2016
Een snoepje
Maart 2016


Een snoepje

De auteur woont in Utah (VS).

Snoep uitdelen was makkelijk, maar was over het evangelie vertellen dat ook?

‘Een zendeling wil ik vandaag al zijn’ (Kinderliedjes, 168.)

Afbeelding
one piece of candy

‘Wil je een snoepje?’ José bood zijn vriend Pedro een bruin snoepje aan toen ze samen met de bus naar huis gingen.

‘Graag’, zei Pedro. Hij nam het snoepje aan en stopte het in zijn mond.

José nam een geel snoepje uit het zakje. De jongens waren stil terwijl de bus voortdenderde. Ze woonden in een grote stad in Argentinië. De dagelijkse busrit naar school was erg lang. De mama van José gaf hem telkens wat geld voor een zakje snoep om de tijd te doden.

‘Wil je er nog wat?’ José bood Pedro een handvol bruine snoepjes aan.

‘Ja, bedankt!’ zei Pedro. ‘Waarom vind je ze niet lekker? Ze zijn heerlijk.’

José dacht even na en likte aan zijn lippen. ‘Omdat ze naar koffie smaken, denk ik.’

‘Waarom hou je niet van koffiesmaak? Dat is zo lekker.’

‘Ik ben mormoon, en wij drinken geen koffie. Dus ik denk dat ik de smaak niet gewend ben.’

Pedro leek verward. ‘Wat is een mormoon? En waarom drink je geen koffie?’

‘Een mormoon is een lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Wij geloven dat God wil dat we goed voor ons lichaam zorgen. Daarom drinken we geen koffie, thee of alcohol. En we roken niet.’

‘Maar dit is maar een snoepje’, zei Pedro. ‘Het is geen echte koffie.’

‘Weet ik’, zei José. ‘Maar toch wil ik er geen.’

Pedro knikte. ‘Nou, je mag mij alle bruine snoepjes geven. Wat leer je nog meer in jullie kerk?’

‘Elke zondag gaan we naar de kerk en leren we over Jezus en onze hemelse Vader. We leren ook veel leuke liedjes. Alle kinderen gaan trouwens deze zondag in onze kerkdienst zingen en toespraakjes houden. Misschien kan je aan je moeder vragen of je met me mee naar de kerk mag gaan. Dan kun je de zendelingen ook ontmoeten.’

‘OK’, zei Pedro. ‘Hebben zij ook snoep met koffiesmaak dat ze niet willen?’

José lachte. ‘Nee, maar ze hebben wat beters voor je!’