2009
De onzichtbare bezoekster
juli 2009


De onzichtbare bezoekster

‘Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun ook aldus’ (Matteüs 7:12).

Julia’s hart bonkte toen ze het lege lokaal in keek. Het jeugdwerklokaal, met de vouwstoelen in een halve cirkel en het stoffige krijtbord, zag er net zo uit als in haar eigen wijk. Maar Julia’s maag keerde zich om van de zenuwen toen ze het lokaal binnenstapte. Alles zag er wel hetzelfde uit, maar Julia wist dat dat niet echt zo was. Vandaag was ze op bezoek.

Julia dook in de stoel die het verste van de deur af was. Ze vond het heerlijk om in de zomer als gezin haar neven en nichten en grootouders op te zoeken, alleen een andere wijk bezoeken vond ze vreselijk. Jeugdwerkliedjes zingen en leren over de Heiland vond ze wel fijn, maar ze vond het niet leuk om alleen te zitten en niemand te kennen.

Julia vond het ook niet leuk om de andere kinderen met elkaar te horen praten en lachen zonder dat iemand haar leek op te merken. Het leek wel alsof het niemand iets uitmaakte of ze er nu wel of niet was. Ze leek wel onzichtbaar — Julia, de wonderbaarlijke onzichtbare bezoekster!

Julia draaide aan haar lange blonde vlechten en wenste dat ze thuis bij haar eigen jeugdwerklerares, zuster Johansson, en haar beste vriendin, Hanna, was. ‘Misschien is het deze keer anders’, hield ze zichzelf voor, terwijl ze haar bril goed zette en haar rok nog een keer gladstreek. ‘Als ik echt goed mijn best doe, gaat het dit keer misschien anders.’

Julia sprong op toen de deur openging. Er stapten drie meisjes naar binnen, druk aan het kwebbelen. Daarna kwamen twee jongens binnen. Julia haalde even diep adem en toverde een glimlach om haar mond.

‘Hoi!’, gooide ze eruit. Opeens keek iedereen haar aan. Julia’s gezicht werd rood.

‘Eh, hoi’, mompelde een van de meisjes.

‘Ben je nieuw hier?’, vroeg een ander meisje.

Julia schraapte haar keel. ‘Nee, ik ben alleen op bezoek bij mijn oma.’

‘O.’

Iedereen ging ergens zitten. Julia’s glimlach verdween toen ze merkte dat alle stoelen bezet waren, behalve de stoel naast haar. Niemand zei verder een woord tegen Julia. Ze staarde naar haar handen. ‘De wonderbaarlijke onzichtbare bezoekster slaat weer toe’, dacht ze. Er rolde een traan over haar wang.

Een week later was Julia erg blij toen ze haastig door de gang in de kerk heen liep. Het was zo fijn om thuis te zijn! Toen ze haar klaslokaal binnenstapte, was Hanna er al.

‘Hallo, Julia! Ik ben zo blij dat je er weer bent!’, zei Hanna.

Julia ging naast Hanna zitten. Ze waren al snel aan het lachen en praten met elkaar. Julia wilde Hanna net alles gaan vertellen over haar week bij oma toen ze een lang, slank meisje met roodblond haar in de deuropening zag staan. Julia zag het meisje in de stoel duiken die het verste van de deur af was, alleen.

‘Ze is vast op bezoek’, dacht Julia. ‘Tjonge, ben ik blij dat ik het dit keer niet ben!’ Het meisje keek het klaslokaal rond en staarde toen naar haar handen. Julia’s hart kromp ineen omdat niemand een woord tegen de bezoekster zei. ‘Ik wenste dat bezoekster zijn niet zo moeilijk was’, dacht ze. ‘Dat zou anders moeten zijn!’ Ze moest even denken aan vorige week zondag, toen ze zelf de sombere, onzichtbare bezoekster was. Ze knipperde met haar ogen. Wacht eens even — ze kon het dit keer anders maken!

Julia stond op. ‘Hoi’, zei ze met een glimlach. Ze liep naar de andere kant van het lokaal en ging naast het meisje zitten. ‘Ben je vandaag op bezoek?’

Het meisje keek haar met grote ogen aan, en haar gezicht klaarde op. ‘Ja, ik ben op bezoek bij mijn tante. Ben jij ook op bezoek?’

Julia schudde haar hoofd. ‘Nee, maar ik weet hoe het voelt’, legde ze uit. ‘Ik ben Julia. Hoe heet jij?’

‘Ella.’

‘Wil je bij Hanna en mij komen zitten?’

Ella grijnsde en knikte. Toen de twee meisjes hun stoelen opzochten in het lokaal, voelde Julia zich warm van binnen. ‘Verboden voor onzichtbare bezoekers!’, dacht ze. ‘Daar zorg ik wel voor!’

Illustraties Jennifer Tolman