Toenadering zoeken: liefhebben zoals de Heiland
De auteurs wonen in Utah (VS).
We kunnen veel leren van de manier waarop de Heiland met anderen omging.
Bij de bron, Crystal Close
Als homoseksuele leden van de kerk kijken we vaak naar het voorbeeld van de Heiland om te begrijpen hoe we het beste met kerkleden en anderen kunnen omgaan. We dachten op een gegeven moment na over de oproep van de Heiland: ‘Zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben’ (Johannes 13:34). We vonden het interessant dat Hij niet zei ‘omdat Ik u liefgehad heb’, maar ‘zoals Ik u liefgehad heb’. Dat zette ons aan het denken over hoe de Heiland mensen liefhad. Op welke manieren toonde Hij liefde?
We verdiepten ons nader in verhalen in het Nieuwe Testament waarbij de Heiland tijdens zijn aardse bediening met andere mensen omging. Omdat we als echtpaar allebei aantrekking tot hetzelfde geslacht ervaren, wilden we beter begrijpen hoe Jezus omging met mensen die de maatschappij als anders beschouwde. Hier zijn enkele patronen die we hebben opgemerkt.
Jezus trad culturele verschillen met vriendelijkheid tegemoet
We leven in een tijd van grote maatschappelijke en politieke verdeeldheid, net zoals de Heiland tijdens zijn leven. Sommige kwesties in zijn tijd waren al lang en diep in de geschiedenis en culturele opvattingen verankerd.
De Heer reisde bijvoorbeeld met opzet door Samaria, een gebied dat Joden vermeden vanwege onmin die al honderden jaren duurde. Toen Jezus een vrouw tegenkwam en haar vroeg om water te putten, leek ze als politiek en godsdienstig ‘anders’ te reageren – ze beklemtoonde de verschillen tussen Hem als Jood en haar als Samaritaanse. (Zie Johannes 4.) Jezus behandelde deze vrouw op zijn beurt als een dochter van God. Zijn reactie om liefdevol en oprecht met haar te praten, is een groot voorbeeld voor ieder van ons. De tegenstander probeert ons strategisch in verschillende kampen tegen elkaar op te hitsen. ‘Maar de Heere ziet het hart aan’ (1 Samuel 16:7).
We kunnen de les in dit verhaal makkelijk op onze huidige maatschappij toepassen. In ons dagelijks leven, met inbegrip van kerkbijeenkomsten en -activiteiten, komen we mensen van verschillende achtergronden tegen. Sommigen zijn door de wereld misschien wel als politieke of culturele vijanden bestempeld. We hoeven ons niet blind te staren op onze verschillen, maar kunnen ervoor kiezen om onze overeenkomsten te benadrukken als kinderen van hemelse Ouders. We kunnen liefdevol met anderen leren praten, zoals de Heiland dat deed.
Toen de Heiland na zijn opstanding de mensen in Amerika bezocht, leerde Hij ze dat ‘de duivel […] de vader van twisten is, en hij hitst het hart van de mensen op om in toorn te twisten, de een met de ander’ (3 Nephi 11:29). Het volk luisterde naar Hem. Ze bouwden aan een generatie en samenleving waarin ‘er geen armen en rijken, geknechten en vrijen [waren]; maar allen waren vrijgemaakt en deelgenoot van de hemelse gave’ (4 Nephi 1:3).
Jezus zocht toenadering in plaats van verwijdering
Jezus zocht actief toenadering tot anderen, emotioneel en bij gelegenheid zelfs lichamelijk, in plaats van Zich met een excuus af te keren van mensen die vaak veracht en buitengesloten waren.
Jezus kwam bijvoorbeeld eens een man met een misvormde hand tegen. Het was de sabbat, en daardoor waren sommige handelingen die dag een religieus taboe. Jezus meed die hulpbehoevende man niet tot er zich een maatschappelijk aanvaardbaarder gelegenheid aandiende, maar verkoos om meteen ‘goed te doen’ (Mattheüs 12:12). Hij vroeg de man om zijn hand uit te strekken. ‘En hij stak hem uit, en hij werd hersteld, gezond als de andere’ (Mattheüs 12:13).
Er staan meer van dergelijke verhalen in de Schriften. Jezus merkte met mededogen een vrouw op die als onrein beschouwd werd (zie Lukas 8), verwelkomde en genas een man die stemmen hoorde en zichzelf sneed (zie Markus 5) en genas een man die door anderen verkeerd werd beoordeeld (zie Johannes 9:1–7). ‘Jezus stak Zijn hand uit’ (Mattheüs 8:3) is een zinnetje dat we in de Schriften vaak lezen, en doorgaans deed Hij dat om anderen te bemoedigen en als blijk van liefde, en om ze genezing en gemoedsrust te bieden.
Ook wij kunnen uit deze verhalen leren om toenadering te zoeken tot mensen die anders lijken dan wij. Gaan we bijvoorbeeld naast bezoekers in de kerk zitten die anders gekleed zijn dan de rest? Betrekken we ze bij gesprekken op de gang? Begroeten we ze met een glimlach en stellen we vriendelijk vragen om ze beter te leren kennen en zich thuis te laten voelen?
En misschien nog belangrijker: hoe kunnen we een hechtere emotionele en geestelijke band met anderen ontwikkelen, en gemoedsrust en liefde overbrengen zoals de Heiland dat deed? We weten dat God ons zegent als we oprecht contact met anderen zoeken – in het bijzonder met mensen die anders lijken dan wij.
Jezus at regelmatig met mensen samen
Het trof ons bij onze studie van het Nieuwe Testament hoe vaak de Heiland met anderen samen at. Hij kreeg vaak kritiek om de mensen met wie hij verkoos tijd door te brengen.
Zo riep Jezus bijvoorbeeld ene Mattheüs, een ‘tollenaar’, of iemand die de heersende overheid uit die tijd vertegenwoordigde, als een van zijn discipelen (zie Lukas 5:27; Gids bij de Schriften, ‘Tollenaar’). Tollenaars werden over het algemeen door het Joodse volk gehaat. Dus toen Mattheüs een groot feest voor Jezus en zijn discipelen hield, klaagden de schriftgeleerden en Farizeeën – die de geboden van God zogenaamd volgden. ‘Waarom eet en drinkt u met tollenaars en zondaars?’ vroegen ze. Jezus antwoordde: ‘Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn’ (Lukas 5:30–31).
Jezus en discipelen in het Kidrondal, Balage Balogh, Art Resource
Dit laat goed zien dat de Heiland Zich niet door uiterlijkheden of wereldse reputaties van de wijs liet brengen. Hij richtte Zich juist op de behoeften, waarde en mogelijkheden van ieder individu. Er drong nog iets tot ons door toen we lazen dat Jezus met Mattheüs en anderen samen at. We zullen nooit invloed op iemand kunnen hebben als we geen toenadering zoeken. Tenzij we de tijd nemen om anderen te leren kennen en lief te hebben, en te aanvaarden waar ze zich op hun levensreis bevinden, hebben we waarschijnlijk maar weinig invloed op ze.
U hebt misschien weleens gehoord: ‘Houd van de zondaar, veroordeel de zonde.’ Besteden we voldoende tijd aan de eerste helft van die opdracht? Jezus zegt dat we elkaar moeten liefhebben (zie Johannes 13:34) en ‘zeventig maal zevenmaal’ moeten vergeven (zie Mattheüs 18:22). We zouden minder tijd moeten besteden aan het onderkennen en verwerpen van andermans zonde. Dan blijft er meer energie over om de band met onze medebroeders en -zusters aan te halen.
Wij zeggen graag: ‘Houd van de zondaar, zet het eten maar klaar!’ We hebben allen gezondigd ‘en missen de heerlijkheid van God’ (Romeinen 3:23). Dat zou ons volop de kans moeten geven om anderen te dienen met liefdevol bereide maaltijden, opgediend in een plek waar de Geest van God aanwezig is. Laten onze tafelgesprekken vervuld zijn met oprechte vriendelijkheid, oprechte vriendschap en bewuste moeite om elkaar te zien zoals Jezus ons ziet.
Zion opbouwen
Dit jaar hebben we gevierd dat het eerste visioen 200 jaar geleden plaatsvond, toen Jezus Christus aankondigde dat zijn evangelie hersteld zou worden. Volgend jaar verdiepen we ons in voorbeelden van de heiligen uit de begintijd van de kerk die het koninkrijk van de Heer in deze bedeling op aarde hielpen opbouwen. Die heiligen moesten een manier vinden om samen te werken en eensgezind te zijn, ook al kwamen ze uit verschillende landen en verschilden ze van godsdienstige en sociaaleconomische achtergrond.
We staan nu voor dezelfde opgave. We moeten op de een of andere manier bedenken hoe we eensgezind in ons geloof kunnen zijn, ondanks de culturele en politieke verschillen die ons uit elkaar proberen te drijven. Dat zal alleen gebeuren als we de Heiland tot Leidsman aannemen. Hij begrijpt onze zwakheid volkomen en kan zwakke dingen sterk maken (zie Ether 12:27). Hij begrijpt onze pijnen volkomen en kan ons helpen genezen (zie Alma 7:11–12). Hij begrijpt onze verschillen volkomen en belooft toch dat we – zoals in Leer en verbonden 49:25 staat – in Zion kunnen gedijen en ons verblijden. Samen.