2010
Zet de tv uit!
Juni 2010


Zet de tv uit!

Jonathan H. Westover, Utah (VS)

De zaterdagavond na Thanksgiving was ik alleen in mijn studentenkamer. Ik had niet veel te doen, dus ik was wat aan het rondkijken op de verschillende tv-zenders en kwam een film tegen die net was begonnen.

Al na een paar minuten besefte ik dat de film ongepast was. Heel even dacht ik: ‘Nou en? Ik ben alleen. Het is maar tv, dus ze hebben het ergste er toch wel uitgeknipt.’

Maar de Geest zette me ertoe aan om de tv uit te zetten. Ik besloot een boek te lezen.

Ongeveer een half uur later werd er op de deur geklopt. Het was een lid van mijn ouderlingenquorum. Hij vertelde dat een van de jonge vrouwen bij wie hij op huisonderwijs ging ziek was en een zalving nodig had. Hij was al een half uur op zoek naar iemand die met hem mee kon gaan om te assisteren. Uiteindelijk was hij bij mij aangekomen. Ik zei dat ik mee zou gaan en trok snel mijn zondagse pak aan.

Toen we te voet onderweg waren naar haar woning, vroeg ik hoe ziek ze was. Hij wist alleen maar dat hij een dringend verzoek had gekregen van de kamergenote van de jonge vrouw om meteen te komen.

Toen we bij haar aankwamen, werd duidelijk dat ze echt niet goed in orde was. Ze had hoge koorts en was bleek. Haar kamergenote zei dat ze al urenlang ziek was, dat ze zwak was en niet kon eten omdat haar maag van streek was.

Ik had aangenomen dat ik haar zou zalven, maar de broeder van mijn ouderlingenquorum vroeg mij om de zegen te geven. Ik voelde me onzeker en wist niet goed wat ik moest zeggen. Ik had geen tijd gehad om me mentaal op het geven van een zegen voor te bereiden, maar in stilte bad ik dat God mij zou leiden.

Na de zalving noemde ik de jonge vrouw bij haar naam en sprak ik de zegen uit. Ik hoorde mezelf beloven dat ze beter zou worden en hoorde woorden van troost die niet van mijzelf kwamen. Vervolgens besloot ik de zegen. Toen we onze ogen opendeden, zag ik een grote glimlach op het gezicht van de jongevrouw, en ze bedankte ons voor de zalving en de zegen. Ze herstelde spoedig en kon haar werk afmaken en het semester afronden.

Als ik daar over nadenk, ben ik dankbaar dat ik het priesterschap mag dragen. De hele ervaring duurde maar zo’n tien minuten, en ik ben ervan overtuigd dat de zieke jonge vrouw het al lang vergeten is. Maar het had een blijvende uitwerking op mij.

Ik ben dankbaar voor de influisteringen van de Geest, die mij ertoe aanzette om verleiding te weerstaan en geestelijk voorbereid te blijven. En ik ben de Geest dankbaar dat Hij de broeder van mijn ouderlingenquorum naar mijn kamer leidde.

Maar bovenal ben ik dankbaar voor een liefdevolle en barmhartige hemelse Vader die mij sterkte in mijn zwakheid en mij de woorden voor de zegen ingaf, waarna Hij de woorden die ik had gezegd in vervulling bracht. Ik weet dat we, als we goed blijven leven, de Geest hebben om ons te leiden op onze weg, zodat we klaar staan om de mensen om ons heen te dienen.