Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 24: Het koninkrijk van God


Hoofdstuk 24

Het koninkrijk van God

Wij leggen de fundering van een eeuwig koninkrijk, dat in tijd en eeuwigheid zal bloeien. Wij werken aan iets dat veel groter is dan enig werk dat ooit de aandacht van de mens in beslag heeft genomen.1

Uit het leven van John Taylor

John Taylor was er heilig van overtuigd dat het koninkrijk van God op aarde gevestigd zou worden. Hij begreep dat dit werk niet afhankelijk was van de profeet Joseph Smith of van enig ander mens, maar dat de Heer aan het roer stond. En hij was bereid om dit werk met zijn leven te verdedigen.

In 1838, vlak nadat hij als lid van het Quorum der Twaalf was geroepen, reisde John Taylor naar Far West (Missouri) om zich bij de heiligen te voegen. Onderweg zou hij een groep mensen bij Columbus (Ohio) toespreken. Vlak daarvoor kwamen enkele broeders met het nieuws dat een aantal mannen van plan was om ouderling Taylor met teer en veren in te smeren. De broeders adviseerden hem om de bijeenkomst te annuleren omdat zij in de minderheid waren en hem niet zouden kunnen beschermen. Ouderling Taylor hield echter vol dat hij ernaartoe zou gaan om te prediken, ook als hij helemaal alleen moest gaan.

Toen hij bij de grote menigte aankwam, sprak hij eerst over het feit dat hij oorspronkelijk uit een monarchie kwam. Hij zei dat hij het een eer vond om in een land te zijn waar vrijheid heerste. Over de manier waarop die vrijheid was verkregen, zei hij: ‘Heren, ik bevind me nu onder mensen van wie de voorouders hebben gevochten voor een van de grootste zegens van de mens – het recht om te denken, te spreken en te schrijven. Het recht om te zeggen wie hen zal besturen, het recht om God volgens het eigen geweten te aanbidden. Dat zijn allemaal heilige mensenrechten, die nu door de grondwet van de Verenigde Staten gegarandeerd worden. Ik zie hier zoons van deze edele mannen, die, in plaats van zich over te geven aan een tiran, hun leven, hun middelen en hun heilige integriteit hebben toegewijd om die ketenen te doorbreken, om zelf van de vrijheid te genieten, die aan het nageslacht over te dragen of in de strijd daarvoor te sterven.’

Ouderling Taylor zei verder: ‘Ik heb echter vernomen dat u van plan bent om mij vanwege mijn godsdienstige overtuiging met teer en veren te bedekken. Is dat de gave die u van uw voorouders hebt geërfd? Is dat de zegen die zij met hun bloed hebben gekocht – onze vrijheid? Als dat zo is, staat hier een slachtoffer, en zullen we een offer aan de godin van de vrijheid brengen.’

Terwijl hij dat zei, trok hij zijn hemd open en riep: ‘Heren, kom maar met uw teer en veren, uw slachtoffer staat klaar. En u, schaduwen van de achtbare patriotten, kijk neer op het gedrag van uw ontaarde zonen! Kom maar, heren! Ik zeg: kom maar, heren, ik sta klaar!’ Ouderling Taylor bleef een paar minuten wachten, maar niemand sprak of bewoog zich. Toen ging hij verder met zijn toespraak en predikte drie uur lang, moedig en krachtig.2

Ouderling Matthias F. Cowley van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft vele jaren na de dood van president Taylor het volgende gezegd: ‘Hij leefde, werkte en stierf als een volmaakt voorbeeld van zijn lijfspreuk: “Het koninkrijk van God of niets.’”3

Leringen van John Taylor

De aarde is van de Heer, en Hij is de rechtmatige regeerder, rechter en koning.

Wie heeft deze aarde geschapen? De Heer. Wie houdt de aarde in stand? De Heer. Wie voedt en kleedt de miljoenen mensen die erop wonen, de heilige en de zondaar? De Heer. Wie houdt alles in het heelal in stand? De Heer. (…) Wie heeft de mens inzicht gegeven? De Heer. Wie heeft aan de filosoof, de machinist enzovoort de kennis gegeven op het gebied van de elektrische telegraaf, de kracht en toepassing van stoom om in de behoeften van de mens te voldoen en alle ontdekkingen of uitvindingen die de afgelopen eeuw aan het licht zijn gekomen? De Heer. (…) Wie heeft het recht om de naties te regeren, de koninkrijken te besturen en alle mensen op aarde te leiden?4

Deze aarde is de woonplaats, het rechtmatige erfgoed van de heiligen. Voor zoverre die Jezus Christus toebehoort, behoort die ook zijn dienstknechten en volgelingen toe. Er staat geschreven: ‘Des Heren is de aarde en haar volheid’ [Psalmen 24:1], en dan ‘zullen de heiligen des Allerhoogsten het koningschap ontvangen, en zij zullen het koningschap bezitten tot in de eeuwigheid (…). En het koningschap, de macht en de grootsheid der koninkrijken onder de ganse hemel zal gegeven worden aan het volk van de heiligen des Allerhoogsten.’ [Daniël 7:18, 27.] Daarom is het hun rechtmatig erfgoed.5

De Schriften (…) beschrijven Christus als de rechtmatige erfgenaam van deze wereld. Zij beschrijven Hem als de man die eerst is gekomen om de zonden van de wereld op zich te nemen, en die later als regeerder, rechter en koning terug zal komen.6

De kerk vertegenwoordigt de instelling van Gods koninkrijk op aarde.

Het koninkrijk van God betekent de regering van God. Dat betekent macht, gezag, bestuur, heerschappij en een volk om te besturen. Maar dat beginsel zal en kan pas in vervulling gaan als de koninkrijken van deze wereld, zoals er in de Schriften staat, koninkrijken van onze Heer en zijn Christus zijn geworden, en Hij zal regeren [zie Openbaring 11:15], en iedere knie zal buigen en iedere tong belijden dat Hij de Christus is [zie LV 88:104], tot de heerlijkheid van God, de Vader. Die tijd is nog niet aangebroken, maar er zijn wel bepaalde beginselen die eraan voorafgaan: de introductie van dat koninkrijk, en de introductie van dat koninkrijk kan alleen bij de Koning en Regeerder vandaan komen, het Hoofd van de regering, die eerst zijn denkbeelden, beginselen, wetten en regering aan het volk bekendmaakt. Anders zouden we zijn wetten niet kennen.7

Wat is als eerste noodzakelijk voor de vestiging van zijn koninkrijk? Een profeet die de wil van God openbaart, en een volk dat door middel van die profeet gehoorzaam is aan de Heer. Als die twee elementen er niet zijn, kan er nooit een koninkrijk van God op aarde worden gevestigd.8

God had het verlangen om zijn koninkrijk op aarde te introduceren. Als eerste moest Hij zijn kerk organiseren en het volk vergaderen dat Hij onder verschillende naties verstrooid had. Er zou dan één kudde en één herder zijn [zie Johannes 10:16], één Heer, één geloof, één doop, één God, die boven allen en door allen en in allen is [zie Efeziërs 4:5–6], en door wie alles bestuurd zal worden. Om dat doel te bereiken heeft Hij zijn heilig priesterschap georganiseerd zoals dat in de hemel bestaat.9

We praten soms over de kerk van God. Waarom? We praten over het koninkrijk van God. Waarom? Voordat er een koninkrijk van God kan zijn, moet er een kerk van God zijn. Daarom moeten de fundamentele beginselen van het evangelie in alle landen gepredikt worden, zoals ze vroeger gepredikt werden toen de Heer, Jezus Christus, en anderen op aarde waren. Waarom? Omdat het onmogelijk is om de wet van God te introduceren onder een volk dat zich niet door de geest van openbaring wil laten leiden of zich aan die geest wil onderwerpen.10

God kan geen koninkrijk op aarde opbouwen als Hij geen kerk en mensen heeft die zijn wet aanvaarden en gehoorzamen, en als er geen organisatie is met dergelijke mensen die uit verschillende landen op aarde zijn bijeengebracht, onder leiding van een man van God, de woordvoerder van Jehova onder zijn volk. Met zo’n organisatie kan de Here God Zich openbaren, kunnen de levenswetten geopenbaard worden, kan God de beginselen van de hemel op aarde introduceren en kan de wil van God op aarde gedaan worden zoals die ook in de hemel gedaan wordt.11

Jezus Christus zal zijn koninkrijk en heerschappij nog volledig op aarde vestigen.

‘Uw Koninkrijk kome.’ [Matteüs 6:10.] (…) Dit vertelde Jezus zijn discipelen toen zij bij Hem kwamen en Hem vroegen hoe zij moesten bidden. (…) Uw Koninkrijk kome. Welk koninkrijk? Wat is de betekenis van ‘uw koninkrijk kome’? Het betekent de heerschappij van God. Het betekent de wet van God. Het betekent de regering van God. Het betekent de mensen die naar de geboden van Jehova hebben geluisterd, en de mensen die nu gewillig zijn om zijn geboden te aanvaarden en te onderhouden. Het betekent dat er een God is die zijn volk wil leiden en steunen. Uw koninkrijk kome, dat uw bestuur gevestigd mag worden en dat de beginselen van de eeuwige waarheid, zoals die in de hemel bestaan, aan de mens gegeven mogen worden. En als ze aan de mens zijn gegeven, dat de mens zich dan aan die wetten en dat bestuur onderwerpt, God vreest, zijn geboden onderhoudt en door Hem geleid wordt. Uw koninkrijk kome, dat de verwarring, het kwaad, de goddeloosheid, de moordlust en het bloedvergieten onder de mensen verwijderd mogen worden, en dat de beginselen van waarheid en gerechtigheid, mededogen en liefde ons hart mogen vervullen, zoals ze het hart van de Goden vervullen.12

Ik heb aangetoond (…) dat het koninkrijk van God letterlijk op aarde gevestigd zou worden. Het zal geen onwezenlijke hersenschim zijn, zoals sommige dromers beweren, maar een degelijke realiteit. Het zal, zoals eerder gezegd, een letterlijke aarde zijn, bestaande uit wezenlijke mannen, vrouwen en kinderen; levende heiligen die de geboden van God onderhouden, herrezen lichamen die letterlijk uit hun graf zullen komen en op aarde zullen leven. De Heer zal de Koning op aarde zijn, en Hij zal heerschappij over alle mensen hebben. Ieder land zal zijn gezag erkennen en voor zijn scepter buigen. Wie Hem rechtschapen dienen, zullen met God en Jezus communiceren, door engelen bediend worden en het verleden, het heden en de toekomst kennen. En andere mensen, die zijn wetten misschien niet helemaal gehoorzamen, en niet al zijn verbonden ontvangen, zullen dan zijn heerschappij ook volledig moeten aanvaarden. Want het zal de heerschappij van God op aarde zijn. Hij zal zijn wetten opleggen en van de verschillende landen op aarde gehoorzaamheid eisen, wat zijn wettelijk recht is. Satan zal dan niet in staat zijn om de inwoners in zijn macht te houden, want de Here God zal Koning van de hele aarde zijn, en het koninkrijk en de grootsheid van het koninkrijk onder de gehele hemel zullen aan de heiligen worden gegeven.13

Wat zullen de gevolgen zijn van de vestiging van het koninkrijk van Christus, ofwel de heerschappij van God op aarde? (…) Er zullen geen oorlogen zijn, geen bloedvergieten, ellende, ziekte en zonde. Het koninkrijk van vrede, rechtschapenheid, gerechtigheid, geluk en voorspoed zal op aarde ingeluid worden. Het is de herstelling van de aarde en de mens in hun oorspronkelijke heerlijkheid en zuivere volmaaktheid – in feite de herstelling van alle dingen waarover de profeten vanaf het begin der wereld hebben gesproken. [Zie Handelingen 3:21.]14

De Heer heeft zijn heiligen geroepen om zijn koninkrijk op aarde te vestigen.

Een man in Frankrijk sprak me aan en wilde weten of wij iets groots in de wereld teweeg dachten te brengen. Ik zei tegen hem dat wij het evangelie in de hele wereld zouden prediken, en dat de einden der aarde al bereikt waren. Het is geen werk dat in een hoekje verricht zal worden, het zal door de tijd tot in de eeuwigheid reiken. Het reikt tot in het verleden, en omvat de mensen die duizenden jaren geleden zijn gestorven, en zij zullen in het koninkrijk van God gebracht worden. De komende generaties zullen gezegend worden, en uiteindelijk zullen ze in de hemel en op aarde verenigd worden. Dit alles zullen we in de naam van de God van Israël tot stand brengen. De machten des hemels zullen hulp verlenen, en onze voorouders in de eeuwige wereld zullen zich met ons verenigen, want wij hebben de belofte van het huidige en het toekomende leven.

Wij zijn slechts onlangs aan onze glorierijke onderneming begonnen. In de loop der tijd zullen we alles bereiken waarover de voorvaders gesproken hebben. (…) Wij zullen voortgaan, broeders, en niet onze eigen zaken bestuderen, maar wel hoe we de glorierijke doeleinden van God kunnen bewerkstelligen. (…) De macht van de waarheid moet voortgaan, de ketenen van de duisternis moeten verbroken worden en het koninkrijk van God moet worden opgebouwd. En er zal geen macht zijn die het tot staan kan brengen.15

Wij praten al jaren over de heerschappij en de regering van het koninkrijk van God en de uiteindelijke vestiging daarvan op aarde, in vrede en gerechtigheid. En ook over de tijd dat ieder schepsel in de hemel, op aarde en onder de aarde en in de oceanen zal zeggen: ‘Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden’ (Openbaring 5:13). We hebben over deze dingen gesproken, maar er moet tussen nu en die ondoorgrondelijke tijd in de toekomst veel gedaan worden. Het is niet alleen een geloofskwestie, er moet gewerkt worden. Dat moeten we zelf doen, individueel en als volk. Het is beslist geen kleinigheid.16

Wij moeten een belangrijke zending volbrengen: we moeten proberen onszelf volgens de wetten van het koninkrijk van God te besturen; en dat is een van de moeilijkste taken die we ooit op ons hebben genomen – onszelf, onze begeerten, onze instelling, onze gewoonten, onze gevoelens, ons leven, onze geest en ons inzicht leren besturen. Ook moeten we al onze verlangens onderwerpen aan de wet van het koninkrijk van God en aan de geest der waarheid. Het is uitermate belangrijk om aan de opbouw van het koninkrijk van God mee te werken – de kern van alles wat we hier hebben.17

Vrees God; doe goede werken; leef uw godsdienst na; onderhoud de geboden en verootmoedig uzelf voor Hem; wees eensgezind, en verenigd met het heilig priesterschap en met elkaar. Dan beloof ik u in de naam van God dat Zion zal ontstaan en schitteren, en dat de macht van God op haar zal rusten. Dan zal haar heerlijkheid geopenbaard worden en zullen we ons verheugen in de volheid van de zegeningen van het evangelie van vrede. Het werk van God zal toenemen totdat de koninkrijken van deze wereld de koninkrijken van onze God en zijn Christus zullen worden. [Zie Openbaring 11:15.] Dan zal ieder schepsel in de hemel, op aarde en onder de aarde zeggen: ‘Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden.’ [Openbaring 5:13.]18

Ideeën voor studie en bespreking

  • Waarom is Jezus Christus de rechtmatige erfgenaam en vorst van de aarde? Hoe behoort deze kennis onze relatie met Hem te beïnvloeden?

  • Waarom was de herstelling van de kerk noodzakelijk om het koninkrijk van de Heer op aarde te vestigen? Wat hebt u als lid van de kerk geleerd om u voor te bereiden om bij de Heer te leven? Hoe kan onze dienstverlening in de kerk aan de vestiging van het koninkrijk van de Heer bijdragen?

  • Hoe hebt u de kerk zien groeien en bloeien waardoor Gods koninkrijk op aarde werd uitgebreid? Wat kunt u als persoon en als gezin doen om het koninkrijk van God op aarde te helpen vestigen?

  • President Taylor heeft de grote zegeningen genoemd die wij zullen ontvangen als de Heiland terugkeert om zijn koninkrijk tijdens het millennium te besturen. Hoe zal het leven op aarde er tijdens het millennium uitzien? (Zie ook LV 29:11; 43:29–32; 101:22–35; Geloofsartikelen 1:10.)

  • Het persoonlijk motto van president Taylor luidde: ‘Het koninkrijk van God of niets!’ Welke voorbeelden hebt u gezien van mensen die dezelfde overtuiging hebben? Welke betekenis heeft dit motto voor u? Wat zou er gebeuren als wij als leden van de kerk dit motto zouden overnemen?

Relevante teksten: Daniël 2:26–45; Matteüs 6:33; LV 45:1; 65; 104:58–59

Noten

  1. Times and Seasons, 15 juli 1844, blz. 578.

  2. Zie B. H. Roberts, The Life of John Taylor (1963), blz. 47,53–55.

  3. Kate B. Carter, Our Pioneer Heritage, 20 delen (1958–1977), deel 7, blz. 218.

  4. Deseret News (wekelijkse uitgave), 11 november 1857, blz. 283; alinea-indeling gewijzigd.

  5. The Government of God (1852), blz. 72–73.

  6. The Government of God, blz. 74.

  7. The Gospel Kingdom, samengesteld door G. Homer Durham (1943), blz. 205.

  8. The Gospel Kingdom, blz. 214.

  9. The Gospel Kingdom, blz. 208–209.

  10. The Gospel Kingdom, blz. 210.

  11. The Gospel Kingdom, blz. 210.

  12. The Gospel Kingdom, blz. 205–206.

  13. The Gospel Kingdom, blz. 207–208.

  14. The Gospel Kingdom, blz. 216; alinea-indeling gewijzigd.

  15. Millennial Star, 1 december 1850, blz. 361–362; alinea-indeling gewijzigd.

  16. The Gospel Kingdom, blz. 211.

  17. The Gospel Kingdom, blz. 214.

  18. Deseret News: Semi-Weekly, 27 januari 1880, blz. 1.

Afbeelding
John Taylor and men

Zelfs in tijden van tegenwerking getuigde John Taylor moedig van de waarheid en werkte hij onvermoeibaar aan de vestiging van het koninkrijk van God.

Afbeelding
Jesus Christ

Als Christus terugkeert om zijn koninkrijk op aarde te vestigen, zal Hij een ‘koninkrijk van vrede, rechtschapenheid, gerechtigheid, geluk en voorspoed’ inluiden.