2020
Iemand zal er volgend jaar niet bij zijn
December 2020


Iemand zal er volgend jaar niet bij zijn

Op kerstavond bedacht ik hoeveel ik van ons gezin hield. Toen kreeg ik een duidelijke ingeving.

Afbeelding
family decorating a Christmas tree

Illustratie, Kendra Binney

Het was kerstavond. We hadden net onze nieuwe pyjama’s gekregen, een traditie in ons gezin. De kinderen speelden kerstmuziek af en iedereen danste in het rond. Niemand was humeurig; iedereen was blij, vrolijk en had plezier. Ik was zwanger en mijmerde hoeveel ik van ons gezin hield, hoe blij ik was dat er nog een kindje op komst was.

Toen kreeg ik een duidelijke ingeving. De Geest fluisterde me in dat een van onze gezinsleden volgend jaar niet onder ons zou zijn.

Later die avond, toen mijn man, Tim, en ik cadeautjes onder de boom legden, vertelde hij dat hij eerder die avond het gevoel had gekregen dat een van onze gezinsleden de volgende kerstavond niet onder ons zou zijn. Ik zei tegen Tim dat ik hetzelfde had gevoeld.

Voordat we na de kerst op familiebezoek in een andere staat gingen, drukte Tim onze kinderen op het hart dat ze onderweg goed op hun veiligheid moesten letten. De gedachte om een gezinslid op onze reis te verliezen, verontrustte ons – maar we hadden het gevoel dat alles goed zou komen. We gingen op pad, hadden een geweldige tijd bij familieleden en kwamen veilig weer thuis.

Het was al snel tijd voor mijn volgende zwangerschapscontrole. De arts kwam met droevig nieuws. Uit de echo bleek dat de baby twee weken vóór de afspraak overleden was.

Toen Tim en ik ontredderd naar huis reden, beseften we dat het twee weken daarvoor kerstavond was geweest. We weten niet precies wanneer de geest het lichaam betreedt, maar Tim en ik hebben het gevoel dat onze baby op die kerstavond bij ons gezin mocht zijn, al was het maar even, terwijl iedereen blij aan het dansen was. We waren echt heel blij en voelden dat de baby er deel van uitmaakte. Toen hij ons verliet, werd hij volgens ons het gezinslid dat de volgende kerstavond niet onder ons zou zijn. Ik geloof dat we onze baby eens weer zullen zien. Ik ben dankbaar voor de gemoedsrust die ik daardoor krijg.