‘Iedereen heeft het evangelie nodig’, Liahona, juli 2023.
Iedereen heeft het evangelie nodig
Ik was van plan om op zending te gaan, maar na mijn studie dacht ik dat dat niet meer nodig was – totdat ik een baan kreeg waar ik met mishandelde meisjes werkte. Toen zag ik dat iedereen het evangelie nodig heeft.
De verloren penning, Harold Copping © Providence Collection / licentie van GoodSalt.com
Toen ik in het jeugdwerk zat, vroegen mijn leerkrachten talloze keren wie er later op voltijdzending wilde gaan. Als kind zei ik altijd dat ik dat zou doen.
Mijn moeder liet me zien hoe belangrijk de vergadering van Israël is door de voltijdzendelingen te helpen met het onderwijzen en verkondigen van het evangelie. Op een keer ging ik met haar mee naar het huis van een zuster in de wijk die al een tijdje niet naar de kerk was gekomen. We verdwaalden bijna omdat we niet precies wisten waar ze woonde. Mijn moeder raakte niet geïrriteerd, maar zocht ijverig naar het huis van die zuster. Net als de vrouw in de gelijkenis van de verloren penning (zie Lukas 15:8–10), vond ze de zuster en verheugde ze zich.
Door de manier waarop mijn moeder haar best deed voor het werk van de Heer, niet alleen door het evangelie te verkondigen maar ook door andere kerkroepingen, besefte ik dat iedereen de Heer moet dienen, al is het maar op kleine manieren.
In de loop der jaren haalde ik mijn seminariediploma, ontving ik mijn jongevrouwenmedaillon, studeerde ik af en begon ik te werken. Het werd geleidelijk aan steeds minder belangrijk voor mij om op zending te gaan. Hoewel ik nog steeds actief was en mijn kerkroepingen grootmaakte, zei ik tegen mezelf: ‘Het is niet erg om geen voltijdzending te vervullen, want dat is niet mijn plicht. Ik ben een zuster en ik kan de Heer op veel andere manieren dienen.’
Waardoor ik van gedachten veranderde
Toen ik 22 was, kreeg ik de kans om in een centrum te werken waar ik meisjes hielp die mishandeld en verwaarloosd waren. Ik had medelijden met hen. Ik zag dat de mishandeling hun hart had gebroken en hun liefde voor zichzelf had verwoest. Sommigen probeerden zelfmoord te plegen. Sommigen wilden niemand vertrouwen. Velen hadden geen hoop en voelden de liefde van de Heiland niet.
Ik vroeg me vaak af: Had deze mishandeling voorkomen kunnen worden? Stel dat de daders het evangelie hadden ontvangen? Stel dat hun ouders al vóór de geboorte van deze meisjes lid van de kerk waren geworden? Ik besefte dat deze meisjes deze beproevingen misschien niet hadden hoeven doormaken als hun ouders en de daders het evangelie hadden ontvangen en nageleefd.
Door over die vragen na te denken en in het centrum te werken, besefte ik dat alle mensen het evangelie nodig hebben. Net zoals het leger van Helaman in het Boek van Mormon vocht om hun geloof en hun families te verdedigen, heeft de Heer voltijdzendelingen nodig om zijn evangelie te verkondigen en zijn koninkrijk te beschermen.
Door de ervaringen die ik met de meisjes in het centrum had, werd ik geïnspireerd om het pad te bewandelen dat de Heer van me verlangde. Ik besloot me bij het zendelingenleger van de Heer aan te sluiten. Hij zag dat verlangen en ik werd naar het zendingsgebied Cauayan (Filipijnen) geroepen.
Op zending gaan
Op mijn zending zag ik mensen veranderen naarmate ze meer over het evangelie leerden. Ik onderwees mensen die niet konden vergeven, die rookten en dronken, die hoogmoedig waren en die niet wisten hoe ze moesten bidden. Dankzij het evangelie lieten ze hun oude levenswijze achter zich om waardig te zijn wat God heeft beloofd: het eeuwige leven.
Dankzij de verzoening van de Heiland heb ik geleerd dat iedereen op het nauwe en smalle pad kan stappen of terugkeren als hij of zij zich bekeert. Het evangelie van Jezus Christus zal ons helpen om te veranderen en vooruitgang te maken richting volmaking, en de grote zegeningen waardig te zijn die onze hemelse Vader voor ons heeft bereid. Die veranderingen kunnen van verdriet naar geluk, van chaos naar vrede, van boosheid naar vergeving, van zwakheid naar kracht, of van haat naar liefde zijn.
Ik voel me erg gezegend omdat ik lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen ben. Het evangelie van Jezus Christus geeft me inzicht in mijn waarde als dochter van hemelse Ouders, zelfs in moeilijke omstandigheden. Onze Vader in de hemel troost me altijd door de Heilige Geest. De Schriften zijn mijn kompas als ik verward ben en beslissingen moet nemen.
Mijn gezin en ik streven ernaar om trouw tot het einde toe te volharden. Ik ben dankbaar dat ik met een man ben getrouwd die het priesterschap draagt en een sterk getuigenis van het herstelde evangelie van Jezus Christus heeft. Mijn verbond met de Heer is niet alleen voor mijzelf, maar ook voor mijn gezin en voor zijn koninkrijk.
De auteur woont in de Filipijnen.