2005
Iets kleins
Januari 2005


Iets kleins

Ik werd lid van de kerk toen ik nog naar het voortgezet onderwijs ging, en ik was het enige lid in mijn familie. Het was moeilijk om de overgang naar het leven in de kerk door te maken, want veel activiteiten en roepingen waren mij volslagen onbekend. Dus toen ik tijdens mijn tweede jaar aan de universiteit werd gevraagd als huisbezoekster, had ik moeite om te begrijpen wat dat inhield. Mijn collega was een getrouwe jonge moeder, zuster Bray (namen zijn gewijzigd), en ik vond het wel zo makkelijk om haar de afspraken te laten maken, de leiding te geven van onze bezoeken, en te zorgen voor onze zusters. Eén zuster was meer een uitdaging dan de rest. Cassie was minderactief, woonde samen met haar vriend en verwachtte haar eerste kind. Ze leek voortdurend verdrietig of bezorgd.

Op zondag vroeg het gemeentepresidium ons om te controleren of we iedereen op onze huisbezoeklijst hadden uitgenodigd voor een zendingshaardvuuravond die avond. ‘Geen probleem’, dacht ik. ‘Zuster Bray belt Cassie wel.’ Ik liet mijn ogen over de mensen in de kapel glijden. Zuster Bray was die zondag de stad uit en kon geen telefoontjes plegen.

Toen ik na de kerk mijn flat bereikte, voelde ik de Geest me een zetje geven: ‘Bel Cassie.’ Ik weigerde botweg. Zelfs als ik haar belde, zou ze toch vast niet komen. De Geest gaf me een sterkere ingeving: ‘Bel Cassie!’ Ik weigerde weer. Maar uiteindelijk kon ik de Geest onmogelijk negeren, en met tegenzin pleegde ik het telefoontje — met als enig resultaat dat ik Cassie’s antwoordapparaat aan de lijn kreeg. ‘Zie je wel,’ dacht ik, ‘ik wist wel dat het geen zin had.’ Ik liet een boodschap achter voor Cassie en haar vriend, Will, dat er die avond een haardvuuravond was en dat we het fijn zouden vinden als ze kwamen.

Bij de haardvuuravond zag ik veel aanwezigen, maar niet Cassie en Will. ‘Ik wist wel dat ze niet zouden komen’, dacht ik zelfvoldaan. Toen de haardvuuravond bijna voorbij was, zag ik tot mijn verbazing Cassie en Will de kapel binnenkomen. De zendelingen stonden stilletjes op en vergezelden hen. ‘Wel heb ik ooit!’ dacht ik.

Al gauw daarna was het kerstvakantie en ik ging voor de feestdagen naar mijn oorspronkelijke thuiswijk. Toen ik een maand later weer naar mijn universiteitswijk ging, kwam een van de leden enthousiast op me af en vroeg of ik die avond naar de doopdienst ging. ‘Natuurlijk’, zei ik. ‘Wie wordt er gedoopt?’ De zuster antwoordde: ‘Will, de man van Cassie.’ Man? Ik ging zo snel als ik kon op zoek naar Cassie.

Toen ik Cassie en Will gevonden had, feliciteerde ik ze met hun huwelijk en met Wills doop, en vroeg hoe dat gekomen was. ‘Herinner je je nog die haardvuuravond waar je ons voor uitgenodigd had?’ antwoordde Cassie. ‘We waren laat, dus namen de zendelingen ons mee naar een andere kamer en lieten ons daar de video zien. Will vond die zo goed, dat hij vroeg of hij de zendelingenlessen mocht volgen. We zijn getrouwd, en vandaag laat Will zich dopen.’ Ik was verootmoedigd en schaamde me, maar ik was diep onder de indruk van de liefde die onze hemelse Vader voor ieder van zijn kinderen heeft.

Maar dat is nog niet het einde van het verhaal. Niet zo lang geleden was ik na zes jaar weg te zijn geweest weer in staat om naar mijn universiteitswijk te gaan. Ik vond het fantastisch om zoveel bekende gezichten te zien, en ik stelde mijn oude vrienden voor aan mijn man en mijn twee kinderen.

Toen ik door de foyer liep, zag ik iemand die ik meende te kennen, maar die er op de een of andere manier anders uitzag. ‘Ken ik jou niet?’ zei ik. ‘Ja, ik ben Cassie. Jij was mijn huisbezoekster. Je herinnert je Will nog wel?’ Ze wees naar de man die links van haar stond, en riep toen twee kinderen uit de gang. ‘En dit zijn onze twee kinderen.’ Ze zag er gelukkig, vredig en zelfverzekerd uit. Ze zei dat ze lid was van het jeugdwerkpresidium. ‘Ben je al een keer naar de tempel geweest?’ vroeg ik. ‘Welke?’ vroeg ze met een glimlach. ‘Chicago? Detroit? Nauvoo? Daar zijn we allemaal geweest.’

Door die ontmoeting werd ik er nog eens aan herinnerd dat ‘door kleine en eenvoudige dingen grote dingen worden teweeggebracht’ (Alma 37:6) — zelfs door kleine dingen als een telefoontje.

Shannon Vanderspool Watson is lid van de wijk Lake Villa 2 in de ring Buffalo Grove (Illinois).