2018
Maak van uw leven een fascinerende reis vol persoonlijke groei
December 2018


Maak van uw leven een fascinerende reis vol persoonlijke groei

Het evangelie onderwijzen, leren en naleven ligt aan de basis van het groeiproces naar ons goddelijk potentieel.

Afbeelding
looking up at stars

Illustraties: Getty Images

Wat is het toch een geweldige tijd om lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen te zijn! Als ik nadenk over de recente ontwikkelingen in het koninkrijk van de Heer, is het mij duidelijk dat God ons meeneemt op een fascinerende reis met bergen en dalen, en adembenemende vergezichten die we niet voor mogelijk houden, tot we net dat beetje hoger klimmen en ze voor ons zien liggen.

Het afgelopen jaar hebben we afscheid genomen van onze geliefde profeet en onze liefdevolle steun verleend aan een nieuwe profeet. We zijn de bijeenkomsten van de ZHV en het MP-quorum anders gaan bekijken, met meer nadruk op gezamenlijk overleg om het werk van de Heer te volbrengen. In diezelfde geest hebben we gezien dat de Heer hogepriesters en ouderlingen in één quorum heeft samengebracht, en is er een aardverschuiving teweeggebracht in de manier waarop priesterschapsdragers en zusters Gods kinderen dienen. Alsof dat nog niet genoeg was, heeft het Eerste Presidium onlangs nieuwe hulpbronnen voor persoonlijke en gezinsschriftstudie aangekondigd, en een daarmee samenhangende aanpassing van lesmateriaal voor het jeugdwerk en de zondagsschool. En dan heb ik het nog niet eens over de voortdurende vooruitgang op het gebied van het zendingswerk, familiehistorisch onderzoek en tempelwerk.

En er is ongetwijfeld nog meer op komst. In het negende geloofsartikel staat: ‘Wij geloven alles wat God heeft geopenbaard’. Dat is meestal niet zo moeilijk. Het vereist echter een bijzonder soort vertrouwen om te ‘geloven dat Hij nog vele grote en belangrijke dingen aangaande het koninkrijk Gods zal openbaren’, en die dan te aanvaarden, wat ze ook zijn. Als we daartoe bereid zijn, zal God ons leiden naar plekken die we nooit dachten te kunnen bereiken, en die zelfs onze stoutste dromen overstijgen. Zijn gedachten en zijn wegen zijn waarlijk hoger dan de onze (zie Jesaja 55:8–9). In zekere zin denk ik dat we zoals de mensen in Kirtland zijn, tot wie de profeet Joseph Smith zei: ‘U weet niet meer van de bestemming van deze kerk en dit koninkrijk dan een baby die op zijn moeders schoot ligt.’1

Hij wil ons hart veranderen

Hoe dan ook hoop ik dat we zien dat het om meer dan een gewijzigd beleid, nieuwe programma’s en herziene handboeken gaat. Het werk van de Heer draait uiteindelijk altijd om mensen, niet om programma’s. Welke wijzigingen Hij ook aanbrengt in een organisatie of een lesschema of een leerplan, wat Hij echt hoopt te veranderen, is u en mij. Hij wil ons hart veranderen en onze toekomst verbeteren.

Nee, we kunnen nog niet zien welke grote en belangrijke dingen voorbij de volgende bocht in het pad liggen te wachten. Maar we weten wel iets over de uiteindelijke bestemming:

‘Het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien, zoals Hij is’ (1 Johannes 3:2).

‘Wat voor mannen [en vrouwen] behoort u daarom te zijn? Voorwaar, Ik zeg u, zoals Ik ben’ (3 Nephi 27:27).

‘U [zult] van zijn volheid ontvangen, en in Mij worden verheerlijkt zoals Ik in de Vader; daarom, Ik zeg u: U zult genade voor genade ontvangen’ (LV 93:20).

Ik weet niet hoe u erover denkt, maar mij lijkt het een lange, stimulerende reis! Die goddelijke bestemming, dat verheven doel, is de kern van alles wat het herstelde evangelie aantrekkelijk en inspirerend maakt. Diep in onze ziel weerklinkt een echo, een herinnering, die zegt dat we om die reden naar de aarde zijn gekomen. We hebben in de eerste plaats met het plan van onze Vader in de hemel ingestemd omdat we zoals Hij wilden worden. We wisten dat het een ambitieus doel was dat grote inspanning zou vergen. Maar we wilden met minder geen genoegen nemen. Onze ziel is gemaakt om te groeien, en we werden toen en nu geïnspireerd om de reis te maken.

Leren en worden

Afbeelding
star-filled sky

Het evangelie onderwijzen, leren en naleven zijn basisbeginselen van het groeiproces waardoor we ons goddelijk potentieel kunnen bereiken en als onze hemelse Ouders worden. Soms noemen we dat proces eeuwige vooruitgang. Soms noemen we het tot inkeer komen. Soms noemen we het gewoon bekering. Hoe we het ook noemen, het houdt in dat we iets leren. De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘U zult zelf moeten leren om een god te worden en koningen en priesters van God te zijn, […] door van de ene kleine graad tot de andere te gaan, en van een klein vermogen tot een groot vermogen. […]

‘Als u een ladder opklimt, moet u onderaan beginnen en stap voor stap naar boven gaan totdat u de top bereikt; en dat geldt ook voor de beginselen van het evangelie – u moet met de eerste beginnen en doorgaan tot u alle beginselen van de verhoging hebt geleerd.’2

Laten we het nu over dat leren hebben. Als leraar in hart en nieren houd ik van dat woord en wat het inhoudt, hoewel ik vind dat we de definitie wat moeten aanpassen. Met betrekking tot het evangelie bedoel ik met leren niet alleen het verwerven van kennis. Dat is maar een deel van het verhaal. Ik bedoel er ook niet mee dat we passief naar een hoorcollege luisteren of feiten memoriseren. Met leren bedoel ik groei en verandering, inzichten die tot verbetering leiden, en kennis van de waarheid, wat ons op zijn beurt dichter bij de God van alle waarheid brengt.

President Russell M. Nelson wees op het verband tussen leren en die berouwvolle verandering van hart, toen hij zei dat ‘de Heilige Geest iemand die oprecht naar de waarheid zoekt innerlijke overtuiging geeft’. Hij ‘voedt het geloof’ en ‘zet aan tot bekering en gehoorzaamheid aan Gods geboden’. Door die cruciale ingrediënten van bekering kunnen wij ons ‘afwenden van de wegen van de wereld en […] tot de wegen van de Heer’, wat ‘een grote verandering van hart met zich mee[brengt]’.3

Het gaat er niet om dat we de namen van de twaalf stammen van Israël kennen, of de gelijkenis van de olijfbomen kunnen schematiseren, hoewel dat nuttig kan zijn. Deze vorm van leren houdt in dat we onszelf veranderen, dat we anders (beter) worden omdat we meer te weten komen van wat God weet.

U begrijpt dat deze vorm van leren veel te uitgebreid is om in een klaslokaal of een les van 45 minuten te passen. De Schriften, profeten, ouders, zonneschijn, regenachtige dagen, influisteringen van de Geest en de leerschool van het leven van alledag bieden ons allemaal de kans om over God en zijn plan te leren, want ‘alle dingen getuigen’ van Hem (Mozes 6:63). Uiteindelijk komen we allen tot het besef dat Hij ons niet alleen in de kerk wil onderwijzen, maar overal en altijd. In informele situaties met onze kinderen en vrienden, onze buren en collega’s, de man of vrouw in de bus, of de behulpzame kassamedewerker – waar en wanneer wij maar bereid zijn om te leren.

De waarheden die God ons elke dag tracht te leren, zijn echter niets anders dan zaadjes die op steenachtige grond zijn gevallen, of die verschroeien, of die in de dorens vallen en verstikt raken, tenzij we de raad van Alma volgen en ze voeden door ze te beproeven, of de raad van Jakobus om daders van het woord en niet alleen hoorders te zijn. (Zie Markus 4:1–20; Jakobus 1:22; Alma 32:27–43.) Als we waarheid leren, en besluiten om ernaar te handelen, groeit ons getuigenis (zie Johannes 7:17). Als we ons vervolgens de waarheid eigen maken door er voortdurend naar te handelen, zelfs in tijden van beproeving, veranderen we en worden we meer zoals de Vader van de waarheid.4

Evangeliestudie met het gezin als middelpunt

Daarom zeggen we dat het onderwijzen, leren en naleven van het evangelie ‘op het gezin gericht en […] door de kerk ondersteund’ moet zijn.5 Ten eerste brengen we thuis de meeste tijd door, veel meer dan in de kerk (overwerkte bisschoppen uitgezonderd). We verwachten niet dat ons lichaam lang kan overleven op één maaltijd per week, ook al is het een erg lekkere maaltijd. Op dezelfde manier dreigen we geestelijk ondervoed te raken als een zondagse les in de kerk, ook al is het een uitstekende les, de belangrijkste plek is waar we ons ‘[vergasten] aan het woord van Christus’ (2 Nephi 31:20).

Ten tweede is het gezin zowel klaslokaal als praktijkruimte, en gaan het leren en naleven van het evangelie er naadloos in elkaar over. Die praktijkervaring kan niet in een klaslokaal worden opgedaan.

En bovenal is het gezin een echo van de hemel – of kan dat zijn. Een herinnering aan de eeuwige bestemming die we hier nastreven. President Henry B. Eyring, tweede raadgever in het Eerste Presidium, zei het zo: ‘Aardse gezinnen zijn verre van volmaakt. Toch bieden ze Gods kinderen de grootste kans op een welkom in deze wereld met de enige liefde op aarde die in de buurt komt van wat we in de hemel ervoeren, namelijk ouderlijke liefde. Het gezin is ook de beste manier om de morele deugden en ware beginselen te bewaren en door te geven die ons terug naar God kunnen voeren.’6

Maak ik de ouders onder u nu bang? Ik hoop het niet. Het is niet de bedoeling dat deze nadruk op thuis onderwijzen, leren en naleven een grotere belasting voor personen en gezinnen vormt. Integendeel, we hopen dat we uw lasten kunnen verlichten door te erkennen en steunen wat u thuis verwezenlijkt. Of misschien kunnen we u zelfs zo versterken dat u uw ‘lasten met gemak [kunt] dragen’ (Mosiah 24:15).

Evangeliestudie in de kerk ondersteunen

Afbeelding
climbing and building a ladder

Hoewel we onze visie op evangeliestudie buiten het klaslokaal verbreden, wil dat niet zeggen dat het klaslokaal aan belang moet inboeten. Uiteraard hopen we dat u in de kerk nog waardevolle dingen leert. De ondersteunende rol van lessen in de kerk is zelfs cruciaal voor onderwijs in het gezin. Maar als we levens willen veranderen, mag onderwijs in de kerk niet losstaan van wat er in die levens gebeurt. Het moet inspelen op de ervaringen van leraars en leerlingen, en daar gebruik van maken.

Het is duidelijk dat de nadruk niet mag liggen op het handboek of het bord of de schikking van de stoelen of zelfs maar de beste discussievragen. Het individuele kind van God en zijn of haar eeuwige vooruitgang, daarop moeten we onze inspanningen en aandacht richten. We willen mensen raken, en we moeten stoelen of krijt of audiovisuele apparatuur alleen aanraken als dat ons helpt om mensen te raken. De Heiland zou het als volgt gezegd hebben: wat baat het een leraar of klas om de beste leerstellige uiteenzetting ter wereld te horen, als die leer niet tot uiting komt in het leven en de liefde, de gedachten en gevoelens van het individuele lid, degene die God zo graag wil redden en verhogen?

Echt succes wordt niet gemeten aan de vlotheid van de les, het vullen van de tijd, het aantal complimentjes voor de leerkracht, of zelfs het aantal aanwezigen in de les. Succes is afhankelijk van wat er in het leven van de leerling gebeurt. Heeft broeder Janssens vorige week tijdens de les iets in de Schriften gevonden wat hem met zijn problemen heeft geholpen? Of nog beter, is er tijdens die les iets gebeurd waardoor het hem die week lukte om zelf antwoorden te vinden? En toen hij deze week vertelde wat hij had meegemaakt, heeft zuster Peeters daar dan de hoop en het vertrouwen uit geput om te geloven dat God ook haar zal helpen? (Zie ‘Je wordt niet fit door naar anderen te kijken.’)

Dit alles betekent dat u als leerkracht zult merken dat de nieuwe hulpbronnen er anders uitzien dan de oude lesboeken. Ze bevatten minder concrete aanwijzingen over wat u moet doen en hoe u dat moet doen. Dat is opzettelijk zo gedaan, om u aan te sporen te bidden, alert te zijn en gebruik te maken van uw eigen ervaring en uw eigen inspiratie, en die van uw leerlingen. (Zie ‘Zingt u een solo of leidt u het koor?’)

Laten we er bijvoorbeeld van uitgaan dat de les over het Nieuwe Testament gaat en ik de zondagsschoolleerkracht ben. Ik hoef niet naar de klas te komen met een arsenaal aan feitjes over de achtergrond van Mattheüs 5, inspirerende citaten van wijze mensen over de Bergrede, creatieve opdrachten om een betere vredestichter te worden, en mijn minutieus georganiseerde les precies op tijd te laten eindigen. Nee, ik bestudeer de beginselen in Mattheüs 5 en leef ze na, net zoals ik dat van mijn cursisten verlang. Het enige verschil is dat ik daarbij meer aan ieder van mijn cursisten denk en voor ze bid, om te weten hoe die beginselen hun tot nut kunnen zijn. In de klas kan ik hen dan onder invloed van de Geest aanmoedigen om elkaar op te bouwen en te steunen in hun streven Mattheüs 5 te bestuderen en na te leven. Ik zorg ervoor dat ze verbanden zien tussen hun leven en de kostbare leer in de Schriften. En ik bid vooral om inspiratie voor het moment, zodat ik een feit kan omzetten in geloof, en een vraag in een zoektocht.

Afbeelding
putting puzzle pieces together

In het jeugdwerk is mijn rol wellicht een beetje anders. Het is echter niet mijn doel om de kleintjes drie kwartier te amuseren of stil te houden zodat ik ongestoord mijn zegje kan doen. Het is mijn bedoeling om ze een zelfstandig lerende houding bij te brengen, hun duidelijk te maken hoe hun leven door evangeliewaarheden wordt verrijkt, en hun ouders, die hun belangrijkste evangelieleerkrachten zijn, te steunen.

Nu heb ik naast de ouders misschien ook de leerkrachten angst ingeboezemd. Als dat zo is, wil ik u met twee gedachten geruststellen: (1) u onderwijst mensen, geen lessen, en u kent de mensen veel beter dan het lesboek ze kent. (2) Uw persoonlijke inspanningen om het evangelie te bestuderen en na te leven zijn de beste voorbereiding op het onderwijzen van anderen in het evangelie. Vergeet niet dat we de Geest het beste in ons leven en ons onderwijs kunnen uitnodigen door zelf het evangelie te bestuderen en na te leven. In deze kerk is de Geest de ultieme leerkracht, en gelukkig is zijn invloed eindeloos.

Hij gaf het pad aan en ging ons voor

Ons grote verlangen is dat de Heer ons naar nieuwe hoogten van geestelijke groei tilt, doordat we het evangelie op nieuwe manieren bestuderen en naleven. Met zijn hulp verkondigen we onze vrienden het evangelie, niet omdat we denken dat het zo hoort, maar omdat het evangelie deel van ons leven uitmaakt, en omdat we onze mond niet kunnen openen zonder dat er een stukje evangeliewaarheid uit valt! Idealiter zullen onze vrienden uit andere geloofsrichtingen de toename van licht in ons leven zien en de zendelingen gaan opzoeken, nog voordat de zendelingen hen opzoeken, omdat ze voor hun gezin willen wat ze hebben gezien. Tempelhuwelijken, familiehistorisch werk, priesterschapsmacht en verordeningen, morele reinheid en zorg voor de armen, al die dingen zullen het gezegende resultaat zijn, als grondig bekeerde discipelen van Christus het evangelie elke dag bestuderen en naleven, en volledige, gepaste, voortdurende ondersteuning tijdens de zondagse lessen krijgen. Daar leidt de Heer ons naartoe, en het is waarlijk een fascinerende reis!

We gebruiken de woorden ‘Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland’, en ik hoop dat dit nooit een holle frase of een cliché wordt. Wat we daarmee bedoelen, is dat we christelijke leerkrachten en leerlingen moeten zijn, en het evangelie verkondigen zoals Hij dat deed. Zo kunnen wij ons bij de discipelen voegen, in de voetsporen van Jezus treden, en zoeken naar wie is afgedwaald. Zo kunnen wij samen met de schare de berg van de zaligsprekingen beklimmen, en met de menigte aan de oevers van Galilea zitten. Zo kunnen wij allen het kleed van de Meester aanraken en genezen worden.

Ik geniet altijd van de poëtische woorden van Eliza R. Snow in een van de ontroerendste lofzangen van de kerk:

Hij gaf het pad aan en ging ons voor,

Hij houdt ons op het goede spoor

Naar het licht, het leven en de eeuwigheid

In de stralende glorie van Gods tegenwoordigheid.7

Afbeelding
opening a door to light

Broeders en zusters, ik vind het een eer om met u het pad te bewandelen naar de glorierijke toekomst die onze Vader in de hemel voor ons in petto heeft. Ik ken uw hart. Ik weet dat u van de Heer houdt en zijn wil wilt doen. Ik getuig dat, als wij licht en waarheid nastreven en ons dagelijks eigen maken, dat het licht in ons zal groeien, ‘steeds helderder tot de volle dag toe’ (LV 50:24; cursivering toegevoegd), en dan zullen we bij Hem kunnen zijn omdat we zoals Hij zullen zijn.

Noten

  1. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 148.

  2. Leringen: Joseph Smith, 239, 288.

  3. Russell M. Nelson, ‘Jezus Christus, de grote Geneesheer’, Liahona, november 2005, 86.

  4. Zie Dallin H. Oaks, ‘Opdracht tot wording’, Liahona, januari 2001, 40–43; zie ook David A. Bednar, ‘Tot de Heer bekeerd’, Liahona, november 2012, 106–109.

  5. Handboek 2: de kerk besturen (2010), 1.4.

  6. Henry B. Eyring, ‘Het gezin van God bijeen vergaderen’, Liahona, mei 2017, 20.

  7. Naar ‘How Great the Wisdom and the Love’, Hymns, nr. 195.