2006
Drie handdoeken en een krant van een kwartje
November 2006


Drie handdoeken en een krant van een kwartje

Als wij de heilige beginselen van eerlijkheid en integriteit trouw zijn, zijn we trouw aan ons geloof en aan onszelf.

Ten overstaan van dit grote wereldwijde publiek en een beetje beschroomd wil ik u iets bekennen. Dat doe ik ter inleiding van een onderwerp wat mij al geruime tijd bezighoudt. In 1955, na mijn eerste jaar op de universiteit, werkte ik gedurende de zomer in de nieuwe Jackson Lake Lodge in Moran (Wyoming). Mijn vervoermiddel was een 14 jaar oude auto van het merk Hudson, die eigenlijk tien jaar eerder al naar de schroothoop had gemoeten. De bodem van de auto was zo doorgeroest dat ik er een stuk triplex op had gelegd, anders had ik met mijn voeten op de weg gezeten. Het positieve was dat de auto, in tegenstelling tot de meeste auto’s van 14 jaar oud, geen olie gebruikte. Ik moest altijd veel water in radiator gooien. Maar geen olie. Ik begreep maar niet waar het water bleef en waarom de olie steeds dunner en helderder werd.

Ter voorbereiding op mijn reis naar huis van bijna 300 kilometer aan het eind van de zomer, bracht ik de auto naar de enige monteur in Moran. Na even onder de motorkap te hebben gekeken, legde hij uit dat het motorblok gebarsten was en dat er water in de olie liep. Dat verklaarde het mysterie van het water en de olie. Ik vroeg me af of ik het water niet in de gastank kon laten lekken, zodat de auto minder benzine zou verbruiken.

Toen ik wonderbaarlijk genoeg thuis was aangekomen, kwam mijn vader naar buiten om mij te begroeten. Nadat hij even zijn armen om mij heen had geslagen en we even wat hadden bijgekletst, keek hij op de achterbank van de auto waar hij drie handdoeken van de Jackson Lake Lodge zag liggen — van die handdoeken die je niet kunt kopen. Met een teleurgestelde blik op zijn gezicht zei hij alleen maar: ‘Ik had meer van jou verwacht.’ Ik vond niet dat ik echt iets verkeerd had gedaan. Voor mij waren die handdoeken slechts een symbool van een zomer hard werken in een luxueus hotel, een ‘secundaire arbeidsvoorwaarde’. Niettemin had ik het gevoel dat ik door ze mee te nemen het vertrouwen van mijn vader had verloren, en ik voelde me verschrikkelijk.

Het volgende weekend zette ik het stuk triplex in de auto goed vast, vulde de radiator met water en begon aan de reis van bijna 600 kilometer heen en weer naar Jackson Lake Lodge om de drie handdoeken terug te brengen. Mijn vader heeft nooit gevraagd waarom ik naar het hotel ben teruggereden en ik heb het ook nooit uitgelegd. Er hoefde niets over gezegd te worden. Het was een dure en pijnlijke les in eerlijkheid die me mijn hele leven is bijgebleven.

Helaas zijn eerlijkheid en integriteit in de wereld waarden geworden die je met een lichtje moet zoeken. In de afgelopen jaren zijn er steeds meer zakenlieden ontmaskerd vanwege oneerlijkheid en andere vormen van slecht gedrag. Ten gevolge daarvan zijn tienduizenden trouwe werknemers hun baan en pensioen kwijtgeraakt. Sommigen van hen zijn hun huis kwijtgeraakt, hebben zich moeten omscholen en hebben hun leven moeten aanpassen. We lezen dat er steeds meer op scholen wordt gefraudeerd, met meer aandacht voor goede cijfers dan het leren van de lesstof. We horen dat er studenten zijn die dat gedurende hun artsenstudie hebben gedaan en nu patiënten behandelen. Ouderen en anderen worden het slachtoffer van zwendelaars, waardoor zij vaak hun huis of al hun spaargeld kwijtraken. Die oneerlijkheid en dat gebrek aan integriteit is altijd gebaseerd op hebzucht, arrogantie en gebrek aan respect.

In Spreuken staat: ‘Leugenlippen zijn de Here een gruwel, maar wie trouw handelen, zijn Hem welgevallig’ (Spreuken 12:22).

Mormon zegt over de bekeerde Lamanieten, die bekendstonden als de Anti-Nephi-Lehieten: ‘En zij bevonden zich onder het volk van Nephi en werden ook gerekend onder het volk dat tot de kerk van God behoorde. En zij onderscheidden zich ook door hun ijver jegens God, en ook jegens de mensen; want zij waren volkomen eerlijk en oprecht in alle dingen; en zij waren onwrikbaar in het geloof aangaande Christus, zelfs tot het einde’ (Alma 27:27; cursivering toegevoegd).

Toen ik zo’n dertig jaar geleden in de zakenwereld werkzaam was, bevond ik me met enkele collega’s op het vliegveld O’Hare in Chicago (Illinois). Een van hen had net zijn bedrijf voor tientallen miljoenen dollars verkocht: met andere woorden, hij was niet arm.

Toen we langs een automaat met kranten kwamen, gooide hij er een kwartje in, opende de deur, maar in plaats van een enkele krant van de stapel te pakken, begon hij aan ons allemaal een niet betaalde krant uit te delen. Toen hij mij een krant wilde geven, deed ik een kwartje in het apparaat en, in een poging om hem niet te beledigen maar om hem iets te leren, zei ik als grapje: ‘Jim, voor een kwartje wil ik mijn integriteit niet kwijtraken. Als het nou een dollar was, maar voor een kwartje — nee, niet voor een kwartje.’ Want weet u, die ervaring met de drie handdoeken en een aftandse auto zat me nog steeds niet lekker. Enkele minuten later liepen we weer langs dezelfde automaat. Ik zag dat Jim ernaartoe was gelopen en er kwartjes stond in te stoppen. Ik vertel u dat niet om mezelf af te schilderen als iemand die ongebruikelijk eerlijk is, maar alleen om aan te geven wat ik van de drie handdoeken en de krant heb geleerd.

We hoeven geen eerlijkheid in de zakenwereld, op school, thuis of welke plek dan ook te verwachten zolang er geen eerlijkheid in ons hart leeft.

Belangrijke en duurzame lessen worden vaak door eenvoudige voorbeelden geleerd — wellicht zo eenvoudig als de voorbeelden van de drie handdoeken en de krant. Ik vraag me af hoe de wereld eruit zou zien als eenvoudige lessen in eerlijkheid thuis op jonge leeftijd werden geleerd, zoals ‘onze naasten liefhebben als onszelf’ (zie Matteüs 22:39; Marcus 12:31) en ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet’ (zie Matteüs 7:12; Lucas 6:31). Ik vraag me af waar de duizenden ontslagen medewerkers zonder pensioenrechten zouden zijn als een zakenman op een hoge positie al op jonge leeftijd ervaringen als die met de handdoeken en de krant had gehad.

Eerlijkheid is de basis van een waar christelijk leven. Voor heiligen der laatste dagen is eerlijkheid een belangrijk vereiste om naar de heilige tempel van de Heer te kunnen gaan. Eerlijkheid is verweven met de verbonden die we in de tempel sluiten. Als we iedere zondag van de heilige symbolen van het vlees en bloed van de Heiland nemen, hernieuwen we onze fundamentele en heilige verbonden — die eerlijkheid omvatten. Als heiligen der laatste dagen hebben we de heilige verplichting om niet alleen in de beginselen van eerlijkheid te onderwijzen, maar ze ook na te leven; wellicht met lessen die zo eenvoudig zijn als die drie handdoeken en die krant. Eerlijkheid moet tot de belangrijkste normen in ons dagelijks leven behoren.

Als wij de heilige beginselen van eerlijkheid en integriteit trouw zijn, zijn we trouw aan ons geloof en aan onszelf.

Ik bid dat wij als heiligen der laatste dagen bekend zullen staan als het eerlijkste volk op aarde. Dat er van ons gezegd zal worden, net als van het volk van Anti-Nephi-Lehi, dat wij ‘volkomen eerlijk en oprecht in alle dingen’ zijn; en ‘onwrikbaar in het geloof aangaande Christus, zelfs tot het einde’ (Alma 27:27). In de naam van Jezus Christus. Amen.