2006
De wet van tiende
November 2006


De wet van tiende

Ik spoor u aan om op de Heer te vertrouwen, want Hij heeft gezegd: ‘Beproeft Mij toch daarmede.’

Mijn woorden vanmiddag zijn een uitnodiging aan hen die nog geen getuigenis van de wet van tiende hebben. Er worden veel redenen aangehaald om geen tiende te betalen, zoals medische kosten, schulden, reparaties aan huis en auto, opleidingskosten en verzekeringen. Dergelijke redenen zijn heel reëel en de meesten van ons worden daar dagelijks mee geconfronteerd. Ze beperken onze financiële armslag en als we niet verstandig met onze middelen omgaan kan dat tot gevolg hebben dat we onze verplichting ten opzichte van de Heer niet nakomen. Als we deze eeuwige wet niet serieus nemen of niet naleven kan dat niet alleen onze geestelijke groei en ontwikkeling beperken, maar kunnen we ook niet de stoffelijke zegeningen ontvangen waar we anders recht op zouden hebben.

President Spencer W. Kimball heeft gezegd: ‘De Heer zegt duidelijk dat tiende zijn wet is en dat al zijn volgelingen die wet moeten naleven. Het is een eer en een voorrecht, een veiligheid en een belofte, en een grote zegen om deze wet van God na te leven. Als wij niet volledig aan deze verplichting voldoen, ontzeggen we onszelf de beloften en veronachtzamen we een belangrijke zaak. Het is een overtreding, geen onbelangrijke vergissing.’1

Dus wat is tiende eigenlijk? De Heer heeft ons deze definitie gegeven: ‘En dat zal het begin zijn van de vertiending van mijn volk. En daarna zullen zij die aldus zijn vertiend, jaarlijks een tiende deel van al hun opbrengsten betalen, en dit zal voor eeuwig een vaste wet voor hen zijn.’2 De tiende is dus niet een louter vrijwillige bijdrage, noch een twintigste deel of een ander percentage van onze jaarlijkse opbrengsten.

President Howard W. Hunter heeft het als volgt beschreven: ‘In de wet wordt eenvoudig “een tiende deel van al hun opbrengsten” genoemd. Opbrengsten omvatten winst, aanwas en compensatie. Het is het salaris van de werknemer, de winst van een zaak, de aanwas van iemand die gewassen teelt, of het inkomen van iemand uit een andere bron. De Heer heeft gezegd dat het net als vroeger een “eeuwige” wet is.’3

Hoe wordt de tiende gebruikt? Getrouwe leden van de kerk betalen hun tiende aan een lid van het gemeentepresidium of de bisschap. Op aanwijzing van de profeet van de Heer worden deze gelden verzameld en gebruikt om de groei en ontwikkeling van de kerk over de hele wereld te bekostigen. Voorbeelden van het gebruik van tiendegeld zijn de bouw van tempels, de financiering van het zendingswerk over de hele wereld, de bouw en het onderhoud van gebouwen en andere goede doelen.

Waarom wil de Heer dat zijn volk tiende betaalt? De Heer is onze Vader, en als onze Vader heeft Hij ons lief. En omdat Hij ons liefheeft, zegent Hij ons stoffelijk en geestelijk. Luister naar enkele van zijn uitspraken in de Schriften: ‘Luister en hoor, o gij mijn volk, zegt de Heer en uw God, gij die Ik met welbehagen zegen met de grootste aller zegeningen.’4 En: ‘Want aldus zegt de Heer: Ik, de Heer, ben barmhartig en genadig jegens hen die Mij vrezen, en Ik schep er behagen in hen te eren die Mij in gerechtigheid en waarheid dienen tot het einde.’5

Om zijn kinderen eerlijk en onpartijdig te kunnen zegenen heeft de Heer wetten uitgevaardigd waarop de zegeningen zijn gebaseerd die Hij ons allen wil geven. Hij heeft dit beginsel van wetten aan zijn profeet van de herstelling geopenbaard: ‘Er is een wet vóór de grondlegging dezer wereld onherroepelijk in de hemel afgekondigd, waarop alle zegeningen zijn gegrond — en wanneer wij enige zegening van God ontvangen, is het door gehoorzaamheid aan die wet waarop zij is gegrond.’6 En ook: ‘Ik, de Heer, ben gebonden wanneer gij doet wat Ik zeg; maar wanneer gij niet doet wat Ik zeg, hebt gij geen belofte.’7

De Heer wist vanaf het begin dat wij, zijn kinderen, tijdens ons leven stoffelijke en geestelijke beproevingen zouden doormaken. Deze beproevingen zijn een essentieel onderdeel van deze aardse proeftijd. Hij wist dat wij zijn zegeningen nodig zouden hebben — niet alleen om onze beproevingen te doorstaan, maar ook om een bepaalde mate van welstand of voorspoed te genieten.

Vandaar dat de wet van tiende al vanaf het begin is ingesteld. We kunnen in de Schriften lezen dat Abraham door gehoorzaamheid aan deze wet gezegend werd. En nu hebben wij dezelfde wet zoals die door de Heiland tweeduizend jaar geleden tijdens zijn bezoek aan de bewoners van het Amerikaanse continent is bekrachtigd:

‘Brengt alle tienden naar het voorraadhuis, opdat er spijze zij in mijn huis; en beproeft Mij toch daarmede, zegt de Heer der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen over u uitgieten, zodat er niet genoeg plaats zal zijn om die te ontvangen.

‘En Ik zal de afvreter om uwentwil berispen en hij zal de vrucht van uw land niet verderven; noch zal uw wijnstok zijn vrucht verliezen voor de oogsttijd op het veld, zegt de Heer der heerscharen.

‘En alle natiën zullen u gelukkig prijzen, omdat gij een aangenaam land zult zijn, zegt de Heer der heerscharen.’8

Wat een geweldige wet! Hij die niet alleen de macht en de middelen heeft om zijn kinderen stoffelijk en geestelijk te zegenen, maar ook het verlangen heeft om dat te doen, heeft ons de sleutel voor die zegeningen gegeven die we zowel nodig hebben als verlangen. Deze sleutel is de wet van tiende. President James E. Faust heeft gezegd: ‘Sommigen denken misschien dat ze zich het betalen van hun tiende niet kunnen veroorloven, maar de Heer heeft beloofd dat Hij een weg voor ons zal bereiden om al zijn geboden te onderhouden. Tiende betalen vraagt in het begin geloof. (…) Het beginsel van tiende wordt ons duidelijk als we tiende betalen. Ik geloof echt dat het mogelijk is om armoede te boven te komen door geloof te oefenen en de Heer een gedeelte terug te geven van het weinige dat we hebben.’9 Broeders en zusters, we moeten die wet gewoon gehoorzamen.

Nu de aanmoediging: De mensen die geen volledige tiende betalen wil ik aanmoedigen om vandaag de tiende van de Heer aan uw plaatselijke priesterschapsleider te betalen. Ik moedig u aan om eerst de tiende van de Heer te betalen, voordat u uw andere financiële verplichtingen nakomt. Ik spoor u aan om op de Heer te vertrouwen, want Hij heeft gezegd: ‘Beproeft Mij toch daarmede.’10 Als u dat doet, en als u de tiende van de Heer als eerste van uw financiële verplichtingen betaalt, zult u getuige zijn van de onvergelijkelijke macht van de Heer als Hij de vensters van de hemel opent en zegen over u uitgiet ‘zodat er niet genoeg plaats zal zijn om die te ontvangen.’11 Dan krijgt u een getuigenis van deze heilige wet van tiende. En als u deze wet blijft gehoorzamen, zult u dichter bij de Heer komen.

Ik wil de mensen die al een volledige tiende betalen graag prijzen voor hun getrouwheid. U bent al een getuige en u hebt al een getuigenis dat de beloften van de Heer na gehoorzaamheid in vervulling gaan. En iedere keer dat u uw tiende betaalt, neemt uw toewijding aan de Heer toe.

Ik geef u mijn getuigenis van de wet van tiende en dat de beloften van de Heer aangaande dit gebod een realiteit zijn. Ik weet uit ervaring dat we die zegeningen zullen ontvangen. Daar ben ik heel dankbaar voor. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. “Hij handelde met volle toewijding en was voorspoedig’, De Ster, augustus 1981, 1; zie ‘President Kimball speaks out on Tithing’, New Era, april 1981, p. 6.

  2. LV 119:3–4.

  3. Conference Report, april 1964, p. 35.

  4. LV 41:1.

  5. LV 76:5.

  6. LV 130:20–21.

  7. LV 82:10.

  8. 3 Nephi 24:10–12; zie ook Maleachi 3:10–12.

  9. ‘De vensters van de hemel openen’, De Ster, januari 1999, p. 67.

  10. 3 Nephi 24:10; zie ook Maleachi 3:10.

  11. 3 Nephi 24:10; zie ook Maleachi 3:10.