Een zondeloos Man
Een zon - de - loos en hei - lig Man, Hij was de Zoon van God,
en wist: mijn groot ver - zoe - nend werk be - paalt het mens’ - lijk lot,
want heel het mens - dom is ver - lo - ren als dat niet ge - schiedt.
Ja, zon - der of - fer voor de zond’ gaat heel Gods plan te - niet.
Een zon - de - loos en hei - lig Man, die God de Va - der zond,
aan Hem in al - les toe - ge - wijd, al voor de aard’ be - stond.
want slechts zijn rei - ne of - fe - rand’ ver - slaat de aard - se dood.
Zijn schul - de - lo - ze bloed ver - lost ons al - len uit die nood.
Een zon - de - loos en hei - lig Man, en ne - de - rig van hart,
be - taal - de voor ons heil met bo - ven - men - se - lij - ke smart.
Zijn lief - des - of - fer was com - pleet, de prijs was haast be - taald:
zijn geest ver - liet het wre - de kruis, Gods plan had niet ge - faald.
Een zon - de - loos en hei - lig Man ver - rees toen uit het graf,
waar - door Hij ook aan ons de macht tot eens her - rijzen gaf.
In Chris - tus leven allen als een mooi - e len - te - dag.
Zeg dank voor Je - zus’ ze - ge - praal op ’t kruis en op het graf!