2016
Ik voelde de geest van het instituut
Maart 2016


Ik voelde de geest van het instituut

De auteur woont in Colombia.

Ik ging gebukt onder de soms negatieve omgeving van de universiteit. Toen ik de sfeer in het instituut voelde, wist ik dat ik niet alleen was.

Afbeelding
young adults at institute

Toen ik aan mijn studie begon, vond ik het geweldig om deel van de onderwijsomgeving uit te maken en het enthousiasme van mijn medestudenten te zien. Dankzij mijn Vader in de hemel, het permanent studiefonds en de steun van mijn familieleden werd mijn droom werkelijkheid.

Tijdens de eerste schoolweken besefte ik dat me de komende vijf jaar heel wat werk te wachten stond: huiswerk, toetsen, examens en projecten. Ik hield van mijn beroepskeuze en mijn studie, maar ik besefte ook dat ik tot op dat moment in een andere wereld geleefd had. Ik was duidelijk anders dan de andere studenten. Ze luisterden naar muziek met ongepaste teksten en ze praatten vaak over de onzedelijkheden die ze in het weekend bedreven hadden, de drugs die ze genomen en de alcohol die ze gedronken hadden.

Mijn klasgenoten nodigden me meermaals uit om in het weekend met hen mee te doen. Toen ik hun over mijn normen en geloof vertelde, respecteerden velen mijn overtuiging en drongen ze niet meer aan dat ik meedeed. Maar er waren nog meer anderen die mijn overtuiging bespotten. Ik probeerde me er niets van aan te trekken, maar vroeg me af of ik dit de hele tijd zou kunnen verdragen. Ik bad voortdurend om kracht en bad dat ik me niet eenzaam zou voelen. Maar ik had niet het gevoel dat die gebeden verhoord werden. En toen besefte ik dat mijn situatie aan de universiteit niet zou veranderen. Tijdens mijn studie bleef ik naar de kerk gaan, waar ik op zekere zondag in de avondmaalsdienst over het instituut hoorde. Ik besloot om de daaropvolgende woensdag naar het instituut te gaan om een vraag over het permanent studiefonds te stellen.

Aan het eind van een lange schooldag ging ik op weg naar het instituut. Ik stapte op het openbaar vervoer, ging zitten en begon wat huiswerk te lezen. Ik slaakte een diepe zucht en voelde behoefte aan een pauze. Ik keek op en zag meteen iets ongepasts. Bij mijn halte stapte ik uit en ging naar het instituutsgebouw terwijl ik piekerde over het huiswerk dat ik de volgende dag moest indienen.

Hoewel ik volgens de evangelienormen leefde, ging ik bij het binnengaan van het instituutsgebouw gebukt onder de mentaliteit aan de universiteit. Binnen zag ik jongvolwassen studenten in gepaste kledij die elkaar met respect behandelden. Welke cursus zouden zij dit semester volgen? De Leer en Verbonden? Het Boek van Mormon? Voorbereiding op een zending?

Ik benaderde de administrateur, kreeg antwoord op de vraag over het permanent studiefonds en maakte aanstalten om naar huis te gaan. Bij de uitgang keerde ik me om omdat ik de sfeer van het instituut voelde. Ik ging met tranen van vreugde de deur uit. Met het openbaar vervoer onderweg naar huis huilde en glimlachte ik tegelijkertijd. Ik kreeg een gedachte die me bijbleef: ik was niet alleen.

Op dat moment ontving ik een antwoord op mijn gebed. Ik voelde de Geest, dacht na over mijn ervaring en bedankte mijn hemelse Vader voor de vreugde van het evangelie.

Toen ik thuiskwam, omhelsde ik mijn moeder en vertelde haar over mijn geweldige ervaring waarbij ik de liefde van God had gevoeld. Hij had me nooit in de steek gelaten en was de hele tijd bij me geweest, net zoals Hij met ons allen is wanneer we Hem het meeste nodig hebben. Ik volgde tijdens mijn studies het instituut en leerde er veel goede vrienden kennen. Maar Jezus Christus is onze grootste bron van liefde en steun. Hij laat ons nooit in de steek.