2012
Oudere zendelingen: gehoor geven aan de oproep van de profeet
September 2012


Oudere zendelingen: Gehoor geven aan de oproep van de profeet

Oudere zendelingen over de hele wereld zeggen dat hindernissen voor een zending opruimen hen veel heeft opgeleverd.

Chanta en Sounthara Luangrath zaten thuis in Californië (VS) en vroegen zich af wat ze zouden doen. Ze hadden hun vier kinderen op zending zien gaan en nu was het hun beurt. Het was een grotere beslissing dan ze hadden verwacht: ze zouden hun kleinkinderen erg missen! Ze maakten zich ook een beetje zorgen om enkele gezondheidskwesties. En wat moesten ze nou met hun huis en hun spullen doen als ze weggingen?

Broeder en zuster Luangrath zijn niet de enigen die zich om zulke dingen zorgen maken als ze op zending willen. In feite heeft ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen vastgesteld dat oudere zendelingen met vier soorten problemen te maken krijgen: angst, zorg om de familie, het vinden van de juiste zending en financiën.1

Het kost veel geloof om die problemen op te lossen, iets wat broeder en zuster Luangrath lieten zien toen ze president Thomas S. Monsons toespraak over zendingswerk in de algemene oktoberconferentie van 2010 hoorden. ‘We voelden heel sterk de Geest’, zeggen ze. ‘We wilden doen wat de profeet zei, dus stuurden we onze zendingspapieren in.’

Broeder en zuster Luangrath werden naar Laos geroepen als zendelingen belast met humanitaire diensten. Daar waren ze geboren, getogen en getrouwd. Hun zorgen vervaagden al snel toen ze zich op hun zending voorbereidden: hun familie steunde hen, ze losten hun gezondheidsproblemen op en ze verhuurden hun woning. Ze kregen zelfvertrouwen door te doen wat de Heiland heeft geboden: ‘Ga heen, […] en kom hier, volg Mij’ (Marcus 10:21).

Echtparen kunnen op veel verschillende manieren en plaatsen een zending volbrengen. Zoals we in het volgende verhaal kunnen zien, kunnen senioren in geloof problemen oplossen die een zending in de weg staan, of ze nu op een voltijd- of deeltijdzending gaan, als echtpaar of alleen, en in hun eigen land of in het buitenland.

Angst overwinnen

‘Angst voor het onbekende of angst dat we niet de vereiste schriftuurlijke of taalvaardigheden hebben, kan ons doen aarzelen om op zending te gaan. Maar de Heer heeft gezegd: “Indien gij voorbereid zijt, zult gij niet vrezen” (LV 38:30). […] Uw leven is uw voorbereiding. Ga gewoon en wees uzelf.’2

Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen

Angst kan zendingswerk belemmeren. Sommige mensen zijn bang dat het ze aan de nodige vaardigheden en kennis ontbreekt om op zending te gaan. Andere maken zich zorgen over ergens anders in de wereld gaan wonen of zich onder vreemde mensen begeven.

Zuster Martha Marin uit Veracruz (Mexico) zag enkele van haar angsten onder ogen toen ze als voltijdzendelinge in het loopbaancentrum in Puebla (Mexico) werkzaam was. Ze kon niet goed met computers omgaan, wat hard nodig was in het loopbaancentrum. Maar haar collega’s en anderen met wie ze samenwerkte, hielpen en steunden haar zodat ze de nodige vaardigheden aanleerde. ‘Dit probleem is een zegening geworden’, zegt ze. ‘Ik weet dat ik er met dit werk niet alleen voor sta.’

Zuster Sondra Jones uit Utah (VS) ontving met haar man, Neldon, een zendingsoproep naar de Marshalleilanden. ‘Ik was doodsbang voor wat er in het verschiet lag. Ik heb me nooit echt op mijn gemak gevoeld als ik het evangelie onderwees’, zegt ze. Nadat ze eerst even het gevoel kreeg dat ze niks kon bijdragen, besloot ze zich op haar talenten en vaardigheden te richten. Ze leerde van de mensen op de Marshalleilanden houden, knipte hun haren en leerde ze naaien.

Na anderhalf jaar had ze zo’n zevenhonderd mensen geknipt. Ze gebruikte enthousiast haar talenten, waardoor ze kon dienen en een band kreeg met honderden mensen, onder wie leden van de kerk, onderzoekers en andere mensen uit de buurt.

Zorgen om de familie van u afzetten

‘Er is geen groter geschenk dat grootouders aan hun nageslacht kunnen meegeven dan in woord en daad te zeggen: “In deze familie gaan we op zending!”’3

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen

Voor veel mensen lijkt het ondraaglijk om kinderen of opgroeiende kleinkinderen met moeilijkheden achter te laten. Toch komen zendelingen erachter dat hun familie door hun zending sterker wordt, ook al hadden ze dat niet verwacht.

Raymond en Gwen Petersen uit Wyoming (VS) zijn vier keer op zending geweest. Toen ze de tweede keer op zending gingen — hun tweede zending naar Samoa — hadden hun kinderen er in het begin moeite mee. Ze begrepen maar niet waarom hun ouders nog een keer op zending moesten.

Hun familie besefte al snel dat er grote zegeningen uit voortvloeiden. ‘Ze waren allemaal voorspoedig!’ zegt zuster Petersen. ‘Er was een echtpaar dat maar geen kinderen kon krijgen en een jongetje kreeg, een ander famlielid werd op wonderbaarlijke wijze van kanker genezen, een kleinkind dat het moeilijk had maakte veel vooruitgang en anderen deden dat jaar goede zaken.’

Door hun harde werken hebben ze voor de rest van de familie een spoor van geloof nagelaten. ‘Op dit moment zijn er vier kleinzoons op zending die zeggen dat wij ze daartoe geïnspireerd hebben’, zegt zuster Petersen. ‘Is er een grotere beloning mogelijk?’

Het vinden van de juiste zendingsplek

‘Het verbaast mij telkens weer hoe de Heilige Geest voor elke zendeling en elk echtpaar een geschikte werkplek waar ook ter wereld weet te vinden, die aansluit bij hun eigenschappen en behoeften’4.

Ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen

Er is onder meer behoefte aan oudere zendelingen in loopbaancentra, zendingskantoren, centra voor familiegeschiedenis, tempels en bezoekerscentra. U kunt aangeven waar u naartoe wilt, maar uiteindelijk wordt u toch door de Heer geroepen, door middel van zijn profeet. De Heer weet welke werkplek voor een bepaalde alleenstaande zuster of een bepaald echtpaar geschikt is.

George en Hine Chase uit Nieuw-Zeeland zagen in dat hun zending goed bij hen paste. Ze waren aangenaam verrast toen ze merkten dat ze veel vaardigheden die ze in hun beroep en gezin hadden aangeleerd, konden gebruiken voor het ontwikkelingswerk in Papoea-Nieuw-Guinea.

Elder Chase was timmerman geweest en kon dus projecten opzetten, zoals waterputten graven. Zuster Chase deed al achttien jaar administratief werk. ‘Mijn administratieve en computervaardigheden kwamen goed van pas’, zegt ze. Ouderling Chase en zij gebruikten hun kundigheid om loopbaanworkshops te geven, waar ze de plaatselijke bevolking vaardigheden aanleerden zoals tijd indelen, organiseren, leidinggeven, hygiënisch leven en communiceren.

Ouderling en zuster Chase maakten gebruik van wat ze in kerkroepingen en — vooral — door hun ouderschap hadden geleerd. Toen ouderling en zuster Chase schoolspullen distribueerden en de zorg voor jonge kinderen verbeterden, kregen ze door hun ervaring in het ouderschap meer waardering voor de manier waarop de plaatselijke gezinnen en scholen met problemen omgingen.

Financiën op orde brengen

‘Ga bij uw familie en uw bisschop of gemeentepresident te rade. Als de dienstknechten van de Heer op de hoogte zijn van uw financiële situatie, zal dat helpen om u de eeuwige zegeningen van een voltijdzending te laten genieten.’5

Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen

Veel echtparen zijn bang dat ze niet genoeg geld hebben om op zending te gaan. Ze vragen zich af hoe ze alle kosten voor levensonderhoud, medische zorg en woonruimte kunnen dekken. Kerkleiders erkennen die belangen en hebben de richtlijnen aangepast om de lasten te verlichten (zie het vak links). Toch zijn er geloof, zorgvuldige planning en wat offers voor nodig om financiën op orde te brengen.

Leonard en Vera Chisang uit Zimbabwe liepen zelfs na doeltreffende planning nog tegen problemen aan. Ze hadden zich tijdens hun huwelijk altijd al op een zending voorbereid, en ze wisten dat ze met hun pensioen en investeringen hun eerste zending naar de Johannesburgtempel (Zuid-Afrika) konden bekostigen. Maar toen ze op zending waren, ging de economie van hun land plots achteruit en hielden ze veel minder aan hun investeringen over.

Elder en zuster Chisango bleven met hulp van hun familie op zending. Ze kregen enorme zegeningen voor dat offer: de zaak van hun zoon deed het goed, hun dochter kreeg promotie en hun kinderen leerden samen hun ouders onderhouden.

Veel oudere zendelingen zeggen dat de wereldse kosten van een zending lang niet opwegen tegen de zegeningen die ze ervoor terugkrijgen. Ouderling Peter Sackley, een Canadese zendeling die met zijn vrouw, Kelly, in het zendingskantoor te Hongkong werkzaam is, geeft kort aan hoe hij zich voelt: ‘In plaats van een salaris krijg ik zegeningen.’

Problemen oplossen door geloof te vergroten

‘Veel nederige heiligen der laatste dagen vrezen dat zij niet in aanmerking komen voor zendingswerk. Maar de Heer heeft zo’n kandidaat-zendeling deze verzekering gegeven: “Geloof, hoop, mensenmin en liefde, met het oog alleen op de ere Gods gericht, maken hem bevoegd voor het werk.”’6

Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen

Als oplossing voor de vier soorten problemen die een zending in de weg staan, zegt ouderling Hales eenvoudigweg het volgende: ‘Heb geloof; de Heer weet waar u nodig bent.’7 Door geloof overwinnen we onze angsten, versterken we gezinnen, vinden oudere zendelingen de juiste zendingsplek en krijgen we financiële zekerheid.

Jaren geleden nam dat geloof van een jong Pools meisje, Stanislawa Habel, toe. Later nam ze door haar geloof het herstelde evangelie aan en ging ze als volwassene naar Utah (VS) als zendelinge belast met familiehistorisch werk.

Zuster Habel leerde op zending een nagenoeg onbekend geheimpje: ‘Een zending houdt je jong.’ Ze zegt met een glimlach: ‘Als je je problemen vergeet, ben je dankbaarder. Je wordt meer zoals Christus omdat je anderen dient, en daardoor bereid je je voor om bij je hemelse Vader terug te keren. Een zending kan het leven van een lid op leeftijd veranderen.’

Inderdaad, en ook dat van degenen die zij nederig dienen.

Noten

  1. Zie Robert D. Hales, ‘Zendingsechtparen: een oproep tot dienen’, Liahona, juli 2001, p. 28–31.

  2. Robert D. Hales, Liahona, juli 2001, p. 29.

  3. Jeffrey R. Holland, ‘Moedig doen wij mee’, Liahona, november 2011, p. 46.

  4. Richard G. Scott, ‘Nu is de tijd om een zending te vervullen!’ Liahona, mei 2006, p. 89.

  5. Robert D. Hales, ‘Zendingsechtparen: offeren en dienen brengen zegeningen’, Liahona, mei 2005, p. 40.

  6. Russell M. Nelson, ‘Oudere zendelingen en het evangelie’, Liahona, november 2004, p. 81.

  7. Robert D. Hales, Liahona, juli 2001, p. 31.

Chanta en Sounthara Luangrath, die naar Californië (VS) zijn verhuisd, wijzen Laos aan — het land waar ze geboren en getogen waren en waar ze nu op zending zijn.

Sondra Jones heeft de vrouwen op de Marshalleilanden gediend (links, met echtgenoot Neldon).

Martha Marin (uiterst rechts) heeft een voltijdzending volbracht in het loopbaancentrum te Puebla (Mexico).

Raymond en Gwen Petersen zijn twee keer onder de Samoaanse leden op zending geweest.

George en Hine Chase zijn als bestuurders humanitaire diensten in Papoea-Nieuw-Guinea werkzaam geweest.

Peter en Kelly Sackley zijn in het gebiedskantoor te Hongkong werkzaam geweest.

Leonard en Vera Chisango zijn in de Johannesburgtempel (Zuid-Afrika) werkzaam geweest (rechts).

Stanislawa Habel helpt bezoekers in de bibliotheek voor familiegeschiedenis te Salt Lake City (Utah, VS).

Foto Johannesburgtempel (Zuid-Afrika) Michael McConkie ©IRI

Boven links: zendelingen op leeftijd in Salt Lake City helpen vluchtelingen uit andere landen bij de overgang naar hun nieuwe thuis, zoals het gezin Ntabwoba uit Ruanda dat onlangs in de tempel aan elkaar werd verzegeld.

FOTO HIERBOVEN: Robert Casey