Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 23: Eeuwige waarheid


HOOFDSTUK 23

Eeuwige waarheid

Er is voor mij niets waardevoller dan de beginselen van de eeuwige waarheid.1

Uit het leven van John Taylor

Een van de bewonderenswaardige eigenschappen van John Taylor was zijn toewijding aan de waarheid, ongeacht de mening van anderen. ‘Wat betreft de waarheid had de loftuiting of afkeuring van de wereld weinig invloed op John Taylor’, schreef ouderling B. H. Roberts. ‘Hoe meer de mens [de waarheid] verachtte, des te toegewijder hij zich inzette.’2 De gebeurtenissen rond de bekering van John Taylor zijn een van de eerste voorbeelden van zijn liefde voor de waarheid.

John Taylor kwam door Parley P. Pratt in Canada met het evangelie in aanraking. De leringen van ouderling Pratt waren een vreugde voor John Taylor en zijn godsdienstige vrienden, die soortgelijke overtuigingen hadden op het gebied van verordeningen als de doop door onderdompeling en handoplegging voor de gave van de Heilige Geest. Toen ouderling Pratt echter over Joseph Smith en het Boek van Mormon vertelde, twijfelden veel vrienden van John Taylor eraan of zij nog meer wilden weten. Sommigen weigerden zelfs het Boek van Mormon en de leringen daarin te bestuderen. Taylor sprak de groep als volgt krachtig toe:

‘Wij zijn ogenschijnlijk op zoek naar de waarheid. We hebben tot nu toe andere beginselen en leerstellingen onderzocht en als vals afgewezen. Waarom zouden we het mormonisme vrezen? Deze man, de heer Pratt, heeft ons veel leerstellingen gegeven die met onze zienswijzen overeenkomen. (…) Wij hebben God om een boodschapper gevraagd als zijn ware kerk op aarde is. De heer Pratt is bij ons gekomen (…) zonder buidel of male, zoals de apostelen vanouds reisden. Niemand van ons heeft zijn leerstellingen met behulp van de Schriften of logica kunnen weerleggen. Ik wil deze leerstellingen en deze aanspraak op gezag onderzoeken. (…) Als ik vind dat deze godsdienst waar is, zal ik die aanvaarden, ongeacht de gevolgen.‘ Na grondig onderzoek heeft John Taylor zich op 9 mei 1836 laten dopen. Hij heeft later getuigd: ‘Ik heb sindsdien nooit meer aan een beginsel van het mormonisme getwijfeld.’3

Als lid en leider van de kerk heeft John Taylor altijd de waarheid verkondigd en verdedigd. ‘Hij heeft in veel landen het evangelie gepredikt. En als verdediger van de waarheid stond hij altijd klaar voor degenen die haar aanvielen. Of hij zijn tegenstanders in een forum tegemoet trad, of hij voor een bevooroordeelde menigte stond of in de pers werd aangevallen, hij was altijd even succesvol om hen met een krachtige, ware uitspraak te verslaan.’4

Leringen van John Taylor

Zij die de waarheid liefhebben, worden met kennis en macht gezegend.

Op zijn grote platform, omgeven door de mantel der waarheid, kijkt de mens van God gelovig naar de toekomst. Hij opent de sluier van de eeuwigheid, ontvouwt de verborgenheden van de hemel en kijkt door de donkere reeks van ontelbare jaren naar de doeleinden van de grote Elohim, die zich in al hun grootsheid, macht en heerlijkheid ontvouwen. Terwijl hij korte tijd op aarde leeft, en naar het verleden, het heden en de toekomst kijkt, ziet hij zichzelf als een eeuwig wezen dat op God lijkt, een zoon van God, met een aantal eigenschappen van God. Hij kijkt naar de wereld en de mensen, in al hun verschillende fases, hij kent hun ware interesse, en met intelligentie van zijn celestiale Vader begrijpt hij hun oorsprong en toekomst. (…)

Zijn intelligentie, verlicht door God en nauwkeurig opgevolgd, zal zo uitgestrekt zijn als de wereld en zal zich door het heelal verspreiden. Zijn wet is de wet van liefde. Zijn heerschappij is de heerschappij van gerechtigheid voor iedereen. Hij heeft zijn naasten lief, en is goed voor hen. Hij heeft God lief en aanbidt Hem. Hij ziet de macht van de waarheid, die zich, net als het licht van God, in het heelal uitspreidt, alle werelden verlicht en doordringt waar mensen of engelen, God of hemellichamen bekend zijn. Daar houdt hij zich aan vast. De waarheid is zijn helm, zijn schild, zijn rots en zijn bescherming, in tijd en eeuwigheid. De mens noemt hem een dwaas omdat hij zich niet door hun dwaasheden laat leiden en hun grillige, destructieve spoor niet volgt. Maar terwijl zij zich aan schaduwen vasthouden, houdt hij zich aan de werkelijkheid vast. Hoewel zij tevreden zijn met een zwakke, vormeloze godsdienst, die tijdelijk populair is, maar niets met de eeuwigheid te maken heeft, en de hoogste, edelste beginselen van de mens onderdrukken, durft hij God te erkennen. En als hij Hem erkent, gehoorzaamt hij Hem en belijdt hij het geloof dat God hem heeft gegeven. Hij houdt zich aan alle waarheid vast, goddelijk en menselijk. Hij hoeft geen lievelingsleer te steunen of een lievelingsovertuiging in stand te houden. Behalve dwalingen heeft hij niets te verliezen. En hij heeft niets dan waarheid te winnen. Hij graaft, werkt en zoekt alsof hij op zoek is naar een verborgen schat. En als anderen tevreden zijn met kaf en vlies, neemt hij de graankorrel, de werkelijkheid, de essentie van al het goede, en houdt hij zich vast aan alles wat de mens verheft en verhoogt. (…)

Gingen de mensen van God vanouds volledig in de waarheid op? Wij ook. Kregen zij openbaringen en visioenen? Wij ook. Profeteerden zij? Wij ook. Sprak God met hen? Hij spreekt met ons. Profeteerden zij van de ‘wederoprichting aller dingen’? [Zie Handelingen 3:21.] Wij beweren dat die tijd nabij is. Profeteerden zij van een koninkrijk van God? Wij werken aan de opbouw daarvan. Waren er in hun tijd dienende engelen? Ze zijn er in onze tijd. Hadden zij profeten, apostelen, evangelisten, herders en leraars? Wij ook. Hadden zij de geest van profetie en openbaring? Wij ook. Keken zij uit naar de wederkomst van onze Heer en Heiland, Jezus Christus? Wij ook. Verwachtten zij dat God de goddelozen van de aarde zou verwijderen en een rechtschapen heerschappij zou introduceren? Wij ook. Zochten zij naar Jezus en de heiligen om op aarde te regeren? Wij ook. Wij zijn in feite op zoek naar dezelfde dingen als zij. Wij willen alles weten wat zij wisten en tot stand brengen wat zij geopenbaard hebben – de grootse voleinding die de wederoprichting aller dingen is. De mensen kunnen liegen en tekeergaan. Maar zij kunnen de plannen van God niet dwarsbomen, en de vooruitgang van de eeuwige waarheid niet tegenhouden. Zij gaat voorwaarts, voorwaarts, VOORWAARTS, en weerstaat alle tegenstand. (…)

De almachtige kracht van de eeuwige waarheid zal ongedeerd standhouden met het oog op de heerscharen die zich vergaderen. De naties zullen weten dat God in de hemel regeert.5

Waarheid, eeuwige waarheid, is de basis van de christelijke hoop: het is de enige vaste rots waarop wij kunnen bouwen. Als we die in de steek laten om een populaire leer te steunen, vallen we in het net van ontrouw, twijfelzucht, zonde en misleiding, en begeven we ons op de hoofdweg naar de ondergang. De macht van God zal altijd zorgen voor de mensen die de waarheid liefhebben en naleven.6

Het evangelie zal ons van waarheid tot waarheid leiden.

Het evangelie is bedoeld om ons van waarheid tot waarheid te leiden en van kennis tot kennis, totdat de tekst in vervulling zal gaan waarin staat dat wij zullen zien, zoals wij worden gezien, en kennen, zoals wij worden gekend [zie LV 76:94], zodat de een niet tegen de ander hoeft te zeggen: Kent de Here, want iedereen zal Hem kennen, van de kleinste tot de grootste [zie Jeremia 31:34], totdat het licht en de kennis van God op eenieder zal neerdalen en iedereen zich in het zonlicht van de eeuwige waarheid zal koesteren.7

Met betrekking tot onze godsdienst wil ik zeggen dat het ieder beginsel van waarheid en kennis omvat wat betreft ons als zedelijke, verstandelijke, sterfelijke en onsterfelijke wezens, in deze wereld of in de toekomende wereld. Wij staan open voor allerlei waarheid, ongeacht waar het vandaan komt of wie erin gelooft. Als waarheid wordt voorafgegaan door het woordje ‘alle’, wordt alles omvat wat ooit heeft bestaan of wat ooit zal bestaan en bekend is bij de mens in dit leven en in alle eeuwigheid. Het is de plicht van alle intelligente personen die aan God verantwoording moeten afleggen, om naar de waarheid te zoeken, en hun gedrag en koers in het leven door die waarheid te laten beïnvloeden, ongeacht alle vooroordelen, hoe oprecht en aannemelijk die ook mogen klinken.

Als heiligen der laatste dagen geloven wij ten eerste in het evangelie, en dat is erg belangrijk, want het evangelie omvat beginselen die dieper en verder reiken dan wat wij kunnen begrijpen. Het evangelie geeft ons inzicht in het bestaan en de eigenschappen van God. Het geeft ons ook inzicht in onze relatie ten opzichte van God en de verschillende taken die wij als zijn kinderen hebben. Het geeft ons inzicht in de verschillende taken en plichten die wij ten opzichte van onze familieleden, vrienden, de samenleving en de levenden en de doden hebben. Het ontvouwt de beginselen die met de toekomst te maken hebben. Volgens een van de oorspronkelijke discipelen brengt het ‘onvergankelijk leven aan het licht’ [zie 2 Timoteüs 1:10], brengt het ons in contact met God en bereidt het ons voor op verhoging in de eeuwige wereld.8

God heeft grote en glorierijke waarheden geopenbaard, en Hij is bereid om nog meer te openbaren als wij zijn leiding aanvaarden. Laten we ernaar streven om het beginsel na te leven dat Jezus ons op het hart heeft gedrukt – om de wil van onze Vader in de hemel te doen. Hij heeft gezegd: ‘Ik zoek niet mijn wil, doch de wil van Hem, die Mij gezonden heeft.’ [Johannes 5:30.] Wij zijn hier net als Hij hier was, en wij hebben net als Hij de plicht om de wil van onze hemelse Vader te doen. Wij moeten ons onderwerpen aan de wet van God, het woord van God en de wil van God.9

Wij mogen niet bang zijn om iets voor de waarheid op te offeren.

De mens is altijd tegen de waarheid in opstand gekomen, vanwege het contact met verdorven harten en goddeloze praktijken. De profeten zijn altijd vervolgd. Waarom? Omdat zij het woord van de Heer aan de mensen durfden te verkondigen. Stefanus heeft over hetzelfde onderwerp gezegd: ‘Wie van de profeten hebben uw vaderen niet vervolgd? Zelfs hebben zij hen gedood, die geprofeteerd hebben van de komst van de Rechtvaardige, van wie gij nu verraders en moordenaars geworden zijt.’ [Zie Handelingen 7:52.] Maar de mensen zeggen: ‘In deze tijd weten we dat zij goddeloos waren, en wij zouden zoiets nooit gedaan hebben.’ Dat zeiden de Joden tegen Jezus, en toch hebben zij Hem gekruisigd. (…)

De Heer heeft het evangelie hersteld zoals dat in de tijd van de apostelen bestond. Dit evangelie is niet in overeenstemming met de stelsels van de mens, die onverenigbaar en verschillend zijn. En in plaats van als eerlijke mensen de waarheden in de Bijbel te erkennen, waarin zij beweren te geloven, maar in werkelijkheid niet geloven, proberen ze hun wankelende stelsels en onschriftuurlijke beginselen te bedekken en zich in hun dekmantel van eigendunk te wikkelen. (…) Maar de waarheid zal voortgaan. De eerlijke mensen zullen uit hun slaap ontwaken. De doeleinden van God zullen vervuld worden. Het koninkrijk van God zal gevestigd worden. En (…) de waarheid zal trots standhouden, (…) en geen enkele macht kan de vooruitgang ervan in de weg staan.10

Ik wil u graag iets vertellen over mijn gevoelens toen ik voor het eerst in deze kerk kwam. Dat is lang geleden. Toen ik voor het eerst over het evangelie hoorde, moest ik toegeven dat het redelijk klonk. Ik hoopte bijna dat het niet waar was. ‘Als het waar is,’ zei ik, ‘zal ik er als eerlijk mens gehoorzaam aan moeten zijn, anders kan ik geen zelfvertrouwen hebben.’ Toen ik het bestudeerd had en tot de conclusie was gekomen dat het waar moest zijn, zei ik: ‘Ik sta er voor open, ik moet het aanvaarden, ik kan de beginselen van de eeuwige waarheid niet verwerpen.’ En ik wil ook zeggen dat ik altijd bereid ben geweest om een waarheid te aanvaarden die niet weerlegd kan worden. En dat geldt nog steeds.

Als iemand in de godsdienstige, politieke of wetenschappelijke wereld mij een waarheid voorlegt, ben ik bereid die te aanvaarden, ongeacht de herkomst. Iemand vraagt: u gelooft toch in de Bijbel? Ja. U gelooft in het Boek van Mormon? Ja. U gelooft in de Leer en Verbonden? Ja. Ik geloof alles wat God ooit heeft geschreven of gesproken, alles wat we op schrift hebben, en ik ben bereid om alles te geloven wat Hij het mensdom openbaart. Wij beweren in alle waarheid te geloven, en door alle waarheid geleid te worden.11

Toen ik lid van deze kerk werd, verwachtte ik vervolging en verwerping. Ik verwachtte dat de leden vervolgd zouden worden. Maar ik geloofde dat God had gesproken, dat de eeuwige beginselen van de waarheid geopenbaard waren, en dat het werk dat voor God verricht moest worden in strijd was met de denkwijze, de ideeën en de mening van de mensen. En ik dacht dat ik mijn leven zou moeten opofferen. (…) Als zij in het verleden Jezus vermoord hebben, zou dan in deze tijd niet hetzelfde gevoel en dezelfde invloed heersen? Ik heb vanaf het begin de kosten afgewogen, en ik was bereid om ze te betalen.12

De Heer is door middel van eenvoudige middelen in staat om voor zijn volk te zorgen en het te verlossen. Maar dan moeten ze wel geloof en vertrouwen hebben. Als zij in een hoek gedreven worden, mogen ze niet bang zijn om een offer voor de waarheid te brengen. Alles zal goed komen, of we nu leven of sterven, in dit leven of in de eeuwigheid.13

Wij moeten naar de waarheid blijven zoeken en die aanvaarden.

Wij zijn op zoek naar de waarheid. We zijn aan die zoektocht begonnen en wij zoeken nog steeds. En als wij een waar beginsel vinden – door een mens, God of de heilige engelen geopenbaard – aanvaarden we het en wordt het een onderdeel van onze godsdienstige overtuiging.14

Een mens die op zoek naar waarheid is, hoeft geen bijzonder stelsel te handhaven, geen bijzondere leer te verdedigen en geen theorie hoog te houden. Hij aanvaardt alle waarheid, en die waarheid werpt, net als de zon in het uitspansel, prachtige stralen op de hele schepping. Als de mens zich van vooroordeel ontdoet, en oprecht en met een gebed in het hart naar de waarheid op zoek gaat, is die overal te vinden.15

Een van de belangrijkste redenen dat de mensen zo vaak gefaald hebben bij het zoeken naar filosofische waarheid is dat ze die met hun eigen wijsheid hebben gezocht, en prat gaan op hun eigen intelligentie. Ze hebben God niet om de wijsheid gevraagd waarmee het heelal wordt vervuld en alles wordt bestuurd. Dat is een van de grote problemen van de hedendaagse filosofen. De mens beweert de uitvinder te zijn van alles wat hij ontdekt. Hij maakt zelf aanspraak op iedere nieuwe wet en ieder nieuw beginsel dat hij ontdekt, in plaats van God de eer te geven.16

Voor mij is niets waardevoller dan de beginselen van de eeuwige waarheid, de beginselen van eeuwige levens, het eeuwig heil en eeuwige verhoging in het koninkrijk van God. Maar wij moeten ze begrijpen, want als we ze niet begrijpen, hoe waar ze ook zijn, zijn ze voor ons niet nuttig.17

Wij staan voor alle waarheid open, wat voor soort waarheid dan ook. Wij verlangen die te verkrijgen en te bezitten, en wij zoeken ernaar als naar een verborgen schat. En wij willen de kennis van God gebruiken om alle kennis te ontvangen die Hij anderen heeft gegeven. Wij vragen Hem om ons zijn wil te openbaren, met betrekking tot de dingen die het best gebruikt kunnen worden om het geluk en het welzijn van de mens te bevorderen.

Als er goede beginselen of morele denkbeelden zijn die wij nog niet hebben ontvangen, willen we die graag leren. Als er iets in de wetenschappelijke wereld is dat wij nog niet begrijpen, willen we er graag van op de hoogte worden gesteld. Als er een filosofie bestaat om het welzijn van de mens te bevorderen, en wij die nog niet hebben begrepen, willen we die graag in ontvangst nemen. Als er iets op politiek of regeringsgebied is dat wij nog niet begrijpen, willen we dat graag in ontvangst nemen. Als er religieuze denkbeelden, theologische waarheden of godsdienstige beginselen zijn die wij nog niet geleerd hebben, dan vragen we de mensheid en bidden we God, onze hemelse Vader, om ons verstand te verlichten, zodat we ze als onderdeel van onze godsdienstige overtuiging mogen begrijpen, aanvaarden en naleven. Daarom strekken onze denkbeelden en gedachten zich over de hele wereld uit en aanvaarden we alles wat met het licht, het leven of het bestaan van deze wereld of de komende wereld te maken heeft. (…) Dan zouden onze denkbeelden en gedachten naar de kennis van de Goden streven, die in de eeuwige werelden leven. Dan zouden we alles aanvaarden wat goed, edel en voortreffelijk is en wat bestemd is om het welzijn van de mens te bevorderen.

Er is geen mens of groep mensen die ons wat deze zaken betreft de weg hebben gewezen. Er zijn geen leerstellingen of theorieën in de wereld waarnaar wij luisteren, tenzij ze aan de hand van de beginselen van de eeuwige waarheid zijn getoetst. Wij onderzoeken en bestuderen alles wat ons wordt voorgelegd, zorgvuldig en kritisch. En als er nieuwe waarheden aan het licht komen, willen we die graag als onderdeel van ons systeem opnemen.18

Als er enige waarheid in de hemel, op aarde of in de hel is, wil ik die aanvaarden. Het maakt mij niet uit in wat voor vorm die is gegoten of wie erin gelooft. Het kan mij niet schelen of die populair of onpopulair is. Waarheid, eeuwige waarheid, wil ik aanvaarden en ervaren.19

Ideeën voor studie en bespreking

  • Wat voor bronnen van eeuwige waarheid hebben we? Hoe kunt u beter aan die bronnen gehoor geven?

  • Hoe leidt het evangelie ons ’van waarheid tot waarheid’? Wat voor veranderingen hebt u door het leren en aanvaarden van nieuwe waarheden ervaren?

  • Wat voor offers heeft u, of iemand die u kent, voor de waarheid gebracht? Wat voor zegeningen zijn daaruit voortgekomen?

  • Veel dienstknechten van God zijn voor de waarheid gestorven. Hoe kunnen we met dezelfde toewijding voor de waarheid leven?

  • Waarom zou de eeuwige waarheid zo vaak door de wereld worden bestreden? Hoe kunnen wij kinderen de eeuwige waarheid helpen herkennen en aanvaarden? Wat kunnen wij als gezin doen om onze toewijding aan de waarheid te versterken?

  • Waarom is het belangrijk om voortdurend ons begrip van de waarheid te vergroten? Hoe kunnen wij de raad van president Taylor opvolgen om naar de waarheid te blijven zoeken? Hoe kunnen wij waarheid van dwaling onderscheiden?

  • Wat voor waarheden van het evangelie vindt u vooral inspirerend en opbouwend? Hoe kunt u als lid van de kerk anderen het evangelie helpen begrijpen en aanvaarden?

Relevante teksten: Filippenzen 4:8; 1 Tessalonicenzen 5:21; Alma 32:28–29; Moroni 10:4–5; LV 45:57; 93:24; Geloofsartikelen 1:13

Noten

  1. The Gospel Kingdom, samengesteld door G. Homer Durham (1943), blz. 48.

  2. B. H. Roberts, The Life of John Taylor (1963), blz. IV.

  3. The Life of John Taylor, blz. 37–38.

  4. The Life of John Taylor, blz. 20.

  5. The Gospel Kingdom, blz. 1–3.

  6. K. Groves, Three Nights’ Public Discussion between the Revds. C. W. Cleeve, James Robertson, and Philip Later, and Elder John Taylor, of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints (1850), blz. 28.

  7. Deseret News: Semi-Weekly, 16 mei 1866, blz. 2.

  8. The Gospel Kingdom, blz. 93.

  9. Deseret News: Semi-Weekly, 10 juni 1884, blz. 1.

  10. K. Groves, Three Nights’ Public Discussion, blz. 6–7.

  11. The Gospel Kingdom, blz. 369; alinea-indeling gewijzigd.

  12. The Gospel Kingdom, blz. 369–370.

  13. The Gospel Kingdom, blz. 355.

  14. The Gospel Kingdom, blz. 47.

  15. The Gospel Kingdom, blz. 94.

  16. The Gospel Kingdom, blz. 47.

  17. The Gospel Kingdom, blz. 48.

  18. The Gospel Kingdom, blz. 48–49; alinea-indeling gewijzigd.

  19. Deseret News (wekelijkse uitgave), 26 januari 1854, blz. 2.

Afbeelding
wheat

‘Als anderen tevreden zijn met kaf en vlies, (…) neemt [de mens van God] de graankorrel, de werkelijkheid, de essentie van al het goede.’