2005
Moed in Venezuela
Januari 2005


Moed in Venezuela

Deze jongemannen en jongevrouwen staan echt ‘als getuigen’.

Rubí’s halsketting. Het begon als een gewone dag. Maar de routine van Rubí’s dagelijkse reis naar school werd in een oogwenk doorbroken. Voordat ze door had wat er gebeurde, greep iemand de jongevrouwenhalsketting die ze droeg, trok hem van haar hals, en verdween in de menigte.

Rubí beefde van schrik. Hoe kon iemand zo’n inbreuk maken op haar privacy en iets wegrukken dat haar zo dierbaar was? Maar ook al had de dief haar halsketting gestolen, hij had haar niet afgenomen wat haar nog dierbaarder was — de normen en waarden die de halsketting voorstelde. Kort na het voorval kreeg Rubí een nieuwe jongevrouwenhalsketting. ‘Ik draag hem constant’, zegt ze. ‘Als iemand deze ook steelt … koop ik een nieuwe!’

Jimmy’s weigering. Op een avond ging Jimmy met vrienden naar een feest. ‘Er kwam een meisje naar me toe en bood me alcohol aan’, zegt hij. ‘Ik zei nee en schonk geen aandacht aan haar, maar ze bleef het me aanbieden. En het ging niet alleen maar om alcohol — ze nodigde me ook uit om andere dingen te doen. Ik stemde met geen van de voorstellen in, en trok me terug. Enkele anderen zeiden dat ik niet sociaal was, maar ik wist dat ik daar niet kon blijven. Elke keer dat ik zo’n beproeving meemaak en overwin, word ik sterker.’

Rubí Cornejo (17) en Jimmy Flórez (17), die allebei uit Caracas komen, zijn twee van de moedige jongeren van de kerk in Venezuela die manieren vinden om in een wereld vol problemen ‘te allen tijde als getuigen van God te staan, in alle dingen en in alle plaatsen’ (Mosiah 18:9).

Normen in stand houden

‘We hebben het aardig moeilijk op school’, zegt David Javier Franco (17) uit Caracas. ‘Maar ons is geleerd om net zo te zijn als Jozef in Egypte. Jozef ging het kwaad uit de weg. Toen Potifars vrouw hem verleidde om iets te doen dat niet goed was, maakte hij dat hij wegkwam! Hij ontvluchtte haar! Wij kunnen diezelfde kracht hebben.’

Bidden en de Schriften bestuderen zijn geen nieuwe of originele manieren om sterk te blijven, maar ze werken wel. ‘Ik woon in een stadsdeel waar ik het enige kerklid ben,’ zegt Fátima Moutinho (15) uit Barcelona, ‘en elke zondag zijn er feestjes en wordt er veel gedronken. Er zijn verleidingen om de kerk over te slaan. Maar door het evangelie ben ik getrouw en standvastig geworden. Als ik last heb van zorgen en verleidingen, bid ik eerst en lees ik in de Schriften.’

De programma’s Plicht jegens God van de Aäronische priesterschap en Mijn persoonlijke vooruitgang van de jongevrouwen zijn ook essentieel om de jongeren te helpen zich aan normen te houden. ‘Onze leiders hebben ons geleerd om niet alleen een doel te stellen, maar om het te bereiken en dan door te gaan, en nooit op te houden’, zegt Fátima. ‘En dus proberen we dagelijks vooruitgang te maken.’

Er is moed nodig om pal te staan voor je normen. ‘Iedere keer dat ik dat doe, ontdek ik iets over mijzelf — dat ik de moed heb om nee te zeggen en dingen die niet goed zijn af te wijzen. Dan denk ik: “Tjonge, ik heb potentieel!” En dan ben ik blij’, zegt

Een voorbeeld zijn

Als je op school het enige lid van de kerk bent, dan kan het met de waarden die je erop nahoudt moeilijk zijn om vrienden te vinden. Maar het is niet onmogelijk. En anderen kunnen besluiten om je voorbeeld te volgen.

‘Ik ben van zeven uur ’s morgens tot vier uur ’s middags bij mijn klasgenoten’, zegt Luciano Fernández (16) uit Caracas. ‘De meesten roken, feesten, drinken en gebruiken smerige taal. Ik ben de enige van wie ze weten dat ik ze het goede voorbeeld kan geven. Dat is een grote verantwoordelijkheid. Velen van hen zien mij als iemand die ze kunnen vertrouwen.’

‘Op een keer gingen mijn vriendinnen ergens heen om te roken en ik zei: “Weet je nog wat mijn godsdienst is? Ik doe dat soort dingen niet.”’, zegt Norelia. ‘Sommigen van hen hebben ingezien dat roken een vieze gewoonte is en hebben geprobeerd om te stoppen. Ze noemen mij “de volmaakte” en vragen me vaak om advies. Ik zeg dat ik niet volmaakt ben, maar probeer de normen van mijn kerk na te leven. Ze respecteren mijn overtuiging, en ik denk dat ik enkele zaadjes heb gezaaid waar ze op een dag veel aan zullen hebben.’

Toen Enrique López (16) uit Caracas eens een uur vrij van school had, ging hij met vier vrienden naar het huis van een van hen. ‘Iemand pakte bier. Ik had niet verwacht dat ze zouden proberen om mij aan het drinken te krijgen, want ze wisten allemaal van mijn godsdienst af, maar toch deden ze het. Ik zei: “Nee, ik drink dat spul niet.” Ze begonnen me te bekritiseren, zeiden dat er niets mis was met drinken en dat een beetje geen kwaad kon. Maar zelfs een beetje doet je uiteindelijk wel degelijk kwaad. Ik zei nee. Na een tijdje zeiden ze: “We verknoeien onze tijd.” En dus hielden ze op en gingen we terug naar school. Ik denk dat ze respect voor me hadden.’

Sommige jongeren merken dat een voorbeeld zijn vooral thuis belangrijk is. ‘Mijn vader is nog geen lid van de kerk, maar ik heb de hoop nog niet opgegeven dat dit verandert en dan kunnen we ons als gezin in de tempel aan elkaar laten verzegelen’, zegt Jackelin García (17) uit Maracaibo. ‘Ik bid en vast er vaak voor. Ik hoop dat mijn geloof, geduld en voorbeeld mijn vader kunnen helpen.’

Verstandig vrienden kiezen

Deze Venezolaanse jongemannen en jongevrouwen leren ook iets over vrienden. ‘Mensen die proberen ons iets te laten doen dat niet goed is, zijn geen echte vrienden’, zegt David. ‘Meestal proberen ze ons te laten denken dat slechte dingen niet zo slecht zijn, maar dat zijn ze wél. In de Schriften staat dat we standvastig moeten zijn in ons geloof in Christus, zodat de Heer ons kan leiden en ons kan leren wat wij moeten doen’ (zie 2 Nephi 31:20).

De meesten merken dat hun beste vrienden actieve leden van de kerk zijn. In veel wijken en gemeenten wordt van dinsdag tot en met donderdag van half zeven tot half acht ’s avonds seminarie gehouden. De wekelijkse activiteitenavond is soms op vrijdag en kan uit een gecombineerde JMJV-activiteit bestaan, zoals een dansavond of een feestje. Op zaterdag zijn er wel eens recreatieve activiteiten of dienstbetoonprojecten. En op zondag zijn er natuurlijk de kerkdiensten. Sommige jongeren gaan elke week een tijdje met de voltijdzendelingen mee of helpen met het geven van lessen aan nieuwe leden. En af en toe zijn er tempelreizen, jeugdconferenties en discussies op zondagavond.

‘Mijn vrienden zijn in de kerk’, zegt Jimmy. ‘We leren er niet alleen over het evangelie, maar zijn er onder vrienden en ontmoeten er nieuwe vrienden. Zij geloven in dezelfde beginselen als ik.’

Anderen begeleiden

Sommige van die nieuwe vrienden zijn eigenlijk oude vrienden die weer actief zijn geworden. ‘Wij bezoeken vaak minderactieve jongeren’, zegt Anángelys Golindano (15) uit Maracaibo. ‘We splitsen op in groepjes van drie of vier om minderactieve leden te bezoeken en te zeggen dat we ze missen. Sommigen hebben onze uitnodiging om terug te komen aangenomen. We waren eerst met veertien in de seminarieklas van onze wijk. Nu zijn we met twintig.’

Josué Díaz (15) uit Maracaibo heeft in zijn wijk soortgelijke resultaten gezien. ‘Afgelopen jaar hadden we uit twee wijken maar negen seminarieleerlingen. We hebben gevast en mensen bezocht, en toen moest onze klas gesplitst worden. Nu heeft de ene wijk er zestien en de andere vijftien!’

Een ander project dat succes had, was om op woensdagavond een gezinsavond te houden bij minderactieve jongeren thuis. ‘Sommige ouders zijn geen lid’, zegt Jackelin. ‘In feite zijn veel van die jongeren de enige leden van de kerk in hun gezin. Maar hun ouders laten ons meestal wel binnen. Als de jongeren ons zien, zijn ze verbaasd. Maar ze kunnen zien dat we belang in ze stellen. Een van ons geeft de les en we moedigen ze aan om vragen te stellen en opmerkingen te maken. Je kunt de Geest echt voelen. Meestal zijn het wereldse zaken die hen ervan weerhouden om terug te komen in de kerk. Velen zeggen dat ze blij zijn dat we gekomen zijn en dat ze nog steeds een getuigenis hebben.’

Maar uitingen van vriendschap moeten wel oprecht zijn, zegt Jackelin. ‘Soms proberen jongeren die niet actief zijn, zich te verstoppen als ze ons zien, omdat ze denken dat we altijd zullen proberen om met ze over de kerk te praten. Maar we proberen op de hoogte te blijven van wat er speelt in hun leven en praten ook over andere dingen. We willen ze laten zien dat we belang in ze stellen en dat we graag vrienden willen zijn.’

David heeft een wonder zien gebeuren in het leven van een goede vriend. ‘Een vriend die mij het meeste heeft geholpen toen ik pas lid van de kerk was, werd minderactief’, zegt hij. ‘De Heer heeft mij gezegend met een kans om hem op te zoeken en met hem te praten. Ik vertelde wat hij allemaal had gedaan om mij te helpen, en dat ik graag iets terug wilde doen voor hem. Ik probeerde zijn vriend te zijn. Nu is hij actief lid van ons priestersquorum.’

Tempelbezoek

Veel Venezolaanse tieners legden grote afstanden af om een tempel te bezoeken toen de Caracastempel (Venezuela) er nog niet was. En sommigen moeten nu nog steeds grote afstanden afleggen om Caracas te bereiken. Een busreis uit Barcelona of Puerto La Cruz, bijvoorbeeld, duurt zes uur, en een reis uit Maracaibo kan wel tien uur duren. Soms reizen de jongeren en hun leiders ’s avonds af en arriveren ze de volgende ochtend vroeg bij de tempel. Na hun werk in de tempel stappen ze weer in de bus en zijn ze die avond laat weer thuis.

Veel jongeren hebben zich laten dopen voor hun eigen voorouders. ‘De vorige keer dat ik naar de tempel ging, heb ik me laten dopen voor allebei mijn grootvaders, mijn overgrootvader en andere mensen!’ zegt Gustavo Medina (14) uit Maracaibo.

Hoewel sommigen wegens gezinsomstandigheden niet aan hun familie verzegeld kunnen worden, doen ze al het mogelijke om wat aan de tempelzegeningen te hebben. ‘Mijn moeder, mijn broers en ik kunnen ons niet in de tempel aan elkaar laten verzegelen omdat mijn ouders gescheiden zijn’, zegt Anángelys. ‘Maar twee jaar geleden heb ik me laten dopen voor acht vrouwen in de familie. En ik zie ernaar uit om me aan mijn toekomstige man te laten verzegelen.’

Ingrids Rodríguez (15) uit Puerto La Cruz herinnert zich hoe het voelde om aan haar ouders verzegeld te worden. ‘Ik heb zo gehuild’, zegt ze. ‘Ik kon me niet inhouden. Ik zei tot mezelf: “Van nu af aan steun ik mijn ouders, want we zijn nu voor de eeuwigheid aan elkaar verzegeld.”’

En toen de leden van de familie Moutinhos zich aan elkaar lieten verzegelen, genoten Fátima en haar huisgenoten van het moment. ‘We zagen onszelf in de spiegels van de tempel en beloofden elkaar dat we voor eeuwig zo samen zouden blijven’, zegt ze. ‘Wat er ook gebeurt, we steunen elkaar.’

Getuigenis geven

‘Ik ben dankbaar dat ik lid van de kerk ben’, zegt Rubí, die trots haar nieuwe jongevrouwenhalsketting draagt. ‘We hebben als jongeren met veel verleidingen te maken. Als ik geen lid van de kerk was, dan zou ik misschien wel veel van de vergissingen begaan die we onze vrienden zien begaan. Geen van ons is volmaakt, maar doordat Jezus Christus onze zonden op zich heeft genomen, kunnen we ons bekeren. Dat is een gave waar we dankbaar voor moeten zijn.’

MAMA TERUGBRENGEN

Is het waar dat ‘voor God niets onmogelijk is’? (Lucas 1:37, naar de King Jamesvertaling van de Bijbel.) José Javier Alarcón (16) uit Maracaibo heeft die schriftuurlijke belofte op de proef gesteld.

‘Toen ik acht of negen jaar oud was, gingen mijn ouder scheiden. Later nodigde een vriend me uit om naar de kerk te gaan, en uiteindelijk wilde ik me laten dopen. Maar mijn moeder, die zich eerder al had laten dopen, maar al jaren niet meer actief was, wilde me geen toestemming geven. Toen ik twaalf was, gaf ze me eindelijk toestemming om me te laten dopen. Toen ik vooruitgang maakte in het evangelie, begon ik te bidden dat mijn moeder terug naar de kerk zou komen. En enkele jaren later deed ze dat ook!’

Miriam, de moeder van José Javier, geeft toe dat ze acht jaar lang weg was gebleven uit de kerk en ‘niet van plan was om ooit terug te komen. Maar toen mijn zoon vol geloof voor me begon te bidden (…) begon er iets te veranderen in mij. Ik kreeg een sterk verlangen om te bidden en de Schriften te bestuderen. Op een avond veranderde de Heer mijn hart en van toen af aan ben ik volledig veranderd. Dus ik heb het aan mijn zoon te danken. En ik dank de Vader dat Hij mij zo’n fijne zoon heeft gegeven!’

‘Het is een gave van God’, zegt José Javier. ‘Ik moest er wel wat aan doen. Maar eigenlijk was het God die het allemaal gedaan heeft.’

En inmiddels is José Javier met zijn moeder en zijn jongere broer, Jesús David (10), naar de tempel geweest. José Javier heeft zich laten dopen voor de doden en zijn moeder heeft haar begiftiging ontvangen.

VOOR VIJFHONDERD KLASGENOTEN

Gladys Guerrero (16) was de enige heilige der laatste dagen die naar een militaire opleiding in Maracaibo ging. In de eerste week moest ze voor vijfhonderd leerlingen uitleggen waarom ze geen koffie dronk. Hoewel veel leerlingen Gladys bespotten om haar levenswijze, begonnen anderen goed op haar te letten. ‘Toen sommigen zagen dat ik bepaalde dingen niet deed, zoals alcohol drinken of naar bepaalde feestjes gaan, raakten ze geïnteresseerd in het evangelie’, zegt ze. ‘Op een dag kwamen de zendelingen langs de school en riep ik ze. Ik stelde enkele leerlingen aan ze voor en ze kregen veel verwijzingen.’ In de daaropvolgende maanden lieten tien klasgenoten van Gladys zich dopen.