2020
De kracht van het gebed in de gevangenis
December 2020


De kracht van het gebed in de gevangenis

Ik zal die kerstavond nooit vergeten.

Afbeelding
small Nativity with a silhouette of children in the background

Illustratie, Phil Art

Ik zat een straf van vier en een half jaar in de gevangenis uit wegens vastgoedfraude. De meeste vrouwen daar waren rustig en respectvol. Toen kwamen er tien vrouwen in de cel tegenover mij te zitten.

Ze bleven vaak tot laat in de avond lachen en naar harde muziek luisteren. Ze leken er lak aan te hebben dat anderen last van hun gedrag hadden. Mijn celgenoten vroegen me om met ze te praten, maar dergelijke gesprekken pakken in de gevangenis meestal niet goed uit. Ik ging in plaats daarvan in gebed dat deze vrouwen hun gedrag zouden veranderen en de rust zou wederkeren, maar het werd alleen maar erger.

Terwijl ik op een avond bad, besefte ik dat ik geen moeite had gedaan om mijn overburen te leren kennen. Ik ging de volgende dag naar hun cel toe en sprak met ze. Ze lieten me foto’s van hun familie en dierbaren zien. Ze verontschuldigden zich dat ze te luid waren geweest. Vanaf dat moment zwaaiden ze en leken ze blij om me te zien.

Een paar weken vóór Kerstmis nodigden ze me uit om op kerstavond samen te eten. We waren ook van plan om geestelijke ervaringen met elkaar uit te wisselen. Op kerstavond kwamen we bijeen en hingen we wat papieren versieringen op. We hadden geen kerstboom, maar er heerste een vredige sfeer. Na ons eenvoudige diner met tonijn en chips wisselden we verhalen uit. We hadden allemaal een andere godsdienstige achtergrond en onze verhalen waren uniek, maar ons hart was met elkaar verbonden en de Geest was aanwezig.

April vertelde dat ze nog maar 14 jaar was toen haar moeder aan een overdosis drugs was gestorven. April leefde op straat en kreeg een baby die ze ter adoptie afstond toen ze 15 was. Ze worstelde met haar eigen drugsverslaving, begon drugs te verhandelen en kwam uiteindelijk in de gevangenis terecht.

‘Op een dag vroeg ik me af waarom ik eigenlijk nog leefde’, zei April. ‘Het maakte helemaal niet uit of ik dood was. Niemand wist dat ik in de gevangenis zat. Niemand zou het zelfs merken dat ik er niet meer was.’ Ze vroeg God toen in gebed of Hij wist wie ze was.

De week erna overhandigde een therapeut in de gevangenis haar een brief van het meisje dat ze ter adoptie had afgestaan.

‘God houdt je vast in het oog’, zei de therapeut.

‘Ik schrijf mijn dochter nu, en ze heeft me een keer bezocht’, zei April. ‘Ik weet niet veel over godsdienst, maar ik weet wel dat God om me geeft omdat Hij mijn gebed verhoord heeft.’

Na Aprils verhaal zaten we allemaal stilletjes met tranen in onze ogen.

In de gevangenis stortte ik mijn hart vaak in gebed uit, en vroeg ik mijn hemelse Vader of Hij mijn familie wilde behoeden en beschermen. Maar toen ik voor mijn overburen in de gevangenis bad, begon ik hun goddelijke potentieel te zien en voelde ik de liefde en barmhartigheid van onze Heiland nog meer.

Die kerstavond in de gevangenis was prachtig.