Leringen van kerkpresidenten
Het leven en de bediening van John Taylor


Het leven en de bediening van John Taylor

Toen Brigham Young op 29 augustus 1877 overleed, was John Taylor 68 jaar oud. De volgende drie jaar leidde president Taylor de kerk als president van het Quorum der Twaalf Apostelen. Tijdens de algemene conferentie op 10 oktober 1880 werd hij gesteund als profeet, ziener en openbaarder, en president van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, een positie die hij tot zijn dood op 25 juli 1887 heeft bekleed. Als president en tijdens zijn jaren als apostel was John Taylor altijd bereid om het evangelie te verkondigen en te verdedigen. Tijdens een van de moeilijkste periodes in de geschiedenis van de kerk was hij een grote bron van kracht en leiding voor de heiligen.

Beschrijving van president Taylor

President Taylor wordt beschreven als een man die er goed uitzag, ruim één meter tachtig lang, met een hemelse uitstraling. Zijn haar was sneeuwwit en zijn huid was gebruind. Met zijn edele en waardige houding ‘was hij geen man bij wie men, hoe goed bevriend ook, vriendschappelijk op de schouders kon slaan of die men naar zich toetrok als men hem de hand schudde. Iets dergelijks zou net zo min op zijn plaats zijn geweest bij een trots gekroonde vorst.’1 Toch was er geen hoogmoed in zijn karakter; hij was ten opzichte van anderen hoffelijk, beleefd en vriendelijk. ‘Wie zich in zijn nabijheid bevond, persoonlijk of in het openbaar, voelde intuïtief aan dat hij zich in de nabijheid van een groot man bevond, een eerzaam en verdienstelijk mens.’2

Sir Richard Burton, een Brits schrijver en wereldreiziger die president Taylor heeft ontmoet, beschreef hem als ‘vastberaden, knap, enigszins ouwelijk, met vriendelijke grijze ogen, een prettige gelaatsuitdrukking en een markant voorhoofd.’3 Een andere historicus heeft geschreven: ‘Toen ik in 1884 aan hem werd voorgesteld, de heer Taylor was toen in zijn 77ste jaar, kwam er (…) een grijzende, vriendelijke man op me af, van gemiddelde lengte; met een goed figuur; een lang, ovaal gezicht; grijze, diepe, doordringende ogen; een vierkant, breed voorhoofd; en stevig dichtgeklemde lippen; met een vastberaden en enigszins melancholische uitstraling, zoals verwacht mag worden van iemand die zo veel beproevingen heeft doorstaan.’4

Zijn jonge jaren

John Taylor, geboren in 1808, in Westmoreland, in het noordwesten van Engeland, was gezegend met nederige, vriendelijke en liefdevolle ouders. Zij hadden hem geleerd om de Bijbel te lezen en te geloven, op God te vertrouwen en op Christus te hopen. Zijn ouders, James en Agnes Taylor, hadden hem kort na zijn geboorte in de anglicaanse kerk laten dopen. Door zijn opvoeding in de anglicaanse kerk had hij grote waardering voor heilige teksten en muziek, bijbelonderwijs en het gebed, persoonlijk en in het openbaar. Een diepe en blijvende toewijding en liefde jegens God waren eigenschappen die John Taylor als kind had ontwikkeld. ‘Al op jonge leeftijd had ik geleerd om God aan te roepen’, zei hij tegen de heiligen der laatste dagen toen hij president van de kerk was geworden. Tk ben vaak de natuur ingegaan om mij, geknield achter een struik, voor God te buigen en Hem om leiding te vragen. En hij heeft mijn gebed gehoord. (…) Dat was de houding die ik als kleine jongen had. (…) Ik hield mij toen veel met God bezig; en dat doe ik nog steeds.’5

Als kleine jongen had hij ‘in een visioen een engel in de hemel gezien, met een trompet in zijn mond, waarmee hij een boodschap aan alle landen verkondigde.’ Hoewel hij de profetische aard van dat visioen pas later in zijn leven begreep, bleef hij tijdens zijn tienerjaren dicht bij de Heer leven. Hij schreef: ‘Als ik alleen was, en soms in het gezelschap van anderen, hoorde ik mooie, zachte, aangename muziek, alsof die door engelen of buitennatuurlijke wezens ten gehore werd gebracht.’6

Toen hij zestien jaar was, verliet hij de anglicaanse kerk en werd hij methodist. Het jaar daarop werd hem gevraagd om lekenpredikant in die kerk te worden – een uitzonderlijke taak voor zo’n jongeman. De moed die uit zijn overtuiging voortkwam, was toen al een kenmerk van zijn leven – een overtuiging die op zijn eigen ervaringen gebaseerd was. In diezelfde periode kreeg hij sterk de indruk dat God hem had geroepen om op zekere dag het evangelie in de Verenigde Staten van Amerika te prediken.

Zijn zoektocht naar het koninkrijk van God

In 1830 emigreerden de ouders van John Taylor met hun gezin naar Toronto (Canada), en lieten hem in Engeland achter om de boerderij te verkopen en andere zaken af te wikkelen. Toen hij daarmee klaar was, verliet hij Engeland per schip naar New York City. Tijdens de reis kwam het schip in een zware storm terecht, waarin al verscheidene andere schepen averij hadden opgelopen. De kapitein en de officieren waren bang dat het schip zou zinken, maar de Geest getuigde tot John Taylor: ‘Je moet in Amerika het evangelie nog prediken.’ President Taylor heeft daarover het volgende gezegd: ‘Ik was zo overtuigd van mijn bestemming dat ik rond middernacht het dek opging en me midden in de storm net zo rustig voelde alsof ik thuis in de huiskamer zat. Ik geloofde dat ik Amerika zou bereiken om mijn werk te verrichten.’7 Hij kwam veilig in New York aan, en na een aantal maanden was hij met zijn ouders in Toronto verenigd, waar hij actief in de methodistische kerk bleef en begon te prediken. In die tijd ontmoette hij Leonora Cannon, een toegewijd methodiste die pas vanuit Engeland naar Canada was geëmigreerd. Ze hadden allebei een diepe godsdienstige overtuiging en liefde voor onderwijs, cultuur en elkaar. Ze trouwden op 28 januari 1833 in Toronto.

In Canada gaf hij zich met een groep vrienden over aan serieuze bijbelstudie om zo zijn begrip van de waarheid te vergroten. In die tijd van intensieve studie werd ouderling Parley P. Pratt, lid van het Quorum der Twaalf Apostelen, op zending naar Toronto geroepen.

Toen hij in Toronto aankwam, sprak ouderling Pratt met verschillende predikanten en gemeenteambtenaren en vroeg of hij ergens mocht prediken. Zijn verzoek werd geweigerd. Zelfs John Taylor, die al veel geruchten over de kerk had gehoord, stond aanvankelijk niet open voor ouderling Pratt. Zonder hoop op succes besloot ouderling Pratt Toronto te verlaten. Hij ging langs de familie Taylor om afscheid te nemen. Omdat hij de indruk had dat ouderling Pratt een man van God was, bood de buurman van John Taylor hem voedsel en onderdak aan en een plaats om bijeenkomsten te houden. Ouderling Pratt aanvaardde het aanbod en werd al snel voor gesteld aan de vrienden van John Taylor die gezamenlijk op zoek naar de waarheid waren.

John Taylor begon de leerstellingen van de kerk grondig te onderzoeken. ‘Drie weken lang heb ik me er volledig in verdiept’, zei hij. ‘Ik heb broeder Parley van plaats tot plaats gevolgd.’ Hij schreef de leringen die ouderling Pratt tijdens zijn toespraken aanhaalde op, bestudeerde ze en vergeleek ze met de Schriften. Uiteindelijk getuigde de Heilige Geest dat de boodschap van ouderling Pratt waar was en lieten John en Leonora Taylor zich op 9 mei 1836 dopen. Hij heeft later getuigd dat hij ‘sindsdien nooit meer aan een beginsel van het mormonisme getwijfeld heeft.’8

Getrouw nieuw lid en leider

Kort nadat hij lid van de kerk was geworden, werd John Taylor geroepen als presiderend functionaris van de kerk in Canada, een positie die hij iets meer dan een jaar heeft bekleed. Zijn kerktaak bracht met zich mee dat hij veel moest reizen, maar hij predikte het evangelie onvermoeibaar en zag toe op de grote hoeveelheid geestelijke en aardse zaken van de kerk in dat gebied. Een van zijn grootste verlangens was om de profeet Joseph Smith te ontmoeten. In maart 1837 reisde hij naar Kirtland (Ohio) waar hij door de profeet thuis ontvangen werd. Hij beschreef het gevoel als ‘een elektrische schok’ toen hij de profeet de hand schudde.9 Bij de familie Smith thuis vertelde de profeet hem veel meer over het werk in de laatste dagen. Er ontstond al snel een band van vriendschap en vertrouwen die nooit meer verbroken zou worden.

In Kirtland kreeg John Taylor ook veel kritiek op de profeet Joseph Smith te horen. Er waren herhaaldelijk bijeenkomsten van afvalligen die de profeet kritiseerden. Tegen het eind van zo’n bijeenkomst in de Kirtland-tempel, vroeg ouderling Taylor of hij iets mocht zeggen, en hij verdedigde de profeet onverschrokken. ‘Het was Joseph Smith die in opdracht van de Almachtige de fundamentele beginselen heeft ontwikkeld’, zei hij. ‘En van hem kunnen we verdere instructies verwachten. Als de geest waar hij blijk van geeft geen zegeningen voortbrengt, dan ben ik bang dat de geest van de mensen die hebben gesproken daar helemaal niet toe in staat is. Vroeger kwamen de Israëlieten in opstand en vervielen tot afgoderij nadat ze de macht van God in hun midden hadden aanschouwd, en er is een groot gevaar dat wij hier hetzelfde doen.’10 Hoewel veel afvalligen op hun weg voortgingen, werden de getrouwe heiligen gesterkt door de oprechtheid en overtuiging van ouderling Taylor.

Zijn roeping en werk als apostel

In het najaar van 1837 kreeg John Taylor van Joseph Smith de opdracht om naar Far West (Missouri) te verhuizen en een vacature in het Quorum der Twaalf Apostelen te vervullen (hij is in december 1838 officieel geordend). Over zijn kans om als apostel werkzaam te zijn, heeft John Taylor gezegd: ‘Het werk leek veelomvattend, de taken moeilijk en belangrijk. Ik voelde mijn eigen zwakte en nietswaardigheid; maar ik was vastberaden om mijn roeping met de hulp van de Heer groot te maken.’11 Zijn nederigheid jegens God en zijn verlangen om door Hem geleid te worden, zouden de kenmerken worden van het kerkwerk van ouderling Taylor. Toen hij president van de kerk was geworden, zei hij tegen de heiligen: Tk heb geen eigen ideeën, alleen die van God; daar moet u ook naar streven. Sommige mensen willen graag hun eigen wil doordrijven en hun eigen denkbeelden uitvoeren. Ik heb dergelijke gedachten niet, maar ik heb het verlangen om de wil van God te leren kennen en uit te voeren.’12

Getuige van de martelaarsdood

Als apostel was ouderling Taylor een trouwe medewerker van de profeet Joseph Smith. Over de vriendschap van ouderling Taylor met de profeet heeft ouderling Franklin D. Richards van de Twaalf het volgende gezegd: ‘Er zijn maar weinig mensen geweest die zo’n warme, persoonlijke band met de profeet Joseph Smith hebben gehad als John Taylor. Die hechte vriendschap vond haar volmaking in de kogels waarmee hij in het bijzijn van de profeet in Carthage Jail werd geraakt.’13

Een van de moeilijkste momenten in het leven van ouderling Taylor was de martelaarsdood van de profeet Joseph Smith. Ouderling Taylor ging vrijwillig naar Carthage Jail, waar de profeet en zijn broer Hyrum sinds 25 juni 1844 ten onrechte gevangenzaten. Het werd al snel duidelijk dat de bende in Carthage hen niet zou vrijlaten en dat ze in gevaar verkeerden. Op 27 juni waren er andere leden uit Nauvoo naar Carthage gekomen om gerechtigheid te eisen. Maar die middag bleven alleen ouderling Taylor en mede-apostel Willard Richards in de gevangenis bij Joseph en Hyrum. Met het plan om de profeet Joseph met de broeders uit Nauvoo te bevrijden, zei ouderling Taylor: ‘Broeder Joseph, als u toestemming geeft kan ik u binnen vijf uur uit deze gevangenis krijgen, al moet het gebouw gesloopt worden.’14 Joseph gaf daar geen toestemming voor.

Naarmate de middag van 27 juni vorderde, werden de vier mannen steeds bedroefder. Omdat hij zo’n prachtige stem had, vroegen ze twee keer aan ouderling Taylor of hij ‘Een arme zwerver, moed’ en mat’ wilde zingen om hen enigszins op te monteren. Vlak nadat hij de lofzang voor de tweede keer had gezongen, stormde een bende, de gezichten zwartgemaakt, de trap van de gevangenis op. Hyrum Smith en Willard Richards zetten onmiddellijk hun schouders tegen de deur om die te blokkeren. Toen de eerste schoten door de deur kwamen, werd Hyrum geraakt en gedood. De bende bleef schieten en al snel konden ze hun geweren door de halfgeopende deur steken. Ouderling Taylor stond naast de deur en probeerde met een zware wandelstok de geweerlopen neer te slaan. ‘Het was een verschrikkelijk tafereel’, zei ouderling Taylor. ‘Vuurstralen zo dik als mijn arm vlogen langs me heen en (…) de dood leek onvermijdelijk. Ik dacht dat mijn tijd was aangebroken, maar ik weet niet in welke moeilijke situatie ik ooit kalmer, rustiger en energieker ben geweest, en sneller en besluitvaardiger heb gehandeld.’15

Tijdens dit schouwspel zei de profeet Joseph, die de bende ook had geprobeerd tegen te houden, tegen ouderling Taylor: ‘Goed zo, broeder Taylor, houd ze zoveel mogelijk tegen.’16 Dat waren de laatste woorden die hij de profeet op aarde hoorde spreken.17 Zich bewust van het feit dat ze hun positie achter de deur niet konden behouden, sprong ouderling Taylor naar het raam. Toen hij naar buiten wilde springen, werd hij door iemand in de gevangenis in zijn linkerdij geraakt. Hij lag even hulpeloos op de vensterbank en viel bijna naar buiten, maar een schot van buiten raakte het horloge in zijn borstzak waardoor hij naar binnen werd geworpen. Ouderling Taylor probeerde toen onder een bed in de kamer te kruipen. Toen hij dat deed, werd hij nog drie keer geraakt. Een kogel raakte hem vlak onder zijn linkerknie, en die is nooit verwijderd. Een andere kogel kwam in de palm van zijn hand terecht. Een derde kogel veroorzaakte een grote vleeswond aan zijn linkerheup. Hoewel hij ernstig gewond was en veel pijn leed, overleefde ouderling Taylor de aanval en werd hij door verscheidene heiligen mee naar zijn huis in Nauvoo genomen.

Vlak nadat ouderling Taylor was geraakt, probeerde ook de profeet Joseph uit het raam van de gevangenis te springen, maar hij werd onmiddellijk geraakt en viel buiten op de grond. Ouderling Taylor heeft later opgeschreven dat hij ‘een vervelend, eenzaam, ziekmakend gevoel had’18 toen hij hoorde dat de profeet was gedood.

In Leer en Verbonden 135 staat een verslag van de martelaarsdood, opgeschreven door ouderling Taylor. Er staan in deze afdeling niet veel details van de gebeurtenis, maar het is een krachtig getuigenis van de profeet Joseph Smith: ‘Joseph Smith, de Profeet en Ziener des Heren, heeft, Jezus alleen uitgezonderd, meer voor de zaligheid des mensen in deze wereld gedaan dan enig ander persoon, die ooit op aarde heeft geleefd. (…) Hij was een groot man, en hij stierf als een groot man in de ogen van God en van zijn volk; en zoals de meesten van de gezalfden des Heren in oude tijden heeft hij zijn zending en zijn werken met zijn bloed bezegeld.’19

Verdediger van het geloof

Als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft ouderling Taylor zijn tijd en talenten aan de verkondiging en verdediging van het evangelie toegewijd. Met zijn schrijverskwaliteiten is hij werkzaam geweest als redacteur van de Times and Seasons, de Wasp, en de Nauvoo Neighbor, allemaal in Nauvoo. Later, als presiderend functionaris van de kerk in de oostelijke staten, heeft hij The Mormon uitgegeven, een weekblad in New York met daarin de leerstellingen van de kerk. Zijn geschriften omvatten twee leerstellige boeken, The Government of God en An Examination into and an Elucidation of the Great Principle of the Mediation and Atonement of Our Lord and Savior Jesus Christ (uitgegeven toen hij president van de kerk was). Zijn vaardigheid in schrijven en publiceren heeft hem de titels ‘Verdediger van het geloof’ en ‘Kampioen van de waarheid’ onder de leden opgeleverd. President Brigham Young heeft over ouderling Taylor gezegd: ‘Ik beweer dat hij een van de sterkste verstandelijke vermogens op aarde heeft; hij is een man vol kracht en macht. (…) Hij is een van de beste redacteuren ooit.’20

Naast zijn verkondiging van het evangelie door middel van het geschreven woord, is ouderling Taylor vier keer op zending geweest: twee keer in Groot-Brittannië, een keer in Frankrijk en Duitsland en een keer in New York. Bij elkaar opgeteld is hij meer dan zeven jaar op zending geweest. Hoewel deze lange afwezigheid van zijn dierbaren veel offervaardigheid vereiste, heeft zijn overtuiging van het werk van de Heer nooit gewankeld. In een brief aan zijn gezin tijdens een van zijn zendingen heeft hij het volgende geschreven: ‘Ik ben met het werk van mijn Meester bezig; ik ben een dienaar van Jehova en moet zijn wil aan de wereld verkondigen. Ik open de deur van het leven voor een machtig land, aan miljoenen publiceer ik de beginselen van leven, licht en waarheid, van intelligentie en eeuwig heil; om hun ketenen te verbreken, de onderdrukten te bevrijden, de afgedwaalden terug te winnen, hun denkbeelden te corrigeren, hun normen te verbeteren, hen te redden van ontaarding, ondergang en ellende, en hen te leiden naar het licht, het leven, de waarheid en de celestiale heerlijkheid. Stemmen uw gevoelens niet overeen met de mijne? Volgens mij wel.’21

Echtgenoot en vader

Ondanks zijn enorme verplichtingen in de kerk was John Taylor een zorgzame en liefdevolle echtgenoot en vader. Hij koesterde de tijd die hij met zijn gezin kon doorbrengen en maakte vaak gebruik van gelegenheden om van hun aanwezigheid te genieten en hen te onderwijzen. Daarom was hij thuis zo geliefd. Zijn zoon, Moses W. Taylor, heeft later geschreven: ‘Zijn kinderen hadden zoveel respect voor hem dat zij hem altijd tevreden wilden stellen.’22

In de omgang met zijn kinderen was John Taylor een voorbeeld van warmte, vriendelijkheid en humor. Zijn zoon Ezra Oakley Taylor heeft over de volgende ervaring verteld:

‘Toen ik jong was, werden de zondagmiddagbijeenkomsten in de tabernakel gehouden. Er werd van ons allemaal verwacht dat wij daar waren. Later moesten we ook vertellen wie er gesproken had, waarover, wie er gebeden had en welke lofzangen we hadden gezongen. Op een zondag besloten we om niet te gaan en vroegen we een van onze vrienden om ons de nodige informatie te geven. Op de [gezins]raad vroeg vader uiteraard wie er gesproken had en waarover. Mijn vriend had gezegd dat hij het zich niet zo goed kon herinneren, maar ik herhaalde toch zijn woorden: “O, het was een ouwe zemelaar. Ik kan me zijn naam niet herinneren, maar er was niks aan.” Met een schittering in zijn ogen zei vader: “Die ouwe zemelaar was je vader” en hij ging verder met de gezinsraad.’23

Als apostel en later als president van de kerk moedigde president Taylor de heiligen voortdurend aan om hun gezin lief te hebben en te versterken. Hij moedigde de leden van de kerk aan om als gezin een avond per week te besteden aan evangeliestudie en amusement. Als zij dat gebruik zouden toepassen, beloofde hij hun ‘gemoedsrust en liefde, reinheid en vreugde, waardoor [hun] gezinsleven ideaal zou zijn.’24

President van de kerk

In de jaren dat president Taylor de kerk als president van het Quorum der Twaalf Apostelen en later als president van de kerk leidde, bleef hij vol energie en toewijding de heiligen opbouwen.

Orde en rechtschapenheid in het priesterschap

Een van zijn belangrijkste werkzaamheden als president van de kerk was de orde die hij in de priesterschapsquorums bracht en zijn aanmoediging om de taken van het priesterschap te vervullen. Hij gaf de bisschoppen de opdracht om in hun wijk wekelijks een priesterschapsvergadering te houden en hij adviseerde de ringpresidenten om maandelijks een priesterschapsvergadering van de ring te houden. Ouderling B. H. Roberts heeft geschreven: ‘Wie herinnert zich niet hoe oprecht en krachtig hij tijdens conferenties en andere bijeenkomsten de ringpresidenten en bisschoppen aanmoedigde om orde in de priesterschap en de hulporganisaties te brengen?’25

Door middel van een openbaring aan president Taylor in oktober 1882 gaf de Heer de heiligen, maar vooral de priesterschapsdragers, de opdracht om zich te organiseren en zondeloos te leven. De volgende alinea’s zijn een samenvatting uit die openbaring:

‘En laten de ringpresidenten zichzelf ook zuiveren, en de priesterschapsdragers en de leden van de ring die zij presideren. En laten zij de priesterschap in hun ring volgens mijn wet organiseren, in alle afdelingen, in de hoge raad, in het ouderlingenquorum, in de bisschappen en in de quorums van de priesters, leraren en diakenen, zodat ieder quorum volgens de orde van mijn kerk georganiseerd zal zijn. (…)

‘En laat de priesterschap zich voor Mij vernederen en niet hun eigen wil maar mijn wil nastreven; want als mijn priesterschap, door Mij gekozen en geroepen, en begiftigd met de geest, de gaven en machten van hun roeping, Mij niet erkennen, zal Ik hen niet erkennen, zegt de Here; want Ik moet door mijn priesterschap geëerd en gehoorzaamd worden.

‘En dan zal ik mijn priesterschap en alle mensen oproepen om zich van al hun zonden en tekortkomingen te bekeren, van hun hebzucht, hoogmoed en eigenwijsheid, en van alles waarin zij tegen Mij zondigen; en ernaar te streven als priesterschap, heiligen en mijn volk mijn wet nederig te vervullen. En ik roep alle gezinshoofden op om hun huis in overeenstemming met de wet van God te organiseren, en de verschillende taken die daarbij horen te vervullen, en zich voor Mij te zuiveren en alle goddeloosheid uit hun gezin te verwijderen. En Ik zal bij u zijn en u zegenen, zegt de Here, en u zult in heilige plaatsen bijeenkomen om Mij aan te roepen en te vragen wat goed voor u is. En Ik zal uw gebeden verhoren en mijn geest en kracht zullen bij u zijn, en mijn zegen zal rusten op u, uw gezin, uw huis, uw kudden en velden, uw boomgaarden en wijngaarden, en al uw bezittingen; en u zult mijn volk zijn en Ik zal uw God zijn.’26

De heiligen vervolmaken

Om het begrip van het evangelie onder de heiligen te vergroten, heeft president Taylor in de hele kerk een ringconferentie per kwartaal ingesteld. Waar mogelijk woonde hij deze conferenties bij. Als dat niet mogelijk was, stuurde hij een lid van het Quorum der Twaalf Apostelen. Ouderling B. H. Roberts van de Zeventig heeft daar het volgende over geschreven: ‘De heiligen ontvingen veel onderricht en instructies van de apostelen, waarschijnlijk meer dan voorheen in de geschiedenis van de kerk. Het gevolg was een grote geestelijke bewustwording van de heiligen.’27 Een andere belangrijke gebeurtenis die al vroeg in zijn presidentschap plaatsvond, was de officiële oprichting van het jeugdwerk in 1878, om de kinderen in de kerk doelmatiger te onderwijzen. President Taylor bleef ook nadruk leggen op het belang van zendingswerk, en het aantal zendelingen dat werd uitgezonden om het evangelie te verkondigen nam toe.

In zijn vele verhandelingen moedigde president Taylor de heiligen aan om in alle aspecten van het leven hun taken te vervullen, als familielid, kerklid, medemens of burger. Hij leerde de heiligen dat als zij gehoorzaam waren en op de Heer vertrouwden, ze niets te vrezen hadden. Hij zei dat ‘God aan de kant van Israël zou staan, als Israël zich aan de juiste kant zou bevinden.’28

Bescherming van de vrijheid

Hoe sterk de overtuigingen van president Taylor ook waren, hij had altijd respect voor individuele vrijheid en kwam daar ook voor op. In zijn jaren als apostel in Nauvoo werd hij de ‘Kampioen van de vrijheid’ genoemd, en als president van de kerk bleef hij inhoud aan die titel geven. In een tijd dat de heiligen een overweldigende meerderheid in Utah vormden, sprak president Taylor herhaaldelijk over godsdienstvrijheid en gewetensvrijheid voor alle mensen. Hij zei: ‘We vellen soms een overhaast oordeel over mensen die anders denken dan wij. Zij hebben het recht om te denken wat ze willen; net als wij. Als daarom iemand iets anders gelooft dan ik, gaat dat mij niets aan. En als ik iets anders geloof dan hij, gaat hem dat niets aan. Zou u een mens beschermen die iets anders gelooft dan u? Ja, tot het uiterste. Hij heeft evenveel recht als ik; en ik verwacht van hem dat hij mijn rechten beschermt.’29

Voor president Taylor gold het belang van vrijheid ook in de kerk. In raadsvergaderingen moedigde hij de leden altijd aan om vrij hun mening te uiten. Hoewel hij het belang van eenheid goed begreep, vond hij dat ware eenheid door vrijheid werd bereikt.

Tijden van beproeving

De omstandigheden van de heiligen in de Verenigde Staten bleken zijn vrijheidsideaal op de proef te stellen. Sinds de tijd van Joseph Smith in Nauvoo hadden de heiligen in opdracht van de Heer het meervoudig huwelijk gepraktiseerd. Tussen 1860 en 1880 werden er door de regering van de Verenigde Staten wetten uitgevaardigd om het meervoudig huwelijk onwettig te verklaren en het Territorium Utah en de bewoners geen positie als staat toe te kennen. Ervan overtuigd dat de wetten in strijd waren met de godsdienstvrijheid die in de grondwet genoemd wordt, gebruikte de kerk haar invloed om de zaak aan het hooggerechtshof van de Verenigde Staten voor te leggen. In 1879, slechts twee jaar nadat president Taylor de leiding van de kerk op zich had genomen, handhaafde het hooggerechtshof van de Verenigde Staten de anti-polygamiewet van 1862. In 1882 en opnieuw in 1887 aanvaardde het Congres van de Verenigde Staten wetsvoorstellen waardoor de regering toestemming kreeg om de kerk als wettige organisatie te ontbinden en alle bezittingen van de kerk boven vijftigduizend dollar in beslag te nemen (inclusief vier tempels die in aanbouw waren, de Tabernakel, kerkgebouwen en veel andere bezittingen). Deze wetsvoorstellen waren bedacht om de fundamentele burgerrechten van de heiligen af te nemen, waaronder het stemrecht. Door deze ontwikkelingen konden de heiligen der laatste dagen die het meervoudig huwelijk praktiseerden wettelijk worden vervolgd. De kerk bleef in hoger beroep gaan, maar dat had geen zin.

Te midden van alle opschudding over polygamie, kreeg president Taylor te horen dat de regering van plan was om hem te arresteren. Nu alle wettelijke middelen uitgeput waren, moest hij beslissen of hij God of de mens zou gehoorzamen. In zijn laatste openbare toespraak zei hij tegen de heiligen: ‘Als eerzaam mens kan ik niet ongehoorzaam aan mijn God zijn (…) en ik kan deze heilige en eeuwige plichten niet vertrappen die God mij heeft gegeven en die tot in de eeuwigheid reiken.’30 Vanaf de dag dat hij deze toespraak hield tot aan de dag van zijn dood bijna tweeënhalf jaar later verschool hij zich op verschillende plaatsen in Utah. In plaats van zich van de instructies van de Heer over het meervoudig huwelijk af te keren, koos president Taylor ervoor om onder te duiken, zodat hij de Heer kon gehoorzamen en in de hoop dat de vervolging van de kerk zou afnemen. Ouderling B. H. Roberts heeft gezegd: ‘Toen president Taylor zich op 1 februari 1885 uit het openbare leven terugtrok, was dat niet voor zijn eigen veiligheid, gemak of comfort, maar voor het algemeen welzijn en om de vrede te bewaren.’31

Hoewel hij niet meer in het openbaar verscheen, bleef president Taylor de kerk leiden, door middel van brieven en mondelinge instructies aan de leden die hij kon vertrouwen. Maar de beperking, de afzondering van familie en vrienden en de spanning van zijn taken begonnen hun tol te eisen. In het begin van 1887 begon zijn gezondheid af te nemen. Verscheidene maanden bleef hij tegen zijn ziekte vechten en vertelde hij anderen dat hij snel zou genezen, maar in juli bleek dat zijn conditie ernstig was. Op de avond van 25 juli 1887 overleed president Taylor vredig in het huis van Thomas Roueché in Kaysville (Utah).

Eerbetoon aan president Taylor

Een aantal zeer beschrijvingen van de bediening van John Taylor zijn gegeven door de mensen die met hem samengewerkt hebben en door hem onderwezen zijn. Ouderling Franklin D. Richards van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende op de begrafenis van president Taylor gezegd: ‘President Taylor was een man die moedig en dapper voor de waarheid opkwam. Hij kende geen angst. (…) Toen hij en ik in Europa op zending waren, was hij in Frankrijk werkzaam. (…) Hij werkte bijzonder ijverig; en op een keer kwamen een aantal theologen bij elkaar om deze ketterij te ontmaskeren, zoals zij het noemden. Met de moed die hem altijd kenmerkte, stemde president Taylor erin toe om een grote groep van hen te ontmoeten. (…) Hij weerstond hen en bracht de waarheid voort.’32

Ouderling Daniel H. Wells, die als raadgever van Brigham Young werkzaam is geweest, heeft het volgende over president Taylor gezegd: ‘Hij heeft een onverschrokken, edel en goddelijk leven geleid – laat de mensen die nog leven zijn edele voorbeeld volgen. (…) Hij was de kampioen van de mensenrechten, de kampioen van de vrijheid. Hij heeft een edel, nuttig leven geleid, vol eer en lof voor hemzelf en zijn gezin, een genoegen voor de mensen en een eer voor God. Ik geef graag mijn getuigenis van de trouw en toewijding van president Taylor, van zijn integriteit ten opzichte van God en zijn liefde voor zijn volk.’33

Angus M. Cannon, president van de ring Salt Lake, was de laatste spreker op de begrafenis van president Taylor en sprak de volgende woorden over de man die zoveel jaren aan de opbouw van Gods koninkrijk had gewerkt: ‘Hij is van zijn pijn verlost. Hij slaapt bij God; en ik kan me de open poort van de hemel voorstellen waardoor hij naar binnen is gegaan. (…) Broeder Taylor nam het getuigenis dat Joseph hem had gegeven, dat Jezus aan Joseph had gegeven, dat hij van God uit de mond van zijn geliefde Zoon moest horen – en hij verkondigde die boodschap in andere landen, en deed ons hart zinderen met de woorden die hij uitsprak. Ik denk dat de vreugde waarmee president Taylor zijn medewerkers aan de andere kant van de sluier heeft ontmoet, omgeven door de apostelen van Jezus Christus, groot is.’34

Noten

  1. B. H. Roberts, The Life of John Taylor (1963), blz. 419–420.

  2. Andrew Jenson, Latter-day Saint Biographical Encyclopedia, 4 delen (1901–1936), deel 1, blz. 18–19.

  3. Hubert Howe Bancroft, History of Utah (1890), blz. 682.

  4. History of Utah, blz. 682.

  5. Deseret News: Semi-Weekly, 3 januari 1882, blz. 1.

  6. The Life of John Taylor, blz. 27–28.

  7. The Life of John Taylor, blz. 28–29.

  8. The Life of John Taylor, blz. 38.

  9. Susan Arrington Madsen, The Lord Needed a Prophet (1996), blz. 49.

  10. The Life of John Taylor, blz. 40–41.

  11. The Life of John Taylor, blz. 48.

  12. The Gospel Kingdom, samengesteld door G. Homer Durham (1941), blz. 44.

  13. The Life of John Taylor, blz. 449.

  14. The Life of John Taylor, blz. 134–135.

  15. The Gospel Kingdom, blz. 360.

  16. The Gospel Kingdom, blz. 360.

  17. Zie The Gospel Kingdom, blz. 360.

  18. The Life of John Taylor, blz. 140.

  19. LV 135:3.

  20. Deseret News (wekelijkse uitgave), 17 september 1856, blz. 219.

  21. The Life of John Taylor, blz. 208.

  22. ‘Stories and Counsel of Prest. Taylor’, Young Woman’s Journal, mei 1905, blz. 219.

  23. Julia Neville Taylor, ‘An Interview with Ezra Oakley Taylor, Son of President John Taylor’, (de archieven van de afdeling kerk- en familiegeschiedenis van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen Latter-day Saints), microfilm, blz. 2.

  24. Joseph F. Merrill, ‘Home Evening’, Improvement Era, januari 1918, blz. 203.

  25. The Life of John Taylor, blz. 347.

  26. The Life of John Taylor, blz. 350–351; alinea-indeling gewijzigd.

  27. The Life of John Taylor, blz. 329.

  28. Deseret News: Semi-Weekly, 19 september 1882, blz. 1.

  29. The Gospel Kingdom, blz. 328–329.

  30. Deseret News: Semi-Weekly, 17 februari 1885, blz. 1.

  31. The Life of John Taylor, blz. 400.

  32. The Life of John Taylor, blz. 448.

  33. The Life of John Taylor, blz. 455.

  34. The Life of John Taylor, blz. 459–460; alinea-indeling gewijzigd.

Afbeelding
martyrdom of Joseph Smith

President Taylor verkondigde dat de kerk zou blijven groeien, ondanks de martelaarsdood van de profeet Joseph Smith. ‘Deze kerk heeft de zaden van onsterfelijkheid in haar midden. Niet van de mens of door de mens – maar als nakomelingen van God.’