Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 20: De tempel, de poort tot verhoging


Hoofdstuk 20

De tempel, de poort tot verhoging

Wij zijn hier om met God samen te werken voor het eeuwig heil van de levenden [en] de verlossing van de doden.1

Uit het leven van John Taylor

Door de toenemende vervolging in Nauvoo vreesde de profeet Joseph Smith dat hij niet lang genoeg zou leven om de voltooiing van de Nauvoo-tempel te zien. Om er zeker van te zijn dat hij de nodige sleutels en kennis aan anderen overdroeg, richtte hij een kamer boven een winkel in Nauvoo in waar hij aan een paar zorgvuldig uitgekozen leden de tempelverordeningen kon verlenen.2 Onder die leden bevond zich John Taylor, die al vanaf het moment dat die beginselen aan de kerk waren geopenbaard bijzondere interesse voor de tempelverordeningen had getoond. Door deze en andere ervaringen heeft president Taylor begrip en waardering ontwikkeld voor de tempel en voor de verordeningen die daar worden verricht.

Tijdens de inwijding van de Logan-tempel (Utah) vertelde president Taylor de aanwezigen over de gevoelens die hij had toen hij de St. George-tempel bezocht, de eerste tempel die in het Territorium Utah is ingewijd.

‘Toen ik met een aantal algemene autoriteiten die heilige tempel bezocht, kregen we een heilig gevoel van vreugde en plechtige eerbied. Toen we door de heilige deuren naar binnen gingen, voelden we dat we ons op gewijde grond bevonden, en ervoeren, net als iemand vanouds: ‘Dit is niet anders dan een huis Gods, dit is de poort des hemels.’ [Zie Genesis 28:17.] Dat is niet slechts een figuurlijke uitdrukking, maar een realiteit, want in dat huis, en in het huis dat hier gebouwd wordt, worden de heiligste verordeningen van God verricht, die met de belangen en het geluk van levenden en overledenen te maken hebben. Ik voelde vreugde in mijn hart omdat we al succesvol waren geweest om één tempel voor de naam van onze Vader en God te bouwen.3

Behalve dat hij het belang van de tempel begreep, wist president Taylor ook dat het aantal tempels en de mensen die daarin werkten, zou blijven groeien naarmate het plan van God werd uitgevoerd. Toen hij het bouwterrein van de Salt Lake-tempel aan een bezoeker uit een ander land liet zien, profeteerde president Taylor over de enorme toename van het aantal tempels over de wereld: ‘We verwachten dat we er nog honderden bouwen en er het werk van God in zullen verrichten.’4

Leringen van John Taylor

God stelt belang in de verhoging van de doden en de levenden.

De Almachtige heeft een groot en allesomvattend plan gemaakt voor het eeuwig heil van alle mensen, zijn kinderen, want Hij is de God en de Vader van de geest van alle levende schepselen. Dat betekent dat Hij belang stelt in hun welzijn, hun voorspoed, hun geluk, en in alles wat met hun verhoging in dit leven en in alle komende eeuwigheden te maken heeft. Vanwege zijn belangstelling, en omdat er in de verschillende tijdperken zo weinig van het evangelie geopenbaard was, en er zoveel duistere machten en goddeloosheid onder de mens heersten, was het noodzakelijk dat er zowel voor de levenden als de doden iets werd geregeld. God stelt belang in de doden en de levenden.5

We zijn hier om samen met God de levenden te redden, de doden te verlossen, onze voorouders tot zegen te zijn, en zegeningen uit te storten op onze kinderen; we zijn hier om de aarde waarop we leven te verlossen en te hernieuwen, en God heeft zijn gezag en zijn raden om die reden op aarde geplaatst, zodat de mens, net als in de hemel, op aarde de wil van God leert doen. Dat is het doel van ons bestaan, en het is aan ons om die positie te begrijpen.6

Zoals ik al heb gezegd, leven we in een belangrijke tijd van de wereld. (…) [God] heeft ons voor de laatste dagen bewaard, zodat we het werk kunnen verrichten wat Hij al voor de schepping van de wereld had verordend. Als mensen in vorige bedelingen bepaalde zegeningen hebben ontvangen, zullen ze u, heiligen der laatste dagen, ook worden gegeven, maar dan moet u wel uw godsdienst naleven en de wetten van God gehoorzamen. De Heer zegt dat alles wat verborgen is, geopenbaard zal worden. Hij is bereid om alles te openbaren, alles wat met de hemel en de aarde te maken heeft, alles wat verband houdt met de volken die hebben bestaan, die nu bestaan of zullen bestaan, om ons te instrueren en te onderwijzen in elk beginsel van intelligentie dat verband houdt met de wereld waarin wij leven of met de Goden in de eeuwige werelden.7

Wij bouwen tempels voor de verhoging van het hele mensdom.

Toen de profeet Elia aan Joseph Smith verscheen, gaf hij hem de sleutels van deze bedeling, vandaar dat we tempels bouwen. (…) Er zijn verordeningen verbonden aan deze zaken die teruggaan in de eeuwigheid; en die vooruitgaan in de eeuwigheid; (…) ze zijn bedoeld voor het welzijn, het geluk en de verhoging van de mens; voor de levenden en de doden; voor hen die hierna komen, in verband met zowel onze voorouders als onze nakomelingen. Dat is een van de sleutels die zijn hersteld.8

Waarom bouwen we tempels? Omdat Elia bepaalde sleutels die hij bezat, aan Joseph Smith heeft over gedragen. En toen hij zijn handen op de ouderlingen had gelegd om hun het heilig priesterschap te verlenen, brachten zij de beginselen die Elia aan Joseph had gegeven, aan u en anderen. (…) En toen de kerk na verloop van tijd bijeenvergaderd begon te worden, begonnen we te praten over de bouw van tempels, waarin de verordeningen, aan Joseph Smith geopenbaard, ontvangen en verricht konden worden, die verband houden met de belangen van de levenden en de doden, en die noodzakelijk zijn voor ons eeuwig heil en onze verhoging in het koninkrijk van God, alsook voor wie we plaatsvervangend werk verrichten. We hebben hier niet alleen over gesproken, we hebben daarvoor ook al heel wat werk verricht.9

We hebben nu deze tempel [in Logan] voltooid, en sommige mensen vragen zich af waarom. Om verschillende redenen: om onze verzegelingen en verordeningen te verrichten op een manier die aanvaardbaar voor God en de heilige engelen is; opdat alles wat op aarde gebonden wordt volgens de wetten van het eeuwige priesterschap, ook in de hemel gebonden zal zijn; om een verbinding tot stand te brengen tussen de levenden en de doden, tussen de mensen die geleefd hebben, al die voorvaderen over wie ik heb gesproken, die belang stellen in het welzijn van hun nageslacht; om een koninklijk priesterschap te hebben, een heilig volk, een rein volk, een deugdzaam volk, dat met het belang van de levenden en de doden voor ogen officiërt en opereert; en daarbij niet zozeer voor zichzelf opkomt, maar voor God, voor het werk van God, en voor de voltooiing van alles wat volgens God in de bedeling van de volheid der tijden moet plaatsvinden [zie LV 128:18], wanneer alles zal worden verenigd en iedereen zal zijn voorbereid om met de priesterschap in de hemel werkzaam te zijn voor de verlossing van de inwoners van deze aarde, vanaf de tijd van Adam tot aan het heden.10

We moeten waardig zijn om de heilige tempel van God binnen te gaan.

Mensen die naar dit huis willen om verordeningen te verrichten, moeten een aanbeveling van hun bisschop hebben. (…) En als ze deze aanbeveling van de bisschop hebben gekregen, moet die door de ringpresident worden ondertekend. (…) Dat kan voor sommige mensen nogal een vuurproef zijn. Voor oprechte, deugdzame en eerzame mensen is het een vrij eenvoudige zaak, er zijn voor hen eigenlijk nooit obstakels. Maar voor hen die hun plichten niet gedaan hebben, die van de wetten van God zijn afgedwaald, en die het niet zo nauw hebben genomen met de verordeningen van het evangelie, of die hebben overtreden – voor diegenen is het een moeilijk moment.

In de toekomst staat ons echter iets veel moeilijkers te wachten. Dit is in deze aangelegenheid slechts het begin. Wat voor ons ligt zal veel moeilijker klaar te spelen zijn. Wat dan wel? De tijd zal komen dat we niet alleen langs de functionarissen moeten over wie ik het gehad heb – om, zeg maar, de bekrachtiging en goedkeuring van onze bisschop [en] van de ringpresident te krijgen (…), want in dit boek (de Leer en Verbonden) staat, dat we langs de engelen en de Goden moeten. We weten er hier misschien tussendoor te glippen, we komen hier misschien met de hakken over de sloot, maar niet meer dan dat. Maar hoe zal het gaan als we aan de andere kant komen, en we langs de engelen en de Goden moeten voordat we onze verhoging kunnen ingaan? Als we er niet langskomen, want dan? Nou, dat kan niet; daar houdt het op. En als het niet kan, zullen we dan onze verhoging ontvangen? Ik denk het niet.11

U kunt misschien de bisschop misleiden of de ringpresident, u kunt misschien de algemene autoriteiten van de kerk misleiden, maar de Heer Jezus Christus of de Heilige Geest kunt u niet misleiden. U kent uzelf het beste en als er iets niet lekker zit, dan is het nu de tijd om u te bekeren en in het reine met de Heer te komen; en als u zich niet bekeert, zal de tijd aanbreken dat u vernederd zult worden, en hoe hoger u zich bevindt, des te groter zal uw val zijn.12

Het is onze plicht om een verlosser op de berg Zion te zijn.

Wij zijn hier om te leren leven, en onze kinderen na ons te leren leven; en de wereld dezelfde les te leren, als men die tenminste wil aanvaarden. We weten dat onze geest al bij de Vader bestond, voordat we hier kwamen. We weten dat we zowel onsterfelijk als sterfelijk zijn, en dat we met een andere wereld te maken hebben gehad. We weten dat de wereld vol verdorvenheid is; maar het is onze taak om ons daarvan te vrijwaren, en vooruitgang te maken in deugd, waarheid, integriteit en heiligheid.

We zijn hier gekomen om een verlosser te zijn. ‘Wat zegt u, een verlosser?’ ‘Ja.’ ‘Hè, we dachten dat er maar één Verlosser was?’ ‘Ja, maar er zijn er vele. Waar staat dat in de Schriften?’ Een van de profeten vanouds zegt, in verband hiermee, dat verlossers de berg Zion zullen bestijgen. [Zie Obadja 1:21.] Verlossers? Ja. Wie zullen zij dan verlossen? Ten eerste zichzelf, dan hun gezinsleden, dan hun buren, vrienden en kennissen, vervolgens hun voorouders, en dan storten ze zegeningen uit over hun nakomelingen. Is dat zo? Ja. (…)

Wij willen onze nakomelingen graag tot zegen zijn. We lezen over Abraham, Isaak en Jakob, die hun gezinnen bij elkaar riepen voordat ze deze wereld verlieten en onder inspiratie van de geest van profetie en openbaring hun handen op hun hoofd legden en bepaalde zegeningen over hen uitspraken, die in alle tijden op hun nakomelingen zouden rusten. Wij hebben hetzelfde evangelie en priesterschap, en hetzelfde licht en dezelfde intelligentie, en ook wij willen het heil en de verhoging van onze gezinnen die na ons komen, net als zij, en wij streven er ook naar dat de zegeningen van God op hun hoofd worden uitgestort, net als zij. En als onze voorvaders onwetend van het evangelie zijn gestorven, en niet in de gelegenheid waren om ernaar te luisteren, dan gaat dat ons aan, en laten we ons voor hen dopen, zodat zij met ons verlost en verhoogd mogen worden in het koninkrijk van God.13

Jezus is gekomen om in veel opzichten hetzelfde werk te verrichten waarbij wij zijn betrokken, en toen Hij hier met zijn werk klaar was, was Hij de Heiland van de wereld en van het mensdom. Hij is gekomen om het evangelie aan de armen te prediken, om de gevangenisdeuren te openen en de gevangenen te bevrijden, om het aangename jaar des Heren te verkondigen enzovoort. Dit werk was verbonden met de mensen die tijdens de zondvloed waren omgekomen en zich in de gevangenis bevonden totdat de Heer het tijd vond om hun zijn barmhartigheid te verlenen. Er staat geschreven: ‘Christus is eenmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen: Hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar de geest, in welke Hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis, die eertijds ongehoorzaam geweest waren, toen de lankmoedigheid Gods bleef afwachten, in de dagen van Noach.’ [Zie 1 Petrus 3:18–20.] Toen Hij op aarde zijn werk voor de levenden verricht had, ging Hij naar de geestenwereld om voor de doden te werken. Er staat geschreven dat Hij gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis, die in de tijd van Noach ongehoorzaam waren geweest.

We hebben een werk te doen voor hen die zijn overleden en in hun leven het evangelie niet hebben leren kennen of er niet gehoorzaam aan zijn geweest. Wij zijn hier om het werk te doen dat verband houdt met de verlossing van de doden. Toen ons was geboden de tempel in Nauvoo te bouwen, nadat de tempel in Kirtland was gebouwd, en nadat er zoveel sleutels waren hersteld, en nadat er zoveel manifestaties, visioenen en bedieningen waren ontvangen, werd er toch gezegd dat er geen plek op aarde was om de verordening van doop voor de doden te verrichten. Daarom moest Joseph voor dat doel een tempel bouwen.14

Velen die door de sluier zijn gegaan, wachten totdat wij onze plicht doen.

Het werk waarbij wij betrokken zijn, is groter dan we ons kunnen voorstellen. Onze daden en ondernemingen nu zijn verbonden met het verleden, het heden en de toekomst. Toen Napoleon in Egypte was, zei hij op een keer tegen zijn leger dat er veertig generaties op hen neerkeken. Maar de hemelse heerscharen kijken op ons neer. De priesterschap die vanaf het begin in de verschillende generaties en bedelingen werkzaam is geweest, kijkt op ons neer. Onze broeders, met wie we op aarde hebben samengewerkt en die zich nu aan de andere kant van de sluier bevinden, kijken ook op ons neer. De talloze doden die in het graf zijn gelegd zonder kennis van het evangelie, kijken op ons neer, en zij verwachten van ons dat wij de plichten en taken vervullen die aan ons zijn toevertrouwd, en waarin zij belang stellen.

De heilige priesterschap – de patriarchen, profeten, apostelen en mannen Gods vanouds die in de verschillende geslachten geleefd hebben, kijken op ons neer en verwachten van ons dat wij de grote en belangrijke vereisten van Jehova in relatie tot het welzijn en de verlossing van de wereld vervullen: het eeuwig heil van de levenden en de doden. God, onze hemelse Vader, en zijn Zoon, Jezus Christus, onze Verlosser, kijken ook op ons neer en verwachten van ons dat wij trouw aan onze verbonden zijn.15

Ideeën voor studie en bespreking

  • Wat houdt het in om ‘met God samen te werken voor het eeuwig heil van de levenden [en] de verlossing van de doden’? Hoe voelt u zich als u de kans krijgt om uw eigen voorouders door het tempelwerk tot zegen te zijn?

  • Wat was Elia’s doel toen hij in de Kirtland-tempel aan de profeet Joseph Smith verscheen? (Zie ook LV 110:13–16.) Welke zegeningen kunnen we ontvangen dankzij de sleutels die Elia heeft hersteld?

  • Waarom is het belangrijk om eerlijk te zijn als we een tempelaanbevelingsgesprek hebben? Welke zegeningen worden ons beloofd als we zuiver naar de tempel gaan? (Zie ook LV 97:15–17.) Hoe hebt u die zegeningen ervaren? Hoe kunnen we kinderen en jongeren voorbereiden om zuiver naar de tempel te gaan?

  • Hoe kunnen wij een verlosser op de berg Zion worden? Waarom is het zo belangrijk dat we ons inzetten voor de verlossing van de doden?

  • Wat vindt u ervan dat ‘de hemelse heerscharen op ons neerkijken (…) en van ons verwachten dat wij onze plichten en taken vervullen’? Wat zijn onze plichten en taken op het gebied van tempelwerk en familiegeschiedenis? Hoe kunt u uw tempelwerk en familiegeschiedenis verbeteren?

  • Lees LV 135:3. Hoe verruimt de rol van de profeet Joseph Smith in de herstelling van het tempelwerk uw begrip van dit vers?

  • Waarom moeten we vaak naar de tempel gaan? Wat betekent de tempel voor u? Hoe kunnen we de invloed van de tempel in ons leven en dat van onze familieleden doen toenemen?

Relevante teksten: LV 109; 124:39–41; 128:15–25; 138

Noten

  1. The Gospel Kingdom, samengesteld door G. Homer Durham (1943), blz. 286.

  2. Zie The Gospel Kingdom, blz. 286–287.

  3. Deseret News: Semi-Weekly, 19 juni 1877, blz. 1.

  4. The Gospel Kingdom, blz. 294.

  5. The Gospel Kingdom, blz. 286.

  6. The Gospel Kingdom, blz. 286.

  7. Deseret News: Semi-Weekly, 10 juni 1884, blz. 1.

  8. The Gospel Kingdom, blz. 292.

  9. The Gospel Kingdom, blz. 288.

  10. The Gospel Kingdom, blz. 290.

  11. The Gospel Kingdom, blz. 290–291.

  12. Citaat uit Matthias F. Cowley, ‘The Spirit of Discernment Manifested’, N. B. Lundwall, Temples of the Most High (1941), blz. 104.

  13. Deseret News: Semi-Weekly, 11 februari 1873, blz. 2; alinea-indeling gewijzigd.

  14. Deseret News: Semi-Weekly, 10 juni 1884, blz. 1.

  15. Deseret News (wekelijkse uitgave), 7 mei 1879, blz. 211; alinea-indeling gewijzigd.

Afbeelding
Logan Temple

De Logan-tempel, die in 1884 door president Taylor is ingewijd. In tempels ‘worden de heiligste verordeningen van God verricht, die met de belangen en het geluk van levenden en overledenen te maken hebben.’