhuwelijk en het moederschap voor te bereiden?

  5. President Snow zei: ‘Naarmate de kerk groeit, zal het nut van de [zustershulp]vereniging evenredig toenemen, en zij zal zelfs meer goed kunnen doen dan in het verleden het geval is geweest’ (p. 174). Hoe kunnen ZHV-zusters hun goede invloed in de wereld van tegenwoordig nog meer laten gelden?

  6. Bestudeer de paragraaf die op p. 176 begint. Overweeg hoe u bent geleid naar ‘waar God [u] wil hebben’. Hoe heeft God u daarbij geholpen?

Relevante teksten: Jesaja 1:17; Matteüs 25:34–40; Mosiah 4:26–27; Alma 1:29–30; Moroni 7:44–48

Onderwijstip: ‘Houd er bij uw voorbereiding rekening mee dat u iedere les andere onderwijsmethoden gebruikt. Dat kan door bijvoorbeeld de ene les een kleurrijke poster te gebruiken en de volgende keer een lijst met vragen op het bord te schrijven.’ (Onderwijzen — geen grotere roeping, p. 89.)

Noten

  1. In: ‘Prest. Snow to Relief Societies’, Deseret Evening News, 9 juli 1901, p. 1.

  2. In: ‘Prest. Snow to Relief Societies’, p. 1.

  3. In: ‘Prest. Snow to Relief Societies’, p. 1.

  4. In: ‘Prest. Snow to Relief Societies’, p. 1.

  5. In: ‘Prest. Snow to Relief Societies’, p. 1.

  6. Young Woman’s Journal, september 1895, pp. 577–578.

  7. Young Woman’s Journal, september 1895, p. 578.

  8. In: ‘Prest. Snow to Relief Societies’, p. 1.

Vanaf de begindagen van de kerk hebben de ZHV-zusters samengewerkt en elkaar in stoffelijk en geestelijk opzicht gesterkt.

‘De leden van de zustershulpvereniging hebben voorzeker zuivere en onbevlekte godsdienst in praktijk gebracht.’