Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 12: Tiende: een wet voor onze bescherming en vooruitgang


Hoofdstuk 12

Tiende: een wet voor onze bescherming en vooruitgang

‘De wet van tiende is een van de belangrijkste wetten die ooit aan de mens geopenbaard is. (…) De heiligen zullen door gehoorzaamheid aan deze wet met voorspoed en succes gezegend worden.’

Uit het leven van Lorenzo Snow

Begin mei 1899 kreeg president Lorenzo Snow de ingeving om de plaats St. George en andere nederzettingen in het zuiden van Utah te bezoeken. Hij bracht in korte tijd een delegatie op de been, waaronder diverse algemene autoriteiten, om de lange reis met hem te maken.

Toen president Snow regelingen trof voor de reis, vertelde hij niemand waarom ze op pad gingen — hij wist zelf niet waarom hij moest gaan. ‘Toen we uit Salt Lake vertrokken’, zei hij later, ‘wisten we niet echt waarom we die nederzettingen in het zuiden gingen bezoeken.’1 Maar op 17 mei, al snel nadat de reizigers in St. George waren aangekomen, werd de wil van de Heer ‘duidelijk bekendgemaakt’ aan zijn profeet.2 Tijdens een bijeenkomst op 18 mei 1899 verklaarde president Snow:

‘Dit is het woord van de Heer aan u, broeders en zusters, dat u zich houdt aan wat als volk met deze heerlijke vooruitzichten van verhoging en heerlijkheid van u wordt vereist. Wat is het? Het is iets wat u al vaker hebt gehoord, totdat u er misschien moe van geworden bent. (…) Het woord van de Heer tot u is niet nieuw, maar luidt eenvoudigweg: DE TIJD IS NU AANGEBROKEN VOOR ALLE HEILIGEN DER LAATSTE DAGEN DIE ZICH OP DE TOEKOMST WILLEN VOORBEREIDEN EN OP EEN STEVIG FUNDAMENT WILLEN BOUWEN, OM DE WIL VAN DE HEER TE DOEN EN HUN VOLLEDIGE TIENDE TE BETALEN. Dat is het woord van de Heer tot u, en dat zal het woord van de Heer tot alle nederzettingen in het land Zion zijn. Als ik vertrek en u hierover nadenkt, zult u zelf tot de conclusie komen dat de tijd is aangebroken dat iedereen een volledige tiende betaalt. De Heer heeft ons gezegend en heeft in het verleden mededogen met ons gehad. Maar de tijd is aangebroken dat de Heer van ons verwacht dat wij pal staan en doen wat Hij heeft geboden, en dat niet langer uitstellen. Wat ik in deze ring van Zion zeg, zeg ik tot alle georganiseerde ringen van Zion. Er is geen man of vrouw onder mijn gehoor die zich tevreden zal voelen als hij of zij geen volledige tiende betaalt.’3

In de voorafgaande vijftig jaar als apostel had president Snow de wet van tiende in zijn toespraken zelden aangehaald. Dat veranderde in St. George (Utah) vanwege de openbaring die hij ontving. Hij vertelde later: ‘Ik heb nooit een volmaaktere openbaring gehad dan [de openbaring] die ik over het onderwerp tiende ontving.’4 Vanuit St. George trok hij met zijn reisgezelschap van dorp naar dorp in het zuiden van Utah en op hun weg terug naar Salt Lake City. Daarbij belegden ze 24 bijeenkomsten. President Snow hield 26 toespraken en gaf de heiligen telkens de raad om de wet van tiende te gehoorzamen.

Het gezelschap keerde op 27 mei naar Salt Lake City terug. Een journalist schreef: ‘De president maakt vandaag een sterkere en actievere indruk dan de dag waarop hij uit Salt Lake vertrok.’ De 85-jarige profeet reageerde als volgt op een opmerking dat hij de reis bijzonder goed had doorstaan: ‘Inderdaad, dat zegt iedereen. (…) De reis heeft me goed gedaan. Ik voel me uitstekend. Ik voel dat de Heer de gebeden van de heiligen om mij te steunen verhoort.’5

Hij zei niet alleen iets over zichzelf, maar ook over het geloof en de rechtschapenheid van de heiligen in het zuiden van Utah. Hij vertelde dat hij en zijn gevolg ‘met de warmste uitingen van vreugde en waardering’ waren ontvangen.6 Hij vertelde ook hoe de heiligen op zijn oproep om de wet van tiende te gehoorzamen reageerden: ‘De Geest van de Heer daalde op de mensen neer en zij waren buitengewoon verheugd. Zij besloten in hun hart dat ze dit beginsel naar de letter en naar de geest ervan zouden naleven.’7 Op een vraag naar de algemene toestand van de mensen antwoordde hij: ‘Zij wonen in comfortabele huizen, zij zijn bijzonder goed gekleed en schijnen in ruime mate over de goede dingen van de aarde te beschikken wat eten en drinken betreft. In de ring St. George kampen de mensen met [een] enorme droogte, erger dan het land ooit gekend heeft, maar zij hebben geloof dat er spoedig regen komt.’8

Op 29 en 30 mei hield president Snow twee toespraken over de wet van tiende, eerst aan de functionarissen van de Young Ladies’ Mutual Improvement Association en vervolgens aan de functionarissen van de Young Men’s Mutual Improvement Association gericht [de vroegere OOVJV en OOVJM].9 Na de tweede toespraak legde ouderling B. H. Roberts van de Zeventig de aanwezigen de volgende resolutie voor, waarmee unaniem werd ingestemd: ‘Resolutie: Wij aanvaarden de leer van de tiende, zoals president Snow ons die nu uiteenzet, als het huidige woord en de wil van de Heer voor ons, en wij aanvaarden deze met geheel ons hart. Wij zullen ons eraan houden en alles doen wat in ons vermogen ligt om de heiligen der laatste dagen daar eveneens toe te bewegen.’10 Op 2 juli woonden alle algemene autoriteiten en afgevaardigden van alle ringen en wijken in de kerk een plechtige samenkomst in de Salt Laketempel bij, nadat men zich onder vasten en gebed op de bijeenkomst had voorbereid. Daar stemde ieder unaniem met dezelfde resolutie in.11 President Snow zelf hield zich trouw aan die resolutie door de wet van tiende in vele ringen onder de aandacht te brengen en andere kerkleiders daartoe instructies te geven.

In de maanden na president Snows bezoek aan het zuiden van Utah kwam hem ter ore dat de heiligen der laatste dagen de wet van tiende met hernieuwde toewijding gehoorzaamden. Dat bericht deed hem ‘zeer goed’12, want hij wist dat bij aanhoudende gehoorzaamheid aan deze wet ‘de zegeningen van de Almachtige [zouden] worden uitgestort op dit volk, en de kerk met ongekende kracht en snelheid vooruitgang [zou] maken’.13

President Snow had de heiligen meerdere malen verzekerd dat ze bij gehoorzaamheid aan de wet van tiende zowel in stoffelijk als geestelijk opzicht persoonlijk zouden worden gezegend.14 Die belofte ging in augustus 1899 deels in vervulling toen de inwoners van St. George tijdelijk verlichting vonden van de droogte. Hun geloof werd beloond met bijna 75 mm regen, meer dan de voorgaande dertien maanden bij elkaar.15 President Snow had ook beloofd dat gehoorzaamheid aan de wet van tiende de kerk als geheel zou zegenen. Hij wist zeker dat door de tiende van de getrouwe leden de kerk uit de schulden zou komen, die grotendeels het gevolg waren van alle vervolgingen.16 Die belofte ging in 1906 in vervulling, vijf jaar na zijn dood. Op de algemene conferentie van april 1907 maakte president Joseph F. Smith bekend:

‘Er is in de geschiedenis van de kerk voor zover ik weet geen tijd geweest waarin de wet van tiende algemener en strikter werd nageleefd dan door de heiligen der laatste dagen nu. De tiende die in het jaar 1906 is opgebracht, overstijgt de tiende van enig ander jaar. Dat is een goede indicatie dat de heiligen der laatste dagen hun plicht doen, dat zij geloof hebben in het evangelie, dat zij bereid zijn om Gods geboden te onderhouden en dat zij misschien wel getrouwer zijn dan ooit tevoren. Ik wil nog iets tegen u zeggen, en dat is eigenlijk een felicitatie. Namelijk dat wij door de zegen van de Heer en de getrouwheid van de heiligen in het betalen van hun tiende alle schulden van de kerk hebben afbetaald. Momenteel is De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen niemand meer een dollar schuldig die zij niet onmiddellijk kan betalen. Eindelijk zijn wij in een positie waarin wij boter bij de vis kunnen doen. Wij hoeven geen geld meer te lenen en we hoeven dat nooit meer te doen als de heiligen der laatste dagen hun godsdienst blijven naleven en deze wet van tiende blijven onderhouden.’17 [Zie suggestie 1 op p. 169.]

Leringen van Lorenzo Snow

Iedereen kan de wet van tiende begrijpen en gehoorzamen.

Ik smeek u en ik bid in de naam van de Heer dat iedere man, iedere vrouw en ieder kind (…) een tiende deel van zijn of haar inkomsten als tiende zal afdragen.18

[Tiende] is geen moeilijke wet. (…) Als iemand tien dollar ontvangt, betaalt hij één dollar aan tiende; als hij honderd dollar ontvangt, betaalt hij tien dollar aan tiende. (…) Dat is niet moeilijk te begrijpen.19

[Iemand kan zich afvragen:] Hoeveel tiende zal ik afdragen? Kan ik niet een deel voor mezelf achterhouden? De Heer is immers heel rijk en ik denk niet dat Hij het erg vindt dat ik iets voor mezelf achterhoudt. En zo houdt hij iets voor zichzelf achter. Maar dat kleine beetje wat hij achterhoudt, zal die man onrustig maken, als zijn geweten tenminste net zo werkt als bij de meeste heiligen der laatste dagen. Het knaagt overdag en ’s nachts in meerdere of mindere mate aan hem. Hij ervaart niet het geluk waarop hij aanspraak kan maken — dat geluk ontgaat hem.20

‘Een gedeeltelijke tiende is geen tiende, evenmin als het onderdompelen van een half lichaam een doop is.21

Iedere man of vrouw kan een tiende van wat hij of zij ontvangt betalen.22

Broeders en zusters, wij willen dat u hierover in gebed gaat. (…) Laten we niet bekrompen zijn wat geldzaken aangaat, maar laten we onze tiende betalen. (…) De Heer vraagt ons om nu onze tiende te betalen. En Hij verwacht dat ieder individu in de toekomst zijn of haar tiende betaalt. Wij weten wat een tiende deel is; laten we dat aan de Heer betalen. Dan kunnen wij de bisschop recht in de ogen kijken en om een tempelaanbeveling vragen.23

Ik zeg u in de naam van de Here God van Israël, als u voortaan tiende betaalt, zal de Heer u vergeven voor het verleden [waarin u geen tiende hebt betaald] en zullen de zegeningen van de Almachtige op dit volk worden uitgestort.24

Ik wil u dit beginsel zo op het hart drukken, dat u het nooit zal vergeten. Ik heb het al vaker gezegd: ik weet dat de Heer de heiligen der laatste dagen zal vergeven voor hun eerdere nalatigheid wat het betalen van tiende betreft, als ze zich nu bekeren en voortaan naar eer en geweten hun tiende betalen.25 [Zie suggestie 2 op p. 169.]

Wanneer we tiende betalen, dragen we bij aan het werk van de kerk.

Deze kerk kan alleen voortgaan wanneer er inkomsten zijn, en God voorziet in deze inkomsten [door de wet van tiende]. Onze tempels, waarin we de hoogste zegeningen ontvangen die ons als stervelingen maar te beurt kunnen vallen, worden gebouwd uit inkomsten. We kunnen de (…) ouderlingen nooit de wereld insturen om het evangelie te prediken, zoals dat nu gebeurt, tenzij we daar de financiële middelen voor hebben. (…) Er zijn nog duizenden andere zaken waarvoor die middelen zijn vereist. (…)

Als sommige heiligen der laatste dagen geen tiende hadden betaald, zouden onze vier tempels hier [in 1899] nooit zijn gebouwd en zouden we de inzettingen en verordeningen van God met betrekking tot verhoging en de heerlijkheid nooit kunnen nakomen. Het eerste actiebeginsel voor de heiligen der laatste dagen is het land te heiligen door deze wet van tiende na te komen en zich in een positie te plaatsen waarin ze de verordeningen met betrekking tot de verhoging en heerlijkheid van onze doden kunnen ontvangen.26 [Zie suggestie 3 op p. 169.]

De Heer zegent ons zowel stoffelijk als geestelijk als we de wet van tiende gehoorzamen.

De wet van tiende is een van de belangrijkste wetten die ooit aan de mens geopenbaard is. (…) De heiligen zullen door gehoorzaamheid aan deze wet met voorspoed en succes gezegend worden.27

Als we ons aan die wet houden (…) wordt het land geheiligd en worden we waardig bevonden om de zegeningen van de Heer en hulp en bijstand te ontvangen in alles wat we doen, zowel in stoffelijk als geestelijk opzicht.28

De stoffelijke behoudenis van deze kerk (…) hangt af van onze gehoorzaamheid aan deze wet.29

Onder de heiligen der laatste dagen zal armoede blijven heersen tot wij op zijn minst de wet van tiende gehoorzamen.30

Ik geloof werkelijk dat de heiligen der laatste dagen alle kwaad kunnen overwinnen als wij aan deze wet voldoen.31

Hier is een wet die speciaal voor onze bescherming en veiligheid is geopenbaard, alsook voor onze vooruitgang op het pad van rechtschapenheid en heiligheid; een wet waardoor het land waarop we wonen geheiligd kan worden, een wet waardoor Zion opgebouwd en gevestigd en nooit meer door verdorven en goddeloze lieden uit haar plaats verwijderd zal worden.32

We hebben tempels en we ontvangen daar de zegeningen, ja, de hoogste verordeningen die de mens ooit op aarde kan ontvangen, vanwege onze gehoorzaamheid aan deze wet.33

We kunnen nooit voorbereid zijn om het aangezicht van God te zien totdat we onze tiende stipt afdragen en onze andere plichten nakomen.34

Ik heb duidelijk gesproken en ik zeg u dat wat ik u met betrekking tot de wet van tiende heb gezegd, van de Heer afkomstig is. Geef er nu gehoor aan volgens de Geest van de Heer en uw ogen zullen geopend worden.35 [Zie suggestie 4 op p. 169.]

Ouders en leerkrachten hebben de plicht om tiende te betalen en hun kinderen dat ook bij te brengen.

Leer [kinderen] hun tiende te betalen wanneer ze nog jong zijn. Moeders, leer uw kinderen dat ze een tiende deel van wat ze aan geld krijgen aan de Heer afdragen, hoe weinig dat ook moge zijn. Leer ze een volledige tiende te betalen.36

Het is gepast en juist dat (…) functionarissen en leerkrachten [in de kerk] in hart en ziel met de geest van deze wet zijn vervuld, zodat ze die wet zonder enige terughoudendheid kunnen overbrengen en het belang en de heiligheid ervan bij het opkomende geslacht kunnen inprenten. Broeders en zusters, van u wordt verwacht dat u de wet niet alleen zelf gehoorzaamt maar die ook aan anderen leert, ja, aan het opkomende geslacht; (…) en in de mate waarin u de geest ervan ontvangt, kunt u die op hen overbrengen. (…)

(…) Ik vraag dit van u, niet alleen om de wet te gehoorzamen maar die ook aan de kinderen van de heiligen der laatste dagen te leren en bij hen in te prenten, zodat ze op latere leeftijd, wanneer ze onderscheid leren maken tussen goed en kwaad, kunnen zeggen dat ze die wet van jongs af aan hebben geleerd en zijn nagekomen.37 [Zie suggestie 5 op p. 169.]

Suggesties voor studie en onderwijs

Denk na over deze suggesties terwijl u het hoofdstuk bestudeert of uw les voorbereidt. Zie pp. V–VII voor meer informatie.

  1. Lees hoe president Snow de openbaring over tiende ontving (pp. 161–164). Denk na over zijn gewilligheid om naar St. George af te reizen en de bereidheid van het volk om de wet van tiende te gehoorzamen. Wat kunnen wij van dit relaas leren?

  2. In welke opzichten is tiende ‘geen moeilijke wet’? (Zie voor enkele voorbeelden pp. 164–165.) Waarom zouden sommige mensen vinden dat het moeilijk is om de wet van tiende te gehoorzamen? Hoe kunnen de leringen van president Snow iemand helpen om een getuigenis van het betalen van tiende te verkrijgen?

  3. Bestudeer de eerste paragraaf die op p. 166 begint. Welke zegeningen hebben u en uw dierbaren ontvangen door de gebouwen en programma’s die met het tiendegeld bekostigd worden? Waarom is het een voorrecht om tiende te betalen?

  4. President Snow getuigde dat we gezegend worden als we de wet van tiende gehoorzamen (pp. 166–168). Welke zegeningen hebt u door de wet van tiende zoal ontvangen? En uw familieleden en vrienden?

  5. Denk na over de raad van president Snow aan ouders en leerkrachten (p. 168). Waarom is het volgens u belangrijk dat kinderen hun tiende afdragen, ‘hoe weinig dat ook moge zijn’? Hoe kunnen we kinderen zoal leren tiende en andere giften te betalen?

Relevante teksten: Maleachi 3:8–10; LV 64:23; 119:1–7

Onderwijstip: ‘Zorg ervoor dat u goede besprekingen niet te snel afbreekt om al het lesmateriaal te kunnen behandelen. Hoewel het belangrijk is om het lesmateriaal te behandelen, is het belangrijker dat de leerlingen de invloed van de Geest voelen, hun vragen beantwoord krijgen, een groter begrip van het evangelie ontwikkelen en vastbesloten zijn om de geboden te onderhouden.’ (Onderwijzen — geen grotere roeping, p. 64.)

Noten

  1. In: ‘In Juab and Millard Stakes’, Deseret Evening News, 29 mei 1899, p. 5.

  2. In: ‘In Juab and Millard Stakes’, p. 5.

  3. Millennial Star, 24 augustus 1899, pp. 532–533; zie ook Deseret Evening News, 17 mei 1899, p. 2; Deseret Evening News, 18 mei 1899, p. 2. In de Millennial Star staat dat president Snow deze toespraak op 8 mei hield, maar andere bronnen uit die tijd tonen aan dat hij die op 18 mei hield. President Snow sprak ook over tiende op 17 mei.

  4. In: ‘President Snow in Cache Valley’, Deseret Evening News, 7 augustus 1899, p. 1.

  5. In: ‘Pres. Snow Is Home Again’, Deseret Evening News, 27 mei 1899, p. 1. De kerk telde veertig ringen in die tijd.

  6. In: ‘Pres. Snow Is Home Again’, p. 1.

  7. Deseret Evening News, 24 juni 1899, p. 3.

  8. In: ‘Pres. Snow Is Home Again’, p. 1.

  9. Zie ‘The Annual Conference of the Young Men’s and Young Ladies’ Mutual Improvement Associations’, Improvement Era, augustus 1899, pp. 792–795; zie ook Ann M. Cannon, ‘President Lorenzo Snow’s Message on Tithing’, Young Woman’s Journal, april 1924, pp. 184–186.

  10. B. H. Roberts. Geciteerd in: ‘The Annual Conference of the Young Men’s and Young Ladies’ Mutual Improvement Associations’, p. 795.

  11. Zie B. H. Roberts, Comprehensive History of the Church, deel 6, pp. 359–360.

  12. Conference Report, oktober 1899, p. 28.

  13. In: ‘President Snow in Cache Valley’, Deseret Evening News, 7 augustus 1899, p. 2.

  14. Zie bijvoorbeeld Deseret Evening News, 24 juni 1899, p. 3. Uit de oorspronkelijke tekst van president Snows toespraken en krantenartikelen uit die tijd over zijn reizen blijkt dat hij de heiligen wel beloofde dat ze bij gehoorzaamheid aan de wet van tiende zowel in stoffelijk als geestelijk opzicht gezegend zouden worden, maar dat hij niet specifiek een einde van de droogte in het zuiden van Utah beloofde.

  15. Zie Western Regional Climate Center, http://www.wrcc.dri.edu/cgi-bin/cliMONtpre.pl?utstge.

  16. Zie bijvoorbeeld ‘The Annual Conference of the Young Men’s and Young Ladies’ Mutual Improvement Associations’, p. 793.

  17. Conference Report, april 1907, p. 7.

  18. Conference Report, oktober 1899, p. 28.

  19. Deseret Semi-Weekly News, 28 juli 1899, p. 10.

  20. Conference Report, april 1899, p. 51.

  21. Deseret Evening News, 24 juni 1899, p. 3.

  22. In: ‘President Lorenzo Snow’s Message on Tithing’, p. 185; uit de notulen van een bijeenkomst gehouden in de Assembly Hall in Salt Lake City op 29 mei 1899.

  23. Deseret Semi-Weekly News, 28 juli 1899, p. 10.

  24. In: ‘President Snow in Cache Valley’, p. 2.

  25. Conference Report, oktober 1899, p. 28.

  26. Conference Report, oktober 1899, pp. 27–28.

  27. In: ‘In Juab and Millard Stakes’, p. 5.

  28. Deseret Evening News, 24 juni 1899, p. 3.

  29. In: ‘The Annual Conference of the Young Men’s and Young Ladies’ Mutual Improvement Associations’, p. 794.

  30. Deseret Semi-Weekly News, 28 juli 1899, p. 10.

  31. In: ‘President Lorenzo Snow’s Message on Tithing’, p. 185.

  32. ‘Tithing’, Juvenile Instructor, april 1901, p. 216.

  33. ‘Tithing’, p. 215.

  34. In: ‘Conference of Granite Stake’, Deseret Evening News, 21 mei 1900, p. 2; naar een gedetailleerd verslag van een toespraak van president Snow op de conferentie van de ring Granite op 20 mei 1900.

  35. Deseret Semi-Weekly News, 28 juli 1899, p. 10.

  36. Millennial Star, 31 augustus 1899, p. 546.

  37. ‘Tithing’, pp. 215–216.

De tabernakel in St. George. In dit gebouw hield president Lorenzo Snow de eerste van vele toespraken over de wet van tiende.

President Snow adviseerde ouders en leerkrachten om kinderen te leren tiende te betalen.

Het tiendegeld wordt onder meer gebruikt voor de bouw en het onderhoud van tempels.