Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 17: Openbaring door de Heilige Geest


Hoofdstuk 17

Openbaring door de Heilige Geest

Openbaring (…) is de fundering van onze godsdienst.1

Uit het leven van John Taylor

President Taylor heeft gezegd: ‘Ik kan me nog goed een opmerking van Joseph Smith herinneren. (…) Hij zei: “Ouderling Taylor, u hebt zich laten dopen, u hebt door handoplegging de Heilige Geest ontvangen en u bent tot het heilig priesterschap geordend. Als u de ingevingen van die Geest blijft volgen, zal die u altijd ten goede leiden. Soms kan dat indruisen tegen uw eigen mening; trek u daar niets van aan, volg zijn ingevingen; en als u zich houdt aan die influisteringen, zal dat zich uiteindelijk in u ontwikkelen tot een beginsel van openbaring, zodat u alles zult weten.’”2

John Taylor heeft de raad van Joseph Smith opgevolgd en heeft privé en als profeet, ziener en openbaarder altijd op de openbaringen van de Heilige Geest vertrouwd. President Heber J. Grant, de zevende president van de kerk, heeft het volgende gezegd over de ontvankelijkheid van president Taylor voor de influisteringen van de Geest: ‘Ik werd door een openbaring van de Heer aan president John Taylor als lid van de Raad der Twaalf Apostelen geroepen. Vanaf de tijd dat ik lid van de Raad der Twaalf werd, twee jaar nadat John Taylor president van de kerk was geworden, tot aan de dag van zijn dood, heb ik hem iedere week meegemaakt, (…) en ik weet dat hij een dienstknecht van de levende God was. Ik weet dat hij door de Heer geïnspireerd werd; en ik weet dat iedere keer dat hij: “Dit is wat de Heer verlangt”, zei, zijn collega’s in de raad der apostelen hem daarin steunden en hem in het gelijk stelden, en dat uit de inspiratie van de Heer aan hem bleek dat de wijsheid die hij van God ontving groter was dan de wijsheid van andere mensen. (…)

‘Ik kan verschillende voorbeelden noemen van apostelen die door inspiratie van de Heer aan John Taylor werden uitgezonden om bepaalde werkzaamheden te verrichten, waarvan zij zelf dachten dat zij daar niet toe in staat zouden zijn. Zij kwamen terug en konden getuigen dat zij door de Heer in staat waren gesteld om de werkzaamheden te verrichten die hen waren opgedragen door president Taylor, de profeet van de Heer.’3

Leringen van John Taylor

Er is een verschil tussen de Geest die de mens tot het goede leidt en de gave van de Heilige Geest.

Wat de invloed van de Geest op de mens betreft wil ik graag uw aandacht vestigen op een feit dat door weldenkende mensen over het algemeen begrepen wordt, namelijk dat hoe goddeloos iemand ook mag zijn en hoe ver hij ook van het rechte pad is afgedwaald, hij altijd bewondering en respect zal hebben voor een goed, eerzaam en deugdzaam mens; en hij zal herhaaldelijk zeggen: ‘Ik wou dat ik hetzelfde kon doen als die persoon, maar het lukt me niet. Ik wou dat ik het rechte pad kon bewandelen, maar ik ben door het kwaad overmeesterd.’ Ze kunnen niet anders dan respect voor de goeden en eerzamen hebben, hoewel ze zichzelf niet door eerzame en deugdzame beginselen laten leiden. Deze zelfde geest die aan ieder mens buiten het evangelie is gegeven, is in alle tijdperken van de wereld aanwezig geweest. (…)

Maar er is een groot verschil tussen dit gevoel dat de mens naar het goede leidt – en dat ontegenzeggelijk een deel van de Geest van God is en aan ieder mens worden gegeven – en wat in de Schriften de gave van de Heilige Geest wordt genoemd.4

Er is en was altijd een geest in de wereld, in feite deel van de Geest van God, die de mens in veel gevallen tussen goed en kwaad helpt kiezen. Zij hebben een geweten dat hen beschuldigt of vrijpleit van hun daden; en hoewel de wereld bijzonder goddeloos en verdorven is, zullen bijna alle mensen, die zelf misschien niet goeddoen, de goede daden van anderen waarderen.

In de Schriften staat: ‘[God] heeft uit één enkele het gehele menselijke geslacht gemaakt om op de ganse oppervlakte der aarde te wonen en Hij heeft de hun toegemeten tijden en de grenzen van hun woonplaatsen bepaald, opdat zij God zouden zoeken, of zij Hem al tastende vinden mochten, hoewel Hij niet ver is van een ieder van ons.’ (Handelingen 17:26–27.) In de Schriften staat ook dat Hij hun een deel van zijn Geest heeft gegeven tot welzijn van iedereen. [Zie 1 Korintiërs 12:7.] Maar er is een groot verschil tussen de plaats die deze mensen innemen en de plaats die wij innemen. Wij hebben iets meer dan dat deel van de Geest van God die aan ieder mens wordt gegeven, namelijk de gave van de Heilige Geest, die verkregen wordt door gehoorzaamheid aan de fundamentele beginselen van het evangelie van Christus, door handoplegging door de dienstknechten van God.5

Door de gave van de Heilige Geest kunnen we hetgeen van God is leren kennen.

Toen het evangelie in vroeger tijden werd gepredikt, werd de mensen gezegd dat ze zich moesten bekeren en zich in de naam van Jezus moesten laten dopen tot vergeving van hun zonden, en dan moesten hun de handen worden opgelegd voor de gave van de Heilige Geest. [Zie Handelingen 2:37–38.] Hun werd bovendien gezegd wat de Heilige Geest zou doen: dat Hij hetgeen van God is aan hen zou tonen; dat Hij de oude mannen dromen zou laten dromen en de jongemannen visioenen zou geven, en dat Hij op de dienstknechten en dienstmaagden van God zou rusten en dat zij zouden profeteren. [Zie Handelingen 2:16–18; zie ook Joël 2:28–29.]

Dit zijn de werkingen van de Geest die bij God de Vader en God de Zoon woont, namelijk de Heilige Geest. Deze Geest brengt onze relatie met God tot stand, en deze Geest wijkt aanzienlijk af van dat gedeelte van de Geest dat aan ieder mens tot welzijn wordt gegeven. (…)

Deze Geest leidt ons tot de waarheid en brengt ons zaken te binnen van het verleden, het heden en de toekomst. Hij bepeinst de toekomst en openbaart zaken die nog niet eerder bij ons waren opgekomen, en dat staat duidelijk beschreven in de Bijbel, het Boek van Mormon en de Leer en Verbonden. Hierin ligt het verschil tussen ons en anderen, en dat was ook vroeger zo.6

Wij geloven dat het noodzakelijk is dat de mens met God communiceert. Wij geloven dat hij openbaring van Hem moet ontvangen en dat hij zonder de inspirerende invloed van de Heilige Geest niets over de zaken van God te weten kan komen. Het kan mij niet schelen hoeveel een mens heeft geleerd, of hoeveel hij heeft gereisd. Het kan mij niet schelen hoe getalenteerd, intelligent of bekwaam iemand is, op welke universiteit hij heeft gestudeerd, hoe veelomvattend zijn mening over andere zaken is; hij kan bepaalde zaken niet zonder de Geest van God begrijpen, en dan komen we op het beginsel uit dat ik al genoemd heb: openbaring. Geen openbaring uit het verleden, maar hedendaagse en rechtstreekse openbaring, die de ontvangers ervan hier op hun levenspad zal leiden en in het eeuwige leven hierna.7

Voortdurende openbaring is de fundering van onze godsdienst.

Onze beginselen zijn niet van theologen, wetenschappers, beroemde of vooraanstaande mensen afkomstig, en ook niet van een groep godsdienstigen, maar van de Almachtige, en bij Hem staan we in de schuld voor alle leven, alle waarheid en alle kennis over het verleden, het heden en de toekomst. Daarom voelen wij ons van Hem afhankelijk. (…)

Niemand weet wat in God is, dan door de Geest Gods. [Zie 1 Korintiërs 2:11]. En als de Vader Zich niet geopenbaard had, zouden we in onwetendheid ronddolen. (…) Nu Hij zijn wil aan de mens heeft bekendgemaakt, aan Joseph Smith, zoals Hij in vroeger tijden aan andere mensen had gedaan, is het noodzakelijk dat zijn wil aan alle natiën, geslachten, talen en volken wordt verkondigd, zodat de mens op de hoogte wordt gesteld van alles wat Hij voor het eeuwig heil en de verhoging van de mens geopenbaard heeft. Derhalve zijn er twaalf apostelen aangesteld. Waarom? Zodat zij het evangelie en de beginselen van het leven, die van God afkomstig zijn, in de verschillende landen kunnen verkondigen. (…)

Hun getuigenis tot de mensen is dat God heeft gesproken en dat het evangelie is hersteld. Zij leggen uit wat het evangelie is, zij roepen de mensen op om zich te bekeren, zich in de naam van Jezus te laten dopen tot vergeving van zonden, met de belofte dat de gehoorzamen de Heilige Geest zullen ontvangen. (…) En als zij die Geest ontvangen, kan er communicatie plaatsvinden tussen hen en hun hemelse Vader, door onze Heer, Jezus Christus, en door die geest geïnspireerd, zullen hun gebeden tot de God van de hele wereld opstijgen. Ze leren op Hem te vertrouwen en zijn wetten te gehoorzamen.8

De Bijbel is goed. (…) Het Boek van Mormon en de Leer en Verbonden zijn goede oriëntatiepunten. Maar een zeeman op de oceaan heeft een criterium nodig dat zekerder is. Hij moet de hemellichamen goed kennen en aan de hand daarvan de juiste koers bepalen. Die boeken zijn goed als voorbeeld en precedent, voor onderzoek en ontwikkeling van bepaalde wetten en beginselen. Maar zij doen geen uitspraak, kunnen dat ook niet, over iedere zaak die beoordeeld of in orde gebracht moet worden.

Wij hebben een levende boom nodig – een levende bron – levende kennis, die voortkomt van het levende priesterschap in de hemel, door middel van de levende priesterschap op aarde. (…) En vanaf de tijd dat Adam voor het eerst met God sprak, tot aan de tijd dat Johannes op het eiland Patmos met God sprak, of dat de hemelen voor Joseph Smith geopend werden, zijn er altijd nieuwe openbaringen nodig geweest, aangepast aan de omstandigheden waarin de kerk of de mensen zich bevonden.

In de openbaring aan Adam stond niet dat Noach een ark moest bouwen; in de openbaring aan Noach zei de Heer niet dat Lot Sodom moest verlaten, en in geen van deze openbaringen wordt over het vertrek van de Israëlieten uit Egypte gesproken. Zij kregen allemaal openbaringen voor zichzelf, net als Jesaja, Jeremia, Ezechiël, Jezus, Petrus, Paulus, Johannes en Joseph. En dat moeten wij ook, anders zullen we schipbreuk leiden.9

Veel mensen, onder wie belijdende christenen, bespotten het beginsel hedendaagse openbaring. Wie heeft er ooit van ware godsdienst zonder communicatie met God gehoord? Dat is het belachelijkste dat de mens kan bedenken. Wanneer de mens het beginsel van hedendaagse openbaring verwerpt, verbaast het me niet dat twijfelzucht en ontrouw zo wijd verspreid zijn. Het verbaast me niet dat zoveel mensen godsdienst verachten en het beschouwen als iets dat niet de moeite waard is, want zonder openbaring is godsdienst een bespotting en een schijnvertoning. Als een godsdienst mij niet tot God leidt, ik geen contact met Hem heb en niet de beginselen van de onsterfelijkheid en het eeuwige leven ontvang, wil ik er niets mee te maken hebben.

Het beginsel van hedendaagse openbaring is de fundering van onze godsdienst. (…) Ik wil niet alleen de openbaringen bestuderen die we nu hebben, maar ik wil alle openbaringen bestuderen die God heeft gegeven, nu geeft of zal geven om zijn volk te leiden, en dan zal ik de Gever eerbiedigen en de mensen die Hij als instrument gebruikt om die beginselen te verspreiden en te verkondigen; dan zal ik ernaar streven om me te laten leiden door de beginselen die in dat heilige woord staan vermeld.10

Eenieder heeft openbaring nodig om onze verantwoordelijkheid te begrijpen en te vervullen.

Er is geen positie die we kunnen bekleden, hetzij als ouder, kind, meester en dienstknecht, of als ouderling van Israël die het heilig priesterschap, met al zijn vertakkingen, draagt, waarin we het zonder de voortdurend toestromende wijsheid van de Heer kunnen stellen, en de intelligentie die Hij overbrengt, want dan alleen zullen we weten hoe we onze taken en werkzaamheden op de juiste wijze moeten verrichten. En daarom is het nodig dat wij alle dagen, weken, maanden en jaren, en onder alle omstandigheden, op de Heer vertrouwen en ons door zijn Geest laten leiden, zodat we niet tot zonde vervallen – dat we niets verkeerds doen, niets verkeerds zeggen of niets verkeerds denken en altijd zijn Geest bij ons hebben, die alleen behouden kan worden door reinheid, heiligheid, deugdzaamheid en voortdurende gehoorzaamheid aan de wetten en geboden van God.11

Zeg nou zelf, was u in die momenten dat u al uw verplichtingen nakwam en de Geest van God u inspireerde, dat uw ziel door de kaars van de Heer werd verlicht en met kennis uit de hemel werd gezegend, niet eerder bereid al uw taken te vervullen, die van u verwacht werden, en hebt u die dan niet tevreden en met een gevoel van voldoening verricht? Maar als we in beslag worden genomen door de zaken in de wereld, als het koninkrijk van God en zijn belangen, zijn heerlijkheid, het geluk en welzijn van het mensdom, en de gebeurtenissen die naar wij verwachten op aarde zullen plaatsvinden, de rol die wij in dat alles spelen uit het oog verliezen, en als we onze taak als ouder, huwelijkspartner of kind uit het oog verliezen (…) en wij ons laten meeslepen door onze eigen meningen, ideeën en zelfzucht en we ons inlaten met het kwaad, dan is het voor ons moeilijk Gods bestel te begrijpen.12

De Heer heeft ons openbaringen gegeven op het gebied van aardse en geestelijke zaken. Hij heeft Zion opgebouwd en zijn koninkrijk gevestigd. Hij zal zijn doelen bereiken en de woorden van zijn profeten vervullen. Zijn werk zal voortgaan totdat alle plannen van God zijn verwezenlijkt.13

Ideeën voor studie en bespreking

  • Wat is het verschil tussen de Geest van God die aanzet tot het goede en de gave van de Heilige Geest? (Zie ook LV 93:2; Johannes 14:26.)

  • Hoe hebt u door openbaring van de Geest Gods bestel leren begrijpen? Hoe kunnen wij persoonlijke openbaring van de Heer herkennen?

  • Waarom is het moeilijk om openbaring te ontvangen als wij met wereldse zaken bezig zijn? Hoe kunnen we ons voorbereiden om openbaring te ontvangen?

  • Hoe kan openbaring door middel van een hedendaagse profeet zelfs nuttiger zijn dan de Schriften? Waarom is het belangrijk dat wij zowel de Schriften als hedendaagse openbaring hebben?

  • Wanneer heeft de Heilige Geest u thuis, op uw werk, op school of in de kerk geholpen?

  • Waarom lukt het ons soms niet om de gave van de Heilige Geest ten volle te gebruiken? Hoe kunnen we meer uit deze gave halen?

  • Waarom is de gave van de Heilige Geest zo’n prachtige zegen voor ons in deze wereld? Hoe kunnen we dankbaarheid voor deze gave betonen? Hoe kunnen we kinderen en jongeren over de gave van de Heilige Geest vertellen?

Relevante teksten: 1 Korintiërs 12:3; Jakob 4:8; Alma 5:46–48; LV 45:56–57; 76:5–10; Geloofsartikelen 1:9

Noten

  1. The Gospel Kingdom, samengesteld door G. Homer Durham (1943), blz. 35.

  2. Deseret News: Semi-Weekly, 15 januari 1878, blz. 1.

  3. Gospel Standards, samengesteld door G. Homer Durham (1941), blz. 19–20.

  4. The Gospel Kingdom, blz. 41–42.

  5. The Gospel Kingdom, blz. 43; alinea-indeling gewijzigd.

  6. Deseret News: Semi-Weekly, 9 januari 1883, blz. 1; alinea-indeling gewijzigd.

  7. The Gospel Kingdom, blz. 35.

  8. Deseret News: Semi-Weekly, 7 maart 1882, blz. 1; alinea-indeling gewijzigd.

  9. The Gospel Kingdom, blz. 34; alinea-indeling gewijzigd.

  10. The Gospel Kingdom, blz. 35–36.

  11. The Gospel Kingdom, blz. 44–45.

  12. Deseret News (wekelijkse uitgave), 22 april 1863, blz. 338.

  13. Millennial Star, 15 augustus 1851, blz. 243.

Afbeelding
trees

President Taylor heeft openbaring met licht vergeleken, ‘de kaars van de Heer’ waardoor wij ‘volgens het licht van de eeuwige waarheid door het leven’ kunnen gaan.