2005
HET PLAN VAN GELUK
Januari 2005


PARTICIPATIEPERIODE

HET PLAN VAN GELUK

‘Want zie, dit is mijn werk en mijn heerlijkheid — de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1:39).

Veel mensen willen weten waar ze vandaan komen, waarom ze hier zijn, en waar ze naartoe gaan. Het plan van geluk van onze hemelse Vader geeft antwoord op die vragen.

Voordat we werden geboren, woonden we allemaal bij elkaar in de hemel, bij onze hemelse Vader en Jezus Christus. We leerden en maakten vooruitgang zoveel als we konden. Maar uiteindelijk riep onze hemelse Vader al zijn kinderen in raadsvergadering bijeen en vertelde dat we de hemel een tijdje moesten verlaten als we zo wilden worden als Hij. Hij zou een aarde voor ons scheppen, zou ons de vrijheid geven om te kiezen tussen goed en kwaad, en zou ons laten zien hoe we erachter konden komen wat goed was. Hij zou ons een heiland geven zodat we ons van onze zonden konden bekeren en toch bij Hem terug konden komen.

We gingen naar de aarde om een lichaam te krijgen en in geloof te leven. We kunnen ons dat hemelse thuis niet herinneren, maar we kunnen wél het goede kiezen door het voorbeeld van Jezus te volgen, onze ouders te gehoorzamen, en te leven naar Mijn evangelienormen.

Na onze dood leven we verder wegens de verzoening van Jezus Christus. Hij overwon door de opstanding de dood, en daardoor zal iedereen opstaan. Hij overwon ook de zonde, en wie geloof heeft, zich bekeert, zich laat dopen, de Heilige Geest ontvangt, en de geboden naleeft, keert terug om bij zijn hemelse Vader en Jezus Christus te wonen. Zij krijgen de gave van het eeuwige leven, en daar draait het hele plan van geluk om.

Heilsplanboekje

Haal pagina K9 uit de Liahona en plak hem op stevig papier. Knip langs de doorgetrokken strepen. Plak de tweede strook op de tab van de eerste strook. Vouw heen en weer langs de onderbroken strepen.

Ideeën voor de participatieperiode

  1. 1. Deel de jeugdwerkkinderen op in zeven groepen en geef elke groep een schrifttekst over een van de zeven dagen van de schepping (zie Genesis 1:3–2:3; Moses 2:3–3:3). Laat elke groep een tekening maken van hun deel van de schepping. Laat ze vervolgens hun tekening omhoog houden en hun tekst oplezen. Begin met dag één en ga door tot en met dag zeven. Laat de kinderen hun tekeningen aan een grote cirkel bevestigen die de aarde voorstelt. Wijs erop dat onze hemelse Vader de wereld voor ons heeft geschapen omdat Hij ons liefheeft. Wij tonen onze liefde voor onze hemelse Vader door zijn scheppingen eerbiedig te behandelen.

  2. 2. Schrijf de woorden van het derde geloofsartikel op het bord, met veel extra woorden ertussen. Lees het geloofsartikel voor en laat de kinderen ondertussen de overtollige woorden wegvegen. Zeg het geloofsartikel samen enkele keren op. Veeg vervolgens een voor een de woorden van het geloofsartikel weg totdat de kinderen het zelfstandig kunnen opzeggen. Leer ze dat de verzoening uit twee onderdelen bestaat: 1. Jezus Christus heeft de val en de lichamelijke dood overwonnen door de opstanding. Iedereen die ooit heeft geleefd, zal opstaan. 2. Jezus Christus heeft ook de geestelijke dood voor ons overwonnen door onze zonden op Zich te nemen. Om uit onze zonden verlost te worden, moeten we de wetten en verordeningen van het evangelie gehoorzamen. Maak iets dat het celestiale koninkrijk voorstelt, zoals een zon. Knip hem in puzzelstukken. Schrijf op elk stuk een tekst waaruit we iets leren over wetten (bijvoorbeeld: tiende, woord van wijsheid, vergeving) en verordeningen (doop, avondmaal). Geef elke groep kinderen een stuk. Laat de groepen hun tekst opzoeken, de wet of verordening uitleggen, en hun stuk aan de puzzel leggen.